V. Men ontmoet hem, zegt h y , op vogtige plaat-
* “ -.fcn, onder Steenen en Vuilnishoopen van rot-
H oofd. tende Plantgewaflen. In Sweeden komt hy ook
stu k . voor, en men vindt ’er die zo wel de ribbetjes
, als de groefjes, GoudglaDzig hebben,
deswegen de Vergulde genaamd (*). Tuflchen
deezen en den eerltgemelden ontdekte Dr.
S co po l i , in Karniolie, als een middelfoort,
die van onderen het L y f , zo wel als de Sprieten
en Pooten, zwart, o f paarfchagtig bruin
hadt. De Kop en ’ t Borftftuk zyn , in deeze
Aard -Torren, groenagtig. Ik heb ’er byna geheel
groen, en zonder Bronskleur, zelfs op
de Dekfchilden; van grootte als die van onze
Afbeelding.
v ( 5) Aard-Tor die ongevleugeld is , met diep
gevoorde Dekfohilden, en drie ry'ën van
gebronjlè Putjes.
pi Lxxvii. Deeze Soort van Aard-Torren, by ons in de
**• Tuinen zeer gemeen, fchynt in Vrankryk en
Italië, ja zelfs in Sweeden, niet voor te komen.
Ik geloof dat de Heef G ronov i üs
»er den voorgaanden , dien wy niet hebben ,
voor genomen heeft ( f ) . W y noemen hem
de Goudfmid, die fomtyds groenagtig, fom-
tyds zwartagtig bruin is o f byna geheel zwart,
uit.
(*) Carabus Auratus. Faun.Suec. Ed. II. p. 119. N. 786.
(s) Carabus apt-erus, Elytris porcatis, punftis sraeis exca*
,atis tiiplici ferie. Syft. Nat. X.
( t l A 3 . Ntivctiia. VOL, V. p. 127. N. 24*.
uitgenomen de drie ryën der gedagte Putjes,
welker holte altoos Bronskleurig is, tuflchen
de vier Ribben, waar mede de Dekfchilden
overlangs bezet zyn. De geftalte en grootte
is uit de Afbeelding (Fig. 12.) blykbaar.
(6) Aard-Tor die gevleugeld i s , hebbende de
Dekfchilden bruin met een gebronfien rand,
het Borfiftuk paarfchagtig.
Geen andere fchynt het te zyn dan deeze,
dien wy de Koperfmid noemen van wegen de
Koperige kleur der Dekfchilden , en daar de
Heer G e o f f r o y gewag van maakt onder
den naam van Buprefie azuré; hoewel die tytel
weinig overeenkom!! met den Latynfchen heeft
(* ) . De Dekfchilden, naamelyk, vertoonen
zig in de onzen als zeer digt en fyn geftreept;
terwyl door \ Vergrootglas zig niet dan een
menigte van fyne Putjes openbaaren, waar on-
der eenige grootere, zeer enkeld op ryën ge-
plaatft , uitmunten. Deeze Tor is een der
grootflen van ons Land , als ongevaar een
Duim lang zynde, en van agteren vry breed.
Hy heeft het Borftfchild zwartagtig, en dat,
zo wel als de Dekfchilden, is Bronskleurig
ge-
(6) Carabus alatus , Elytris laiviusculis nigris margine Au-
reo, Thorace lubviolaceo. Faun. Suec. jiS . Scarabsus ter-
reftris nigricans. Frisch. Inf. XIII. T. 2j. 5carab*usmajor
, Corpore oblongo, e purpura nigricans. R A J. /*ƒ. 9*. n. i .
(* ) Bupreftis totus nigro-violaceus , Elytris denfe ftriatis.
Hiß. dit Inf. env. Paris. Tom. 1. p. 144.
I. DEKL, x. Stuk.
A fdeel»
XX.
Hoofdstuk.
VI.
Fïolaceus.
Koperfmid.