V. zo week niet; van Kleur bruinagtig van boven,
XixT* Seela8“ 8 van onderen: aan de Staart zyn als
H oofd, twee Vinnen , met fyne Haairtjes begroeid,
stuk. verwonende zig dus als Pluimen o f Vedertjes,
Hy heeft voor aan 9t L y f zes taamelyk lange
Pooten, en ge'lykt dus weinig naar een Worm.
Ook zyn zy zeer Roofzugtig en gebruiken , zo
*t fcbynt, niet dan levendige Infekten tot hun
Aas; veranderende in de Aèrde, gelyk de overigen
, voorgemeld. t
W y kunnen hier opmerken, dat deeze In-
fekten, zo wel als het Haft, eenigermaate in
drie Elementen leeveD. Het W y fje legt de
Eijeren in ’t Water, die op den Grond zinken,
en waar uit gemelde Beeften voortkomen,
. die in ’c Water leeven, zwemmen en hun Aas
zoeken; dan kruipen zy op ’c Land, en worden
in de Aarde een Pop, die een Tor uitlevert,
welke in de Lugt kan vliegen. Deeze Torren,
honger hebbende, vreeten elkander op; weshalve
menze in byzondere Glazen moet houden.
D it doen de Zwarte, die ongerand en een weinig
grooter zyn, als gemeld is, insgelyks. De
Wormen van de eene zo wel als van de andere
Soort, ja de Torren z e lf, worden veel van
den Vifch verflonden. Z y komen meelt in Rivieren,
Vyvers o f heldere Wateren, voor.
Groene 't Schynt dat in de Water-Torren, gelyk ik
Water-Tor.reeds aangemerkt heb, meer verfchil zy in byzondere
deelen van Europa, dan in de Land-
Infekten. Omftreeks Parys, o f elders fchynt
üee*
Ö E W A T E R - T O R U E N i 2£
deeze niet gevonden te zyn , welke wy in
ons Land menigvuldig hebben ; immers niet
volkomen eveneens. Ook vind ik nergens,
zelfs niet by L i n n j e u s , gewag gemaakt,
van dien Groenen o f Groenagtigen , welken
R o e s e l op Tab. II. afbeeldt, zynde aan
den rand ook eenigermaate geel geftreept, en
nagenoeg even groot als deeze. Die groene
hebben wy ook in ons Land. Z y verfchillen
van de bruine o f zwartagtige meelt, doordieh
het L y f van vooren en van agteren wat fpitfer
en van onderen geelsgtig , niet gemarmerd is
met zwarte Streepjes. Het Beeft, daar zy van
komen, heeft aan de Staart ook geen dubbelde
maar een enkele Punt, en is langer, zynde
van Kleur bruinagtig geel over ’ t geheeleLyf,
met een breede geele Streep langs de Rug.
Ook heeft deeze Soort de Zwempooten veel
breeder gehaaird , en fchynt dus meer tot
zwemmen gefchikt te zyn. De Kufientjes aan
de Voorpooten hebben in de Mannetjes eveneens
als in de voorige plaats, en zyn met twee
fcherpe Spitfen , in ’t buigen of L id , voorzien;
doch het Wy fje is niet gerand, gelyk in de
andere geel gerande.
(6 ) Water/Tor die bruin i s , met de Dek•
febilden overdwars zeer fyn geftreept.
In
(6) Dytiscus fuscus, Elytris tisnsverfe fubtiliffime ftii-
atis. oyft't Nat. X.
V.
A fd e eu
XIX.
Hoofdstuk.
vt.
Striatus.
Geftreepte.
I, De el . X. Stuk.