V. in Karniolie, waargenomen te hebben : doch
Afdeel. a]je deeze zullen mooglyk flegts Verfcheiden-
Hoorp. heden van de Vlieg-Wants zyn.
STUK.
A G T S T E A R T I K E L .
Die langwerpig zyn van Lyf.
in (52) Wants die langwerpig is , met bet L y f
[ndus:, tweetandig rood, de Dekfcbilden bruin» Jndiaanlche, ö J
en bleek gejlreept.
Deeze Indiaanfche was in het Kabinet van de
Koningin van Sweeden.
dut. (53) Wants die langwerpig is , rood en zwart
H'ioscyami. , , ■ , .
van 't Bil- bont, met de Wieken ongevlakt bruin.
zcmkiuid.
De eze, welke op ’t Bilzemkruid, in Sweeden ,
aangemerkt wordt meeft voor te komen, is ook
daar op, omftrceks Parys, gevonden. R a t hadt
*er den naam aan gegeven van kleiner Bofcb-
Wants, met het L y f langwerpig fmal, van boven
rood, doch getekend zynde met zwarte
Vlakken. Ook wordt zy genoemd de Menieroo
( s i) Cimex oblongus, Abdomine rubro bidentato, Ely-
tris fuscis pallido ftriatis. M. L. V. Syft. Nat. X.
( s i) Cimex oblongus rubro nigroque varius, Alis fusds
immaculatis. Faun.Stuc,66\,66s. It.Oel.-iss. Cimex Hyos»
cyamoides ruber, maculis nigris. PET. Gaz, T. 6z f. 1.
Cimex miniatus, nigris maculis, Hyoscyami. LrST. Lcqtt. 397*
Mat. T. 31. f» 21. Cimex fylveftris minor, Corporc oblong®
angullo. R.AJ. /»ƒ. SS.
roode. In den eerflen opflag fchynt zy weinig
van de Ongevleugelde te verfchillen.
C54) Wants ’ die langwerpig i s , rood en zwart
bont, met de Wieken bruin, en wit gevlakt.
G e o f f k o y , die de voorgaande genoemd
hadt de roode Wants, met een Ridder-Kruis,
geeft aan deeze den naam van de zwart geban-
deerde rood met witte Vlakken (*). Delapgte ver-
fchilde weinig, als zynde de voorgaande vier
en deeze v y f Liniën lang: ook zegt L i n k a :üs
dat deeze eens zo groot i s , ’ t welk nagenoeg
daar op uit komt ( | ) . Deeze Ridderlykekomt,
volgens onzen Ridder, veel voor op de Kerkhoven
in Sweeden ( | ) : het welk zyne opmerking
verdient.
( 55) Wants die langwerpig is , rood en zwart
bont , hebbende de Dekfcbilden rood met
twee zwarte flippen.
Van deeze ongevleugelde Wants, die in
Duit-
(54) Cimex oblongus , rubro nigroque varius, Alis fusds
albo maculatis. FattK. Satc. 664. It. Oei 155.
(*) La iPunaifè rouge a bandes noires 8c tachcs Manches.
Sp. 14. p. 443.
( t ) Want de Teerlingen van vier en vyf flaan tot malkander
ongevaa: als één tot twee.
(4.) In coemiteriis frequens. Faun. Suec. Ed. II. pag. z s i.
Sp. 9««.
( s s ) Cimex oblongus rubro nigroque varius, Elytris rubris
punftis duobus nigris, Syjl, Nat. X.
I. Deel . X. Stu k .
V.
A fdeel,
XXXJ/i.
Hoofd.
stu k .
LIV.
Fqaeflris.
Ridderlyke.
LV.
Apterus.
Ongevleugelde.