Eg- 7» HetkleineBaftaard-TSofc*
je. hl. 90
— 8. De Roofkever. bl. 95
----- 9. De gewoone Oorworm, hl. 107
-----10. De Weflindifcbe Bofch-
Kakkerlak. bl. 11$
*——1 1 ,12 . Zte gewoone, Mannetje
en fVyfje. bl. 12 ï
-----13. Het Ey. bl. 128
-----14. Een kort gevleugelde. bl. 126
-----15. Kleine geele. bl. 132
P laat LX X IX . Afbeelding van de
S p o o k j e s en W a n d e *
l e n d e B l a d e n . Aegm öïtër Bladz. 135
Fig. 1. Een groen Ooftindifch
Spookje of Vliegende Scber •
tninkel. bl. 137
---- 2. Een Uitbeemfcb of Indifcb
Wandelend Blad.. bl. 142
-----3. Het Duitfche zogenaamd, bl. 150
Plaat L X XX. Afbeelding van de
S p r in g k a a n en enKRE.
kels. — —— «—— 157
Fig. 1. Scberpgeneusde t f Spitskop.
bl. 157
-----2. Hoognek Springhaan. bl. 159'
----- 3. Een groote Indifche Krekel, bl. 18 r
— —4, Ckroenbladige Springhaan.
bl. 183
— 5. Kaapfche , zwarte, ge.
pukkelde. ‘ bl. 219
Plaat LX X X I . Afbeelding van de
C i c a d e n , W a n t s e n ,
Fig. 1. De IVejlindifche Lantaarn*
draager. bl. 247
Fig. 2♦
Fig. 2. De Air««*Cicade. bl. 257
,---- 3. De groote Cicade of Cigale.
bl. 274
----- 4. Een geel gewiekte uitbeemfcbe.
bl. 280
5. De IVater-WanU, Rug-
zwemmer genaamd. bl. 301
*— 6. De groote Weflindifcbe
Water.Scorpioen. bl. 309
-----7. De gewoone inlandfche. bl. 310
—— 8, De Wantsagtige. bl. 315
—— 9. De [malle of Water* Griffioen.
bl. 317
—■— 10. Groote zeer fraaye Indifcbe
Wants. * bl. 337
-----i J. Een nier minder mare ,
dito. bl. 342
----- 12. Een inlandfche met roe•
de Pooten. hl. 343
—— 13. De Vlieg -/Wants of
Weegluizen-Eeter. bl. 35
---- 14. De Water.Mug. bl. 375
Pl a a t LXX X II. Afbeelding van
de P l a n t l u i z e n en
B l a d z u i c e r t j e s of
B l a d - M o t t e n . tegen om Bladz. 383
Fig. i , 2. Een gevleugelde en
ongevleugelde Plantluis ,
flerk vergroot. bl. 408
.---- 3 , 4. Die de Takjes der Lindeboomen
doen ewkrullen. bl. 418
■---- 5. Die Eikeboomen met
de lange Snuit. bl, 137
---- ■ 6, Een Vope\\ex -Takje met
de Blaasjes door Plantluizen
veroorzaakt. bl. 430
? 4 Eg. 7.