V. dac de Ge waflcn, die ’er veel mede bezet zyn , aan
XXXV?* ’c kw^nen raaken en fterveo. Dat zulks door
Hoofd.’ de veelheid vaa Sap, welke deeze Infektea uit
stuk. de Boomen zuigen , veroorzaakt worde, is ,
volgens, R e a u m ü r , waarfchynlyk en w e l,
doordien zy een grooter Ipilling van ’t Voedend
Vogt in de Boomen veroorzaaken, dan z y tot
hun onderhoud behoeven. Zulks was hem ge-
bleeken uit Waarneemingen, in de laatfte helft
van de Mey-maand, Op zekeren morgen verwonderde
het hem, den Grond, onder de Takken
van Perfikboomen aan een Heining, die
zeer bezet waren met deeze Luizen, geheel
Vogtig te vinden, even o f de Aarde begooten
ware. Hy befloot, dat zulks moeft veroorzaakt
zyn door de uitftortiDg van het Sap der Boo-
men: dewyl niet alleen de Grond onder andere
Perfikboomen, en onder de zuivere Takken,
droog, maar ook de gedagte Takken, z e lf,
nat waren, zodanig, dat zy de Latten bevog-
tigd hadden. Dat meer is, met zyn Vinger
ftrykende over den Boom, bevondt hy dit Vogt
en zelfs de vogtige Aarde, die van hem insge-,
lyks geproefd werdt, Suikerzoet.
Om de Luizen der Oranjeboomen te verdry-
ven, en te maaken, dat zy hunne Kleur we-
derkrygen, moet men die o f te deeg wryven
met eeD Boendertje, in fterken Azyn gedoopt
o f den top des Booms, van tyd tot tyd, be-
fproeijer. met Water dat geftaan heeft op Hy-
fop, Wynruie, Salie, Lavendel, Tbym en
Ros-
6 É S d H I L D E Ü I Z E N . 4 é l
Rosmaryn,in een Vat onder elkander gemengd'*). V.
Mooglyk was het Aftrekzel van Tabaks-Stee* XXXVI-
jen daar toe ruim zo bekwaam. Hoofd».
De Schuitswyze Gall- Infekten van de Perfi. STUK*
ken, Abrikoozen, Vygeboomen , en die van
den Wyngaard, gelyken dcrmaate naar die der
Oranjeboomen, en naar elkanderen, dat de
Heer R e a itm u r twyfelde, o f het niet één
zelfde Soort was van Infekten: het welk, zo
hy aanmerkt, door zeer gemakkelyke Proef-
neemingen zou te onderzoeken zyn, W y gee-
ven ’er hier de Afbeelding van (Pi» LX X X IIL
Fig- «O; zynde a het Diertje zo als het paster
Wereld gekomen is ; b hetzelve in Volwaflen-
heid , en wanneer het zig heeft vaftgezet, van
boven gezien J c het Mannetje van natuurlyke
grootte; d hetzelve vergroot en van onderen
befchouwd zynde.
(a) Schildluis van de Uitbeemfcbe GevoaJJen.
, _ _. derBtocy.
Op de altyd groene Boomen, die uit Ooltin- Katten,
die zyn overgebragt, gelykde Japanfche Roos
en andereD, komt een Infekt voor, dat kleiner
js dan het voorgaande, maar naar hetzelve zeer
gelykt. Het Wyfje , naamelyk , wordt een
rond- en platagtige D o p , die donker Paarfch
is, met een rond, rood Knopje, dat indezel-
ven, als zy oud worden, open gaat; op *t
midden, maakende den top uit. Het Mannetje
»
(* ) La nouvelle Maifon rujlique. Tom. II. p , 311.
(2) Coccus Indarum atbonjiH, Sy/l, Nat, X»
I. Deel. x, Stu k .