V.
A fdeel
XXV UI
H oofdstuk.
x ii.
Criftatus.
Gekamde,
van hunne menigte o f fterke vermenigvuldiging
afkomltig. Het blykt, evenwel, dat ’er ook
andere naamen aan gegeven zyn, en fommi-
gen houden die drie woorden , welken onze
Dorcfche overzetting onvertaald gelaten heeft
( * ) , inaar voor byzöndere benaamingeri
van Springhaanen. Buitendien willen eenigen,
dat zy Cbajïl geheeten werden, wegens de
vernieling die zy aanregten; Gob om dat zy uit
de Aarde voortkomen; ook Gozam, enz. Het
is zeker dat de Arabieren hun Gidzand genoemd
hebben: welke naam van een Werkwoord af-
komftig is , dat fnyden of afknaagen betekent.
In ’t Griekfch was het woord algemeen;
zo wel als in ’ t Latyn Locujla, DeEuropifche
naamen; in ’t Italiaanfch Cavalletta o f Saltarella,
in ’tSpaanfch Langojla, in ’t Engelfch Locuft, in
’t Franfch Sauterelle en in ’t Hoogduitfch Heufcb-
recken> zyn, zo wel als de onze, van het La*
tynfche, o f , van hun fpringen, af te leiden,
’t Schynt dat menze, in Duitfchland , ook wel
Grafepferde dat is Gras-Paarden, noemt ( f ) .
(41) Springhaan die hei BorJIJluk gekamd heeft,
drievoudig ingefneeden.
De
(*) Levit. XI. V. 22. Zie ’t IX. Stuk. van deeze Nat.
Hijlorie. bl. T3 6, 137.
f f ) A S . Stokh. VIII. D. bl. 63, in ’t Hoogduitfch; al"
waarL in n ®'ujs van den Weftindifchen Lantaarndraager zegt;
ift stoffer aï£ u ite re grnfjle agrafe«
jtferbe.
(+1) Gryllus Löcufta, Thorace crillato; fegmento triplicl.
De vier- o f vyf- dubbele Kam, welke deeze
Soort in de Nek heeft, geeft ’er den bynaam
aan. Het Infekt is zeer bekend , onder den
naam van Egyptifche o f Arabifche Springhaa-
nen, en wordt gehouden voor algemeen over
den geheelen Aardkloot. Dat Weftindifche,
immers, ’t welk zig bevondt in de Verzameling
vanlnfekten, de Grilliaanfche getyteld, van Suriname
gebragt zynde, kwam overeen met die
Springhaanen, welke, in fommige Jaaren, uit
de Oofterfche Landen in PooleD en andere dee-
len van Europa overvliegen, en aldaar zulke
verwoeftingen aanregten , o f liever met die9
welke by tyd en wylen uit Barbarie in Span*
je komen.
F r i s c i i geeft een fraai je ongekleurde, en
R o e s e l een heerlyke gekleurde Afbeelding
van deeze Springhaanen; waar uit blykt, dat
dezelven , zeer fchoon, met een roode, groene
en geele Kleur, getekend zyn. De laatftge-
melde maakt het L y f en de Pooten hoog Kar*
myn rood, de Borft Oranjekleur, de onder-
fte Vleugelen groen, de bovenfte groen en
geel gemengeld. Volgens F r i s c h zouden
de onderfte 'Heugden rood zyn , hoedam'gen
ik gezien heb. Het gemelde Surinaamfche
was
M. L .Ü. Syfl. Nat. X. Gtyllus crifti Thoracis quadrifid.i, A>
mom. Ac ad. I. p, ju T. zy. f. +. Gryllus ex Mgypto. O-
Lear. Mus. T. 17. f. $. Frisch. Inf. IX. T. i. Roes.
Inf.ll. Gryll. T. j . Gryllus Arabicus. HASSELQj Ittr, -j.13,
V.
A fdeel.
XXVIII.
Hoofdstuk.