V.
A fdeel.
XXX.
H oofd*
Tuk .
Lantaarndrager.
De Coucou-
you van
Peru.
als een Vlam uit voort, d ie t’elkens, wanneer
’er een ander Infekt uit vloog, zig met een
nieuwen Glans verhief; tot dat z y , eindelyk,
van haare fchrik bedaard, de Infekten weder
by elkander deedt verzamelen.
Onze Aqtheur betrekt , tot deeze Soort den
Peruviaanfchen Cucnjus o f Coucouyou, een Infekt
van byftere grootte, daar de Indiaaoen binnens.
huis tot een Lamp o f Kaars, en buitenshuis
tot een Lantaarn gebruik vaq maakten, inzon*
derheid op de Jagt van Konyntjes o f dergelyke
Dieren ( * ) . Deeze Infekten zelf willende
vangen ging de Jaager , volgens N ié r e m -
b e r g , tegen ’t aanbreeken van den D a g , met
een brandend ituk Houts ten huize uit, en riep,
hetzelve in ’c ronde draaijende , verfcheide
maaien Coucouyou, waar op de Infekten, door
’t Licht aangelokt, hem naderden en zig lieten
vangen. Men lietze, vervolgens, in de Huizen
loopen, alwaar de Muggen door hun ververnield
werden: doch daar uit zou fchynen te
blyken , dat het onze Lantaarndraagers niet
kunnen zyn, die geen Nypers o f Bek, maar
alleenlyk een Zuiger hebben, onder aan het
L y f.
(2) Lan.
(*) Dit zelfde gauïgt L inn/Eus van de Weftindifche Lan_
taarndraagers, zeggende: de Inwooners binden zig deeze Iti-
jfekten aan dc Voeten of Schoenen, aan den Hoed of andere
Deelen, wanneer zy by Nagt in de BofTchen moeten gaan.
kunnende dus den Weg vinden, even. als met behulp van. een
Fakkel öf Kaars? St'ökb. Vcrh. van 174S.
(2) Lantaarndraager met een Elswyze , op. v *
waards gehemde Tromp, Voor aan den x } ö c ‘
Kop: de Dekfchilden groen rfiet bleek geel Hoofd.
gejlippeld; de Wieken geel, aan de tip* STÜK*
pen zwart.’ ' Canéuri^
Chineefchs,
Deeze foort is, by R o e s e l , ook zeer fraai
nfgebeeld, en vertoont de Dekfchilden, gelyk
wy ze hebben, donker o f Grasgroen, Néts-
wyze met bleek groene ftreepjes doorweeven,
en getekend met hoog-geele Vlakken, die hier
en daar famenloopen o f in elkander vloeijen»
en allen Witagtig zyn gezoomd.' O f dit Infekt
, leevende, insgelyks Licht geeve , bepaalt
hy niet, en zulks is ook niet blykbaau
uit het Vertoog, dat L i n n a ïü s daar van ge*
geven heeft in de Stokholmfche Verhandelin*
gen , alwaar zyn Ed., na eenige vooraf-
fpraak aangaande de Lichtgeevende ftoffen in
alle de Ryken der Natuur, en wégens den Su-
rinaamfchen, zo even befchreeven* aldus fpreekt.
Hét Chineefche Lichtende Infekt, onlangs
door den Heer Geheimen Raad R a b e n aan
de Akademie gezonden, behoort tot het Ge-
flagt der Cicaden, zo wel als de Surinaamfche
Lantaarndraager. Het heeft den Borft zee?
k ort,
(2) Cicada fronte roftrati fubulata adfcendente , Elytri
yiridibus luteo-pun&atis, Alis flavis, apice nigris. Aft. S toe kb,
3746. p. 65. T ï . f j .6, E dw . Av, x 120, R o e s . Inf-
IE Gryll. I89. T 30.»
I DEEL. X. STUK.