
dam (i) bezocht, het merkwaardigste in die verschillende plaatsen in oogenschouw nam, en
vervolgens, met betuiging van groote tevredenheid over zijn uitstapje, over Utrecht, Staatsch-
Brabant en Limburg, weder naar de Oostenrijksche Nederianden terug keerde.
Het kan niemand bevreemden, dat in een tijdgewricht, zoo hachelijk voor ons vaderland,
de reis des Keizers stof gaf tot allerlei gissingen, zoo elkander geheimzinnig in ’t oor gefluis-
terd als in openbare nieuwsbladen of vlugschriften opgeworpen, aangaande het doel waarmede
die was ondernomen (3). De zoodanigen, die gewoon waren de zaken van de zwartste zijde
( 1 ) In de Oostenrijksche Nederianden werden twee gedenkpenningen geslagen op het verhlijf des Keizers daar tc lande. De
een van achtkanten v orm, heeft op de
Voorsjde. De borstheelden van den Landvoogd en de Landvoogdes, tegenover elkander geplaatst, met het omschrift :
M A R .( ia) C H R I S T.(in a ) A U S T .( riab) A L B .(krtus) C A S .( imir) S A X .(oniae) D U X B E L G .( i i ) P R A E F .( bcti)
MARIA K R IST IN A (Aartshertogin) VAN QOSTENRIJK (en) A L B E R T KASIMIER HERTOG VAN
SA K SEN , LAN D VOOGDEN VAN BE LGIË .
Keerzijde. J O S E P H Ï I I
O P T IM I P R I N C I P I S
IN B E L G IC A M
A D V E N T U S .
M D C C L X X X I .
OP D E KOMST IN B E LGIË VAN JO ZE F I I , D E N B E STEN D E R VORSTEN. 1781.
De andere is rond en heeft op de
Voorzijde. Het borstbeeld van den Keizer, rechts gewend-
Om den rand J O S E P H U S I I A U G U S T U S .
KE IZER JOSEF D E TWEEDE.
Keerzijde. De Belgische Maagd, met den Mercurius-staf en den hoorn des overvloeds (wellicht een zinspeling op den bloei
van Oostende enz.) in de banden.
O radenrand : B E L G I I F E L I C I T A S .
H E T H E IL VAN BE LGIË .
In de afsnede: A D V E N T U S A U G U -S T I .
M D C C L X X X I .
'S K E IZERS AANKOMST 1781.
Vergelijk Messager des Sciences e t des A r ts de la Belgique, Gand, 1 8 8 6 , p. 3 1 0 , n°. 18.
Merkwaardiger dan de beide v o rige, en tot een staaltje dienende van de verwachtingen, welke men aangaande den Vorst-
wijsgeer, Jozef I I , in de Nederianden koesterde , is een derde penning, omtrent dienzelfden tijd , met een, Nederduitsche ver-
k la rin g , versehenen, waarvan wij de beschrijving hier laten volgen :
Voorzijde. Borstbeeld.
Omschrift: J O S E P H U S I I ROM.(anorum) IM P .( erator) S E M P .(b r) A U G .(ostds)
JOZEF I I , ROOMSCH K E IZ E R , AL TIJD VERMEERDERAAR D E S RIJKS.
Onder het borstbeeld is in het bijzonder uitgedrukt de naam der D eu gd, die de stempelsnijder door dezen gedenkpenning
wilde verheeriijken, T O L E R A N T IA IM P E R A N T I S — 'SV O R S T B N VERDRAAGZAAMHEID.
Keerzijde. In geestelijk gewaad d rie herders van de drie in Duitschland getolereerde religiepartijen, namelijk, in het midden
een Roomsche, met een kelk in de linkerhand ; ter rechterzijde een Luthersche en ter linker een Gereformeerde, met bijbels
onder den arm. Alle drie wijzen eerbiedig op den arend met de keizerlijke eereteekenen versierd en door den naam van Jehova
bestraald, die boven hunne hoofden zweeft.
Omschrift: S U B A L I S S U I S P R O T E G IT O M N E S .
H U BESCHERMT Z E A L L E N ONDE R ZIJNE VLEVGELEN.
Op den achtergrond vertoont zieh een invallend klooster.
In de randsnede leest men nog : E C C E A M I C I IN D E O
2 1 E DEZE Z IJN VR IENDEN IN GOD.
( 3 ) Zie over dit verhlijf : Précis du voyage de F Empereur Joseph I I en Hollande ; Contenant des Anecdotes inconnues e t
des Tra its intéressons de ce Monarque soigneusement recueillis, Amst., 1781. — N , Ned. J a c rb ., 1 7 8 1 , bl, 1331— 1355.
