V.
A fdrel.
xx viii.
H oofd*
stu k .
LIIT.
Flavus. Geele,
LTV.
A frica rius.
Sircedfche.
maate gekield, de Wieken zwart, naar
’t Ly f toe rood en aan de tippen wit
beeft,
Deeze Afrikaanfche Springhaan hevondt zig
in het Kabinet van de Koningin van Sweeden,
(5 3 ) Springhaan, die het BorJIJtuk eeniger-
maate gekield, de Wieken geel beeft met
zwart gebandeerd,
De Kleur maakt de onderfcheiding van deeze
Soort, ook uit Afrika afkomftig, die men
by P e t i v e r afgebeeld vindt.
(54) Springhaan , die bet BorJIJluk gekruifi
beeft, de Sprieten van langt e als bet Lyf.
Deeze en alle de volgende zyn Europifche
Infekten. Men kan denzelven, met meer reden
de Sweedfche noemen, dan Veld-Springhaan,
gelyk de Latynfche bynaam luidt, die op vee-
le Soorten toepaflelyk is: want ik vind hem
nergens, dan onder de Sweedfche Dieren,
aangetekend.
Hy onthoudt z ig , zegt L iN N -® u s ,'in de
Velden van Oeland, inzonderheid omftreeks
Borgholm, zeer overvloedig in de maand July,
ver-
(s 3) Gryllus Locufta , Thorace fubcarinato, Alis disco
flavo fascia nigra. M. L.U. Syft. Nat, X. Pe t . Gaz. VI. T.
3. f. 6.
fa*) Gryllus Locufta, Thorace cmcigero^ Antemiis longi-
tudine Gorporis, Fmtt, Sm. 61%. h , Oei. 157,
verfpreidende z ig , even als ’t Stof der W e gen
voor de Voeten van een Wandelaar. Zyn
Ed. telt hem onder de kleinften van dit Ge-
flagt, hebbende het L y f meer uit den geelen
dan groenagtig, waar door hy van de volgende
verfchilt. De Dekfchilden zyn bleek, met wit
doorweven , daar eenig zwart tuffchen door
ijbhynt: het Borftftuk is van boven bleek, met
een zwarte Vlak op ieder zyd e ; de Dyën zyn
bleek met een langwerpig zwartagtig Bandeer-
ze l: het Agterlyf van boven bleek, aan de
zyden bruin, van onderen geelagtig groen.
(5 5) Springhaan, die bet 'Borflfluk gekruifi
beeft, bet Ly f van boven groen, den rand
der Dekfchilden witagtig.
Men zou deezen het kleine groentje kunnen
noemen; want’h e tis , onder de Sweedfche, een
der allerkleinften, zo wel als de voorgaande
Soort. By Burfwiken, aap de Z e e , was het
zo overvloedig , dat het zig als Zandkoorn
voor de Voeten verfpreidde. By ons zyn de
kleine groene Springhaantjes, in de Graslanden
, zeer gemeen. Ik heb ’er van deeze Soort,
een vierde Duims lang, nog deezen Herfft gevangen.
(5<5)
fa 5) Gryllus Locufta , Thorace crudato , Corpore fupra
viridi, Elyttormu margine albido. Faun. Stuc. 626. Gryllus
Capite, Thorace Elytrisque luperne viridibus. Jt. IVeftgtth.
2.76.
X. De el . X. Stuk. P $
V.
A fdeel.
XXVIII.
Hoofd.
stuk.
LV.
Virïdulus.
Groenagtige»,