V.
A fd eel ,
XIX.
H oofdstu
k ,
ll.
Caraboidts.
Kleine
zwarte.
komc,die in ’c eerft blank is,en reeds de mee«
fte Ledemaaten, Sprieten, Booten, Vleugelen
van de Tor vertoont.
CO Water - Tor met de Sprieten overdwars
gebladerd, bet L y f glad; wet eenige krom ■
me Streepen.
De Kleine zwarte noemen wy dcezen, in
tegenftelling van den voorgaanden. Hy is nog
niet half zo lang, en weinig langer dan een
half Duim. Zyn Geftake zweemt veel meer
naar die der Torren ; weshalve L i n n a d s 'er
den Bynaara van Caraboides, dat is Aard - Tor-
agtig, aangeeft: want hy is van agteren zofpits
niet en loopt naar de Rug toe ronder. Dit
deedt R oes e l hem beichryven onder den
naam van de Zwarte W a te r -T o r , van mid-
delbaare grootte, met eene rond verhevene
Oppervlakte. G e o f f r o y onderfebeidt hem
van den voorgaanden, doordien de Dekfchilden
niet gegroefd, maar metStippen op ryën geplaatft,
en aan den rand onregelmaatig yerfpreid, bezet
zyn. Dit is naauwlyks met het blooteOog
te zien. Ook heeft deeze, zegt h y , geen zq
lange punt aan het Borftftuk, en de Sprieten ,
zo wel als de Proevertjes, die in de groote
Wa-
( i ) Dytiscus Antennis perfoliatis, Corppre glabro ftrü*
aliquot recurvis, Syjï. Nat. X. Dytifcus Antennis perfoliati*
nigris, Elytris lxvibus. Faun, Sutt, s6i. K o s t , Aq. i, x.
f . f. i. i .
Water-Tor bruin waren, zyn in deeze zwart v *
--„ A A fdeei C > xix.
W y hebben, in ons Land , ook deeze Soort Hoofdvan
Water. Torren , die tot zwemmen niet slüK'
zo bekwaam, en daar in ook zo vlug niet zyn
als de groote; doch het Masker, waar zy uit
voortkomen, heeft, in tegendeel, daar toe ,
veel grooter gefchiktheid , dan het Masker van
dezelven, als zynde op ieder zyd e , byna aan
alle Ringen van het Lyf , voorzien met Vederag-
tigeVinnen, dievry veel uitfteeken. In ’t eerft
is deeze Worm donkerbruin, doch wordt op
’ t laatft zeer bleek van Kleur, met den Kop
geel. Zyne langte is niet veel meer dan één
Duim. De Verandering verfchilt weinig van
die van den eerftgemelden.
(3 ) W a te r -T o r met de Sprieten overdwars m,
gebladerd, de Dekfchilden gefireept met
Iruinagtige randen, de Pooten bruin.
Deeze Soort, die klein is , heeft de Heer
de G eer in Sweedcn waargenomen. Om.
ftreeks Parys vondt men, behalven een digc
geftippeld zwart Water-Torretje , van maar
een zesde Duims, en een vaal, van die zelfde
Hydrophilus nigcr, Elytromm punftis per ftrias digefti«,
Antenni» nigris. Hiß. da* Ins. tnv. Paris. Tom. I, p.
J*3.
(3) Dytiscus Antennis perfoliatis, Elytris ftriatis margin*
lividis, Pedibus fuscis. Faun, Suec. s i} .
I. Die l . X. Stuk. B <j