Anecdotes du voyage d e Joseph l i e n Hollande etc. Paris, 1781. — Verhaal d e r Reis van Z. M. den Keizer Joseph I I in Hollands
Benevens een aanhangsel van gebeurtenissen, getrokken ù it de Reize van Z. M. in de Oostenrijksche Nederianden, Amst.
(71 b l. 8°.) (Alg. Vad. L e t t . , III. b l. 513). Zie voorts Vervolg Vaderl. H is t., IV. b l. 126—131 ; de Post van den N eder-Rhijn, I.
b l. 17 6 ; Kok, Amsterd. J a a rb ., III. bl. 629—631. J. Fokke g a f een gedieht]e u it, getiteld: Op de kamst van Z. K. M. Jozef
II te Amsterdam, 13 J ulij 1 7 8 1 , waarboven dit kronostikon:
IMperator IosephVs steLLa
LVCIDa generis sVI aVgVstl.
Ook uit een gedieht van L. van Ollefen , Aon den Keizer Joseph I I , Amst. 1 7 8 1 , b l. 6— 7 , blijkt, hoe veel heweging
’s Keizers bezoek te Amsterdam veroorzaakte.
'tlÄ e p alles u i t , om toch dien Joseph eens te sien; '
te beschouwen, dachten niet anders,of J o ze f II had met eigen oogen willen zien, in hoeverre
de oorlog onze stoflelijke krachten had uitgeput,en hij alzoo, zonder vrees voor gtoornis dezer-
zijds,de bestaande traktaten sehenden, en , door de Schelde te openen, aan de dringende wen-
schen zijner Antwerpenarenkonvoldoen; terwijl daarentegen de zoodanigen, als geneigdwaren
alles ten goede te wenden, in hem den man meenden te zien, wiens bemiddeling ons vrede
en rust zoude hergeven. Het waren inzonderheid zijn herhaalde conferentien met den schran-
deren en invloedrijken staatsman Mr. J o a c h im K eh d o b p , Vrijheer van Marquette en toen regerend
Burgemeester van Amsterdam , die aan de algemeene nieuwsgierigheid, naar hetgeen er
op til kon zijn, voedsel gaven. Eerst elf jaren later, bleek uit de belangrijke Memoriert, dienende
tot oplieldering van het gebeurde gedurende den laatsten Engelachen oorlog', te Amsterdam
in 1792 door gemelden Regent in ’t licht gegeven, wat er eigenlijk lusschen den Keizer en
hem verhandeld was (l) , .
P E N N IN G E N
T e r g e l e g e n h e i d v a n d e n z e e s l a g op D o g g e r s b a n k . 5 A u g u s t u s 1 7 8 1 .
I. 5 6 9 . P l a a t LIII.
Voorzijde. De Nederlandsche Maagd, van wier rechterschouder een mantel wap p ert, met
oranjeäppelen geborduurd, Staat met de lans in de rechterhand ter afweer gereed. Met de
linker wij st zij op haar scheepskroon, als gezind om die, gelijk van ouds, te beschermen, terwijl
zij het oog ten hemel w en d t, waaruit de Zon der Gerechtigheid haar stralen in gunst op
haar nederschiet. De Leeuw der ünie snelt met ontwaakten moed haar vooruit en klautert, in
grimmigen toorn, over een anker en stukken geschut, terwijl uit den pijlbundel, dien hg in
den rechterklaauw voert, bliksemstralen schieten naar eenige schepen, die men in de verte op
zee ziet vluchten. Achter de Maagd Staat een brandend alta a r, waarop de vrijheidshoed is
gebeiteld, en waarvan eerepenningen aan een ketting en aan linten afhangen. Tegen en achter
het altaar ziet men een vat en een baal, met de merken der Oost- en Westindische Kompagnie.
De houding der Maagd teekent inspanning, als van iemand, die met moeite oprijst,
w at, naar de gedrukte verklaring, moet aanduiden, dat zij, warsch van bloed te vergieten,
niet dan met tegenzin den strijd aanvaardt. Hierop zinspeelt ook het
B o v e n s c h r i f t :
I N J V R I IS 0 0 AG TA.
DOOR VERONGELIJKWG GEDWONGEN.
I n d e a f s n e d e :
I N V A D O AS E L L. (in o ) V A V G - (u s t i )
M DC C LXX X IOP
DOGGERSBANK 5 AUGUSTUS 1781.
Op den sokkel den naam des vervaardigers:
P G. H O L T Z H E Y F E C .( it)
Keerzijde. Een vlammende s te r, in wier midden en tusschen wier zes stralende punten
zieh omlauwerde kartels bevinden, zeven in ’t geheel. Het middelsle kartel draagt den
( i ) i . bl. 228—244 ; Ned. Me re., LI. bl. 1 9 , 5 9 , 204 : LII. b). 56—60.