HO B e s c h r y v i n g VAN
V. bedding, naar zulk een Kakkerlak uit myne
x x 'l l l " VerzameliDS g611133^ s rykelyk de langte daar
H oofd* van heeft , zynde naamelyk van ongevaar
stuk. drie Rynlandfche Duimen. De V la k , egter
op zyn Borftftuk is niet volkomen vierkant.
Het L y f heeft een donker bruine K leur; maar
die van ’c Borftftuk en de Dekfchilden is uit den
roffen geelagtig en de gemelde Vlak byna
zwart.
n. (2) Kakkerlak die zwart is , met den voor-
^ypafche.' f i en rand van bet Borftftuk wit.
Men vindt deezen , zo wel als den voor-
gaanden, in het Kabinet der Koningin van
Sweeden.
in,
Surïn&msn*
r.
irinaam*
Iche.
(3) Kakkerlak die bleekbruin is van Kleur, met
den voorjlen rand van bet Borftftuk wit,
D eeze twee verfchillen, zo ’t fehynt, niet
dan in de Kleur. De Bynaam wyft de plaats
aan, van waar zy afkomftig waren.
1V. (4) Kakkerlak die Roeftkleurig is , met het
yimtrkana. , Schild van ’t Borftftuk van asteren wit-
"Weit mui* 0
fche. dgtig.
D e e z e ,
(*) Blatta atra, Thoracis mafgine antico albo. JM. L. V.
Syft. -Nat. X.
(3) Blatta livida , Thoracis inargine antico albo. Syft. .
Nat. X.
(4) Blatta fcrruginea , Thoracis clypeo poftice exalbiclo.
Syft. Nat. X.
De e ze , zegt L t n n m. u s , is grooter dan de v.
gewoone Kakkerlakken ; maar aan dezelven Afdeel.
zeer gelyk, hebbende de Dekfchilden enVleu- Hoófd-
gelen langer dan het L y f ; de Sprieten lang. STUK*
Hy noemt hem, in ’t byzonder, de Amerikaan-
fche o f Weftindifche, als ware deeze Soort
gemeend: in de nieuwe Wereld. \ Is zeker,
dat men aldaar de Kakkerlakken menigvuldig
vindt, van verfcheiderley Kleur en Grootte,
d ie , zo aan de eetbaarve Vrug|S|\ op het Veld
en in de Boffchép, als aan alleney Levensmiddelen
, Kleederen en Boeken, in de Huizen o f
Hutten, der Europeaanen en indiaanen, door
alles weg te knaagen, een ongelooflyke fchade ■
doen.
(5 ) Kakkerlak die wit. is met de Sprieten
geel.
v.
Nivea.
Witte.
De eze, die ook in Amerika zig onthoudt,
heeft de grootte maar van een Horfel o f Paarde
Vlieg.
(6) Kakkerlak die Afcbgraauw i s , met het vi.
Schild van ’t Borftftuk ruighaairig. Aft/oT***
De eze, uit Afrika afkomftig , geleek veel
naarde Egyptifche, doch was kleiner en ruig.
Hy bevondt z ig , gelyk de twee eerften, in
het
O1) Blatta alba, Antennis flayis. Syft. Nat. X.
(c) Blatta cinerea, Thoracis clypeo villofo. U, L, M, Syft.
Nat. x. ‘
I. D e e l . X, Stnrzc*