V. Die voorzegging kunnen wy thans bewaar-
zje n . doch eer wy verder gaan, zal ik
H oofd- nog letten op het gene hy zegt van het ge-
stuk. hruik, dat men oudtyds maakte van de Ciga-
Gebrmk. jeru »> j j et ware te wenfchen voor het Platte
, Land , daar men in de Zomer verdoofd
, wordt door het gedruifch der Cigalen (*) ,
,, dat de Spyzen , daar de Grieken zig mede
„ vrolyk maakten, nog van onze Smaak wa-
,, ren. Op hunne Tafels werden Poppen der
,, Cigalen voorgezet. A k i s t o t e l e s be-
„ paalt den tyd wanneer zy uitmuntende wa-
,, ren: voor dat zy uit de Doppen komen, zegt
h y , zyn dezelven bet lekkerjle van frnaak. Men
„ a t, bovendien, de Gigalen z e lf, en, vol-
„ gens het Berigt van dien zelfden Philofooph,
ver-
(*) Öu on ejl-etourdi, en Etê , par le bruit des Cigales. Tom,
V. ■ Mem. 4. pag. 237. Dit ichynt weinig te ftrcoken met de
aangenaamheid van hun Gezang, daar men oudtyds- zo veel
mede op hadt: doch het is bekend dat de Smaaken, in dit
geval, niet minder verfchillende zyn, dan omtrent de lekkerheid
der Spyzen of Geregten. Veelen hebben haar toen reeds
een fchor Geluid toegefchreeven. Dus zeid men
Et Cuculas cMulat, fritinnit rauca Cicada,
Anderen in tegendeel, verhieven haar Gezang boven dat der
Nagtegaalen, en het ftrekte tot een menigte van Zinnebeelden
en Gelykeniflen; waar onder die van Welipreekendheid,
enz. In ’t byzonder nam meti daar uit het Voorbeeld, tot
beveiliging, 'dat de Vrouw voor haaren Man, of als hy fpreekt,
behoort te zwygen : dewyl de Wyfjes der Cigalen geen Geluid
maaken. Oude Kakelaars werden door H o m e i i ü s by
de Cicaden vergeleeken: doch van deeze GelykeniiFen zal
men onder ons, alwaar de leevende Cicaden van dit Soort
onbekend zyn, weinig gebruik maaken.
„ verkoos men voor de Paaring de Mannetjes,
„ en na dezelve de W y fje s , die alsdan den XXX.
„ Buik vol Eijeren hadden , zeer aangenaam
„ van Smaak. Ten dien; einde hielde men zo
„ veel van derzelver Eijeren, als wy heden-
„ daags van die der Kreeften ” . In de Geneeskunde
heeft men ’er ook gebruik van gemaakt,
inzonderheid tegen de Ongemakken van de
Waterblaas, en tegen ’tKolyk. M e r c u r ia -
l 1 s merkt aan, dat die Jaaren, wanneer zy
weinig zingen , aan Volkziekten onderhevig
z y n ; het welk daar van daan kon komen, dat
dezelven Regenagtig waren: want de Cicaden
zingen meelt des Kliddags, met heldere Zon-
nefchyn (*). Veele Landlieden, in Vrankryk,
verbeelden z ig , dat door het Gezang der O^t-a*
den, als hetzelve fterk en aanhoudend i s , een
fchoone Zomer en ryke Oogft wordt aange-
kondigd. De Vogelen zyn ’er gretig naar, en
dit maakt, dat de Kinderen in Italië deeze In-
fekten dikwils gebruiken om Zwaluwen te vangen.
Zy doen dezelven, ten dien einde, een
kromme Speld, die aan een Draad valt is ,
door h c t L y f , en laatenze dan vliegen; waar
mede de Vogel, toehappendc, gevangen wordt.
(18) Cicade, die een bogtige Streep beeft op xvnr.
» Repanda.
ae Breedwiek.
(*) Sole fub ardente refbnant Arbufta Cicadk. V i r g .
' ( is) Cicada Elyüis linea flexuofa, Alis margine hyalino,
Syjf, Nat. X.
I. DEEL. X, STÜK S 4