V. gevonden, die daar in van de meefte overigen
XXXmL’ verfchiIc» dac z y Selyk eeo Cicade, hoewel
H oofd’, niet zo hoog, fpringt. De Sprieten zya Draad-
ST1 UK*. vorinj•g;
Lxiv. ('g,') Wants dis langwerpig is en zwart, heb-
Jlrenarius. ^ y
Zand-wants. bende de Dekfchilden Ajchgraanw , ‘üot
voor en zwart, de Wieken van agterenwit.
In ’t Zand komt deeze voor, die ook zeer
fyn getekend is met zwarte Stipjes,
ix v . (65) Wants die langwerpig is en zwart, heb-
der pynboo- bende de Dekfchilden bruin, met eene Ruits-
men* oüjze zwarte Vlak getekendi
r x v r . (66) Wants die langwerpig is en zwart, heb-
AoiTndis- Pende (ie Dekfchilden Vliezig met een geels
Waats. ^ Vlak.
By Upfal vondt de Heer R o l a n d e r deez
e , die van middelmaatige grootte was; zyn-
de dus dezelve, en de agt voorgaande, alce-
maal, in Sweeden waargenomen.
txviï,
Nigripes.
Zwartpoot.
(67) Wants die langwerpig is , hebbende de
Dek•
(64) Cimex oblongus niger, Elytris cinereis antice nigris,
Alis pofticé albis. Faun. Suec. 67%. It. Oei. 12T.
(6s) Cimex oblongus ater, Elytris fuscis macula rhomboa
nigra. Faun Suec. 674..
(66) Cimex oblongus ater, Elytris membranaceis maculi
fiava. Syjl. Nat. X.
(67) Cimex oblongus Elytrorum bafi Antennis PcdibusquG
Kn^ris, Tibiis anticis nigris hitfutilSmis. Syjl. Nat. X .
Dekfchilden aan 't begin , benevens de Sprie • V.
ten en Pooten, rood; de voorjle Schenkels x x x f f l
zwart en zeer ruig. H oofdstuk.
Die zelfde Heer nam deeze waar inde Weft-
indiërr. Z y heeft het L y f groot en zwart, het
Agterlyf rood, de Sprieten aan ’t begin zwart,
de voorfte Schenkels langer en dikker dan de
anderen.
N E G E N D E A R T I K E L.
Die de Sprieten Borftelagtig en zo lang
als ’t L y f hebben.
(68) Wants die langwerpig is en bleek van Lxvm;
Kleur, aan de zyden wit.
Langwerpige witte Wants was deeze , die
zeer fmal is, in de Verhandelingen van Upfal
getyteld. Men vindtze in de Weiden van
Sweeden. I
(69) Wants die langwerpig is en bleekbruin , lxix .
met de Sprieten zwart, en een witte Streep, Gelaafde!
op het Borfljluk, overlangs. _
(70) Wants die langwerpig is en zwarjt-, met txx.
j Striatus,
' de Ccftreep^e,
fes) Cimex oblongus exalbidus , lateribus albis. Fau/i.
Suec. 679,
(69) Cimex oblongus pallido-fuscus, Antennis rygris, lt-
nei Thoracis longitudinali albl. Fann. Suec. 6%i.
(70) Cimex oblongus niger, Elytris lutels fusee ftdafls,
apke Petfibusque rubris. Faun. Suec. öso,
1. DiiEL X. STUK. A a