A f d e e l *
XXI
Ho o fd . X X I . H O O F D S T U K .
STUK.
Befcbryvifig van 't Geflagt der M e e l - T orr
e n s tot bet welke, wegens de overeenkoniji
van Gejlalte, verfcbeide Aard* of Kelder-Tor*
ren zyn t'buis gebragt*
n de eigentlyke betekenis neemt men ’t La-
tynfche Woord, Tenebrio, voor iemand die
het Licht fchuuwt en zig over dag verholen
hoiidc. Dit kan op veele Infekten toegepaft
worden; doch L i n n ^eüs gebruikt dat Woord
tot een Geflagtnaatn voor deeze, die , niet
minder dan de Aard-Torren, de Duiftcrnis
fchynen te beminnen. Eenigen onthouden zig
in de Huizen en in ’t byzonder in de Kelders,
en dus op donkere vogtige plaatfen, doch niet
allen, en dus is de benaaming van Kelder-Tor-
ren zo min algemeen als die van M e e l -
T o r r e n ; welke ik egter, om dat de eerfte
Soort dien Naam voert, en dat de Wormen
van verfcheide Soorten, volgens onzen Au-
theur C*), in het Meel en andere Spyzen
leeven , daar aan geef. S u l z e r noemtze,
wegens haar verflindende aart, nog oneigener,
Haus-Scbaben, dat is Huismotten.
Naamsreden.
I
Kenmerken. Met veele andere Torren en Torretjes komen
(*) Tenebrionis Larvas vivunt in fSffbcatis locis et quisqui*
lüs, Flures in Farina aliisque Cibariis. Syfi.Nat. X, p, 4.17,