V. . (4 1 ) Wants die ovaal is en zwart, overal wit.
XXXLlï gerand, en,met ten witte Stip op de Dek-
H oofd» fcbildcn.
STUK.
x l i . Deeze komt op veelerley plaatfen voor, en
Tweepukkê"ïiceft de Geftalte van de voorgaande, doch is,
kleiner, geheel zwart, met een zeer klein w it
Stipje op ieder Dekfchild , enden rand, zowel
van ’c Borftftuk alt van de Dekfchilden, wit.
xLii. (42) Wants die ovaal is en zwart, met de
Tw’eekku- Dekfchilden wit en zwart bont, de Wie*
fl2e- ken wit.
De e ze j zo wel als die der Moeskruiden,
tékent de Heer G r o n o v i ü s aan onder de
Infekten van ons Land ( * ) . Doktor S c o p o -
l i heeft de tweeftippige en tweekleurige
Wantfen, beiden, in Karniolie waargenomen.
Omftreeks Parys vondt men ook deeze laatfte ,
die van G e o F F r o t getyteld wordt, de Zwarte
Wants met vier witte Vlakken. Dé grootte is
nagenoeg als der voorgaande twee, naamelyk
ongevaar een vierde Duims, gelyk ik ook de
mynen, door afmeeting, van die langte bevind
( 4 1 ) C im e x o v a tu s n i g e r , m a r g ih e u n d iq u c a l b o , E ly t r is
p u n t t o a lb o . Syjl. Nat. X .
(4a) Cimex ovatus niger, Elytris nigro alboque variis, Aüs
albis. Faun. Succ. *ss- Cimex niger albo maculatus. P e t .
Gaz. T. 14. f. 7. Cimex niger maculis candidis. LIST.
/of*. 396. Cimex fylveftris parvus, Corpoie rotuncUoie« R A j ,
Inf, J4. n. J.
{*) AS. titlv, V O L . V. p. 13 2.
vind te zyn. R a y hadtze de kleine, met het
Lighaam rondagtiger, getytcld.
(43) Wants dierondagtig ovaal is, zwart en
rood bont, met den Kop en de Wieken
zwart.
Deeze, die men voornaamelyk in de Zuide-
Jyke dèelen van Sweeden vindt, wordt van
L i n n & ü s geteld onder de breedfte en grooc-
fte Wantfen. Z y heeft den Kop, en ’t Borft-
fruk van agceren, rood, met twee Vorkswyze
Vlakken , die aan den Kop gehecht zyn. Het
Schildje is zwart, met een langwerpige Vlak,
gaapende naar het Borftftuk toe , van agteren
geknopt. De Dekfchilden zyn rood met twee
zwarte Stippen, waar van de eene geplaatft is
binnen de punt, de andere midden in de buitenrand
: terwyl een zwarte V la k , die langwerpig
is , zig nevens den binnenrand uitbreidt,
euflehen de twee gemelde Stippen. De Wieken
en Pooten zyn zwart, en de rand van het
Agterlyf, aan ’t end, is rood en zwart bont.
G e o f f r o y noemt deeze de rooie Wants
van de Kooi, geevendè ’er de langte aan van
ruim een derde , en de breedte van een vierde
Duims. Men vindtze, zegt h y , zeer gemeen
op de Kool, en dergelyke Planten met Kruis-
wyze Bloemen , omftreeks Parys. Z y legt
haa-
(43) Cimex ratundato-ovatus, nigro rubroque vaiius, <3*-
pit? Aiisque nigris. Faun. Sues. 661.
I. deel, X. Stuk Z 2
V.
AFDEEt.
XXXIII. '
Hoofdstu
k .
xLiir.
Ornatus.
Sicriykc,