V. „ tot dat wy die plaats gepafleerd waren. O-
XXVl'n'. ,J veral» waar deeze Springhaanen zig gingen
H o o f d - , , nederzetten , werdt door hun een fchrikke-
stuk. lyke verwqpffcing gemaakt : want zy knaag-
,, den het Kruid tot aan den Wortel a f; zo
„ dat men, in plaats van die fchooneGroente,
,, waar mede het Land bedekt was ge weeft,
„ aldaar niets zag dan een dorren , droqgen,
, , Zandigen grond. Nooit zou men gelooven
„ dat een zo klein Dier de Zee kon overko-
„ men, indien de Ondervinding decze arme
„ Volkeren niet daar van overtuigd had: want,
„ na een kleinen arm van de Zwarte Z e e ,
„ komende van de Eilanden o f nabuurige Lan-
„ den, te zyn overgeftoken, gaan deeze In-
„ fekten nog groote Landfchappen door, al*
„ waar zy alles verwoeften wat hun voorkomt,
„ in zo verre ze lfs, dat de Deuren der Hui-
„ zen door hun beknabbeld worden ” .
Uit deeze deelen van den Aardkloot, komen
in Duitfchland fomtyds die fchoolen van
Springhaanen , welke men Overvliegers o f
Trek-Sprioghaanen noemt, daar wy ftraks van
zullen fpreeken.
XLU.
Jtforbiliofxs*
Muelvlak-
Idge.
(42) Springhaan die het Borjlfluk vierkant en
Wrattig beeft, de Dekfchilden Wrattig,
de Wieken rts.
Het
(*) Gryllus Locufta Thorace quadrato Verrucofb, Elytris,
Verrucofis, Alis rüfis. M. L. U, Syft, Nat. X, R o e s , hipt
II. Gryll. T 11. f. 6.
Het fchynt dat L i n N.i£Ets deezen, uit het V.
Kabinet van haare Koninglyk Sweedfche Majes-
te it, naaft geoordeeld heeft overeen te komen Hoofd-
met dien van R o e s e l , waar van de Afbeel- STÜK‘
ding door hem aangehaald wordt. De zelve,
evenwel , verfchilt, volgens de opgegcvene
Kenmerken, grootelyks van dien, welkenRoe-
s e l noemt, een zeer fchoone grpote Springhaan,
die het Borftftuk met roode Knopjes
bezet eD groen gevlakte Vleugelen voert. De
roode Kleur zal ’er, waarfchynlyk,.den Bynaam
aan geven vaD Mazelvlakkige, dat egter met
deeze Wratten o f Knopjes weinig ftrookt.
Dit geeft my aanleiding, om, niettegen- pj, LXXX.
ftaande het verfchil van Kleur, hier t’huis te F’s'
brengen een zeldzaamen Springhaan, van de
Kaap afkomftig , die het L y f grootendeels
zwart, de Pooten met roode Streepen, en het
Borftftuk met roode en geele Pukkeltjes zodanig
bezet heeft, dat men hem, met grooter
re g t, de Pokkige zou kunnen noemen. Onze
Afbeelding is naar een dergelyk Voorwerp,
waar aan egter de Dekfchilden fchynen te orit-
breeken, gemaakt.
(43) Springhaan, die het Borjlfluk omtrent vier- xiiir.
kant, getand en Wratagtig heeft, de D e k - ff^ ff^
fcbilden met Eeltige Pukkeltjes gejlippeld.
Dee-
(4 3 ) Gryllus L o cu fta , Thorace fubquadrato dentato Vcrru»
co fo , Elytris pun&is callofis. M, L , U. Syjt, Nat. X.
I Deel. X. Stuk,