V. Dit Infekt wordt zeer oneigen Water-Vloo
x S l f ’ g i e t e n ( * ) ; dewyl het, zo min als de Rug*
H oofd- zwemmers o f Water* Wantfen, in grootte o f
$Tim. geftalte eenige overeenkomft met een Vloo
heeft, en wy andere Water-Vlooijen hebben ( f ) ,
die al overlang dus genoemd zyn. Het fpringt
ook geenszins gelyk een Vloo, en loopt allceji-
lyk op ’t Water in de gedaante van een Spin-
nekop ; weshalve h e t , al van ouds, Waterspin
is genoemd geweeft. A l d r o v a n d u s ,
immers, getuigt zulks van de Tipula , welke
naam, aan de Langpooten of Glazemaakers ei.
gen, van veelen gegeven wordt aan dit Infekt.
Dus zegt S w a m m k r d a m , dat hydrie foor-
ten van Water-Spinnen bewaarde, draagende,
gelyk de Weegluizen , den Angel mede in de
Mond. Door dit laatfte zal hy zeggen willen,
dat z y , in plaats van Bek, een dergelyk Snuit-
je hebben als de Infekten van dit Geflagt. Volgens
C h a r l e t o n noemt men de Tipula in
’ t Neerduitfch Waterfpinnen, en in ’t Engelfch
Water-Spinners. Ik begryp dan niet, waarom
men de naam van dit Infekt, in 't Werk van
B r a d l e ï , vertaald heeft Kramp.Spin ( | ) .
Het
(* ) Aci. Helv. VOL. V, p. 133. Zie bladz. 300 hier voor.-
/-j-j Zie ’t IX. S t u k deezer Nat. Hiftorit, bladz. 113.
(4.) Zonderling is de Vertaaling van veele benaamingen der
Infekten,.in dat Werk; gelyk, dat men de Water-Griffioen
noemt Water - Kever , en een Hydro -Cantbarus of Water-
Tor, de Water-Spaanfche Vliegt als ook de Rugzwemmerof
Water-Waats , het welk allerongerymdft is , de Bottvlieg;
hoewel uit de belchryying blykt dat het Btotvlkg moet,zyn,
w e l k e
Het wordt, by die van Smaland in Sweeden , V.
genoemd B ra x en -M y g g , zegt L u s nasus. W y x x x i l l .
noemen haar dan ook de Water - M u g , om Hoofd«
dat zy zeer veel naar een Mug gel ykt. STÜK’
Aanmerkelyk. is de fnelheid, waar mede dit
Infekt over ’t Water loopt, en die den Ouden
reeds tot een aartige aanmerking gelegenheid
fchynt gegeven te hebben (*). Voorts is het
zonderling, dat men de Jongen o f Nimfen van
hetzelve, die nog geefn Wieken hebben , fom-
wylen gepaard vindt, volgens de Waarneeming
van onzen Autheur ( f ) . Men zietze niet dan
op de Oppervlakte van Rille Wateren, in Vy-
vers en Slooten.
De Geftalte der Water-Muggen i s , gelyk onze pI LXXXL
Afbeelding, (Fig. 14 ) vertoont, lang en fmal, Fl&-
met het L y f nagenoeg van gelyke breedte, ea
met vier taamelyk lange Pooten ; terwyl de
twee voorften, indien men die Pöoten mag
noemen, zeer kort z y n , en meer naar Nypers
gelyken. Zy hebbende Sprieten zwart, en byna
half zo lang als ’t L y f ; de Oogen groot, en
uitpuilende: het Borftftuk lang en fmal, dof
zwart van Kleur, gelyk ook de Dekfchilden.
... Met
welke naam, in ’t Engelfch the Boatfly, zeer grappig daar
a i gegeven was, om dat d t Infekt naar een Boot of Roey*
Schuitje gelykt, enz. Zie bladz. J04. hier voor.
Neque Tipula: lerius pondus eft, quam fides Lenonia.
PLAXJT, F erf. Aft. II, Scen. 2.
( f ) Propolides, qua Alis carent , faepe copuli conjunft*
obfervantuv. Faun, Suee. Ed. I. & II.
I. d e e l . x . s t u k . A a 4