V.
A fdeel»
XXXIII.
Hoofdstuk.
l x x i .
E r ra t kus .
Dooiende. -
rx x ii.
Feras.
Wilde.
LXXIXT.
Populi.
dér Popelie.
•tui.
LXXIV.I
Ulmi. 4a Olmen.
370 B e s c h r y v i n g y a n
de Dekfcbilden, die geel met bruine Stree•
pen zyn, aan de tippen, en de Pooten,
rood.
( 7 1 ) . Wants die langwerpig is en zwartagtig,
met de Dekfcbilden w it, de Sprieten bleekbruin
en bet onderJle Leedje zwart,
(72) Wants die langwerpig is en ongevlakt,
graauw, met de Sprieten Borjleïagtig.
Deeze vier Soorten onthouden zig alteraaal
in Sweeden.
(73) Wants die langwerpig is, wit en bruin
gewolkt, met de Sprieten Borjleïagtig.
Deeze onthoudt zig in de Boflchen, voor-
naamelyk aan de Stammen van die Popelieren,
welke men de Ratelaar noemt. Z y is langer
en fmaller dan de voorigen.
( 74) Wants die langwerpig is en van boven
Roejlkleurig, met Bloedroode Streepen op
de Dekfcbilden, en de Wieken van agte•
ren wit en bruin bont, In I
, (71) Cimex oblongus nigricans, Elytris albis, Antennis
lividis infimo articulo nigro. Faun. Suec. 6tz.
■ (72J Cimex oblongus gafeus immaculatus, Antennis Seta?
«eis. Faun. Suec. 661.
(73) Cimex oblongus albo fuscoque nebnlofus, Antennis
Setaceis. Faun. Suec. 669.
f74) Cimex oblongus fupra Aubiginofus, Elytris ftriis San*
juineis, Alis poftiee albo fuscoque variis. Faun. Suce. 6ju,
d e W a n t s e n . 3 7 t
In de wilde Olmebaomen, die op ’t Land
Karniolie, ook op het Paapenhout gevangen.
G e o f f r o y vondt’ereene, die geel en zwart
geftreept was, omftreeks Parys, zynde een
vierde Duims lang, en een twaalfde Duims
breed (*)♦
(75) Wants die langwerpig is en zwart, hebbende
de Wieken en Dekfcbilden wit en
bruin bont, de Pooten ros.
Doktor S co p o n heeft, in Karniolie, een
Wants gevangen, die hy de Vaalpoot noemt,
en welke hy oordeelde naby te komen aan deeze
Bofchwants van onzen Autheur. Daar van
heeft hy het Masker waargenomen, zeer vlug
langs de takjes der Boomen loopende en zwart
van Kleur, altoos ongevleugeld, met halve
Dekfchijden ; hebbende insgelyks de Pooten
vaal ( t>
(76) Wants die langwerpig is en zwart, met txxvr.
eene bruinroode Vlak opde bovenfie Wie- xweeTitk^’
ken en de Sprieten Borjleïagtig. kige»
( 77)
Hiß. des Inf, env. Paris. Tom, T. p. 454.
(75) Cimex oblongus niger, Alis Elytr.sque albo fuscoque
variis, Pedibus rufis. Faun. Suec. 671.
f t j cimex fulvipes. Entom. Carniol. p. 134. N. 38S.
(76) Cimex oblongus niger , Alis fuperiotibus maculA
teftacel, Antennis Setaceis. Syß, Nat. X ,
I» DEEL. X. STVK. Aa 2
V .
I p j
!
A fd eel . !
XXXIII. I fMi 1
Hoofd»
stuk. ü1 '|P>
11wei * f f i ß l
LXXV. Ir 1
Sylveßris. .
Bolch-, II1 w?$,
Wants. X
lp] lil 1ÊËÊ
!
ij|1 1: jfpifè
jI I
f f
1 1 II
II