V.
A fdeel.
XXXVJ.
Hoofdstuk.
T T-jfha
Phalaris, maar Phalaris maakt by hem een Ge-
flagc, waar in, voor eerft, het Kanary-Zaad,
dat van ouds dien naam voert; en vervolgens
eenige foorten van Gras, die daar mede in de
deelen der Vrugtmaaking overeenkomen, be-
greepen zyn. Die Soort, aan welks Wortelen
dit Grein zig bevindt, is, volgens' hem, het Kanary
Zaad (*)♦ O f het, in Vrankryk, aan een
foort van Gras, tot de Phalaris behoorende,
gevonden z y , weet ik niet; noch ook o f het
een zelfde Diertje z y , als dat Luisje, waar
van de Hoogleeraar P. C a m p e r fchryft, dat
het zig onthoudt aan Gras, welkers Zaad, even
als de Plompen , op den Halm flaat ( f ) . De
Latynfche benaaming, welke zyn Ed. ’er by
voegt, doet my begrypen, dat dit een Soort van
Gras is , welks Aairen naar die van de Lifch-dod-
den f gelyken, doch final zyn (.[). Die Soorten
van Gras heeten Vojje-Staartjes in ’t Neer-
duitfch en men vindtze zeer dikwils op drooge
Weiden , meelt in Zandgronden , gelyk de
Heer C o m m e l i n zeer wel aangetekend
he^ft. Ook betrekt L innasus dezelven tot
het Geflagt van Alopeourus, onderfcheidende
haar van die Soorten, welken naar het Kanary-
Zaad gelyken.
De
(*) Habitat ad radices Phalaridis Canarienfis. Faun, Sutc.
Ed. II.
( t ) Zie het IV. STUK over de Nieuwe wyze van Landouwen
, aan het End..
CD Gramen Typhoides Spica anguftiore. C. B, Pin,
De Heer C am p e r heeft in de Geftalte van V.
dit Gras, naar den Grond, eenig verfchil gevon- ™ xvjU
den,door hetzelve te zaaijenin den Akademie* Hoofd-
T ui'd te Groningen; als zynde de Aairen dufc stuk*
veel grooter geweefc, dan die in Vriesland in
’t wilde groeijen: dat niet te verwonderen is.
Het Infekt, ’t welk zyn Ed. zeer omftandig
befchryft > (om aan te toonen} dat ’er de Bot-
je s ijf Leverwormen van het Wolvee niet uit
voortkomen; gelyk de Boeren in de Beverwyk
zig verbeeld hadden;) viervleügelig zynde,
fchynt bovendien, door de manier van de Bid*
den famen te trekken , en door zyn fpringen,
veeleer te behooren tor het voorgaande Geflagt.
Die evenwel, welke daar van de Eerfte Soort
uitmaakt, onthieldt zig op een andere Soort
Van Gras-
Doktor P a l l a s heeft my verzekerd, dat
de Goudglanzige Greintjes , welke fommige
Liefhebbers het Zaad van Hoorentjes en Schulpen
noemen, en onder het Speculatie.Goed
plaatzen, de Cocci Phalaridis zyn. Ik geef derhalve
van eenige derzelven, om en by de Wortelen
van het Gras-Plantje in Fig. 5 , de A f-
bedding;
(16) Schildluis van de Haagedoorn. xvr.
Oxyaean• i
Dat Gewas, het welke hier te Lande dik- van de Ha?.*
(1«) Coccus Cratsgi Öxyacantha:. RëAUM. In/. IV. T. 6,
f. Il-IZ.
I. Deel. x. Stok. I i 2