
Bovenslaande mededeelingen, ons welwillend door dén He«r Mr, 1. 0, Hora Siccama, Waar-
d¡jn en waarnemend Secretaria bij ’aRijks munt te Utrecht, y e rs tre lt, helderen roldoende het
ontataan van deze munten, waarover (l) verachillend gedacht wordt, cp.
8 3 « . P l a a t LXXVIII. (1794.)
T e r n a g e d a c h t e n i a v a n P i e t e r T f i e u w la n d , H o o g l e e r a a r te L e id e n ,
o v e r l e d e n d e n 14J»a I t o v e o b e r 1 7 9 4 . M e d a i l lo n . E e n z i j d ig g e d r e v d n .
Het boratbeeld , in getrone bttrgerkleeding. Daaronder:
P. N I E U W iA N D
Even ala het medallion ter eere van P. C am p e» (zie boven, n°. 784) ia ook dat op N tE tW U m f
een geruimen tijd na zijn overlijdeu, door K. I .A a T ia o (zie boven, hi. 396, n0. 1) verYaardigd.
Het beruat in het Kon. Penningkabinet te Berlijn, ala een der atukken van het kabinet
R u d o lp h i (boven, bl. 398 (2), vermeld ( 3 ).
Vrij breedvoerig is het l e y e n van P ie t e r N i b uw l a n d in het Biographisch Woordenboek (»)
beschreven en buitengewoon talrijk zijn de bronnen, waaruit men geput heeft, aldaar aange-
wezen (4). Aan een nieuwe levensbeschrijving van den gevoelvollen dichter, den bekwamen
nätüur- en scheikundige, den uitstekenden wiskundige, bestaat dan ook geen behoefte. Met
nauwe spatie (v e e l min de % Guld:) maar boven de kroon op de Tegenzijde, dus zoude men onder verbëtering he t nti met
deese nieuwe Muntslag ook kunnen do en, en zal alles gevoeglijk en beknopt staan; aangaande den Dubbeldôn Stuiver vér-
ôeeme geen 2 Stuiver op te komen, zoo als men gewoon î s , maâr zonder iè ts , hier hèbbe eene aanmerking. Zou raen böven
de W niet p'.aatsen de muntslag van Utrecht, namelijk het Stads wapen tusschen twee puncten • • gelijk men op de Enk.
en Dubb. Stuiver ste ld , als ook o f op de halve Guldens in plaats % , men ook zoude kunnen ste llen , zoo als gewoon op deese
munt X S*. Over ’t een en ander wilde Uw WelEd. Gestr. günstig Advis gaam meede gedeelt z ien , en o f Uw WelEd. Gestr.
eer deselve Gemunt worden ook Eerst een afdruksel van den Stempel zoude gelieven t e z ien , op hetwelk een en ander UwEG.
günstig antwoord afwagtende blijve die hem met a lle Hoogachting en Respect Teekent
WEG. Heer
Utrecht den 2 May Uw Ed. Gestr. Dw. Dienaar
1794- . (g et.) J . W. Marmé.
(> ) Zoo lezen wij In h e t , in November 1 8 6 7 , versehenen kéurig werkje vatt den toen (4 Novémb.) juisfi ôntslàpen Höög-
leeraar-Directéur D r. P . ö . Va s d er Ch i js , H e t Munt- en Penningkabinet d e r Lettische Hoogeschool in 1 8 6 7 , b l. 7 8 , » dat
" deze niunten in 1794 z ijn geslagen u it het zilve rwe rk van den StadhOuder P rin s Willem V. De Vorst had bet naar de Munt te
" Utrecht gezonden, aangezien de nood des lands zoo hoog geklommen was en er te midden van de steeds heerschende twee-
* dragt, moedeloosheid en onverschilligheid, zelfs niet tegen hooge renten, gelden bij leening ten behoeve dès Vaderlands te
» bekomen waren. Het is bij vergissing, dat Vkrkadb (t. a. p . , b l. 440 ( 1 ) ) , deze munten wegens de lettér W, die er op
» gevonden wordt, onder die van de W. I. Compagnie plaatst. Wijlen de Hoogleeraar W. L . Ma h n e , zoon van den Utrecht-
* sehen Adjunct-Muntinccster van dien naam in 1 7 9 4 , was persoonlijk bij het stukslaan van de zilveren vaten enz. tegenwoor-
» d ig g ewe est, en he t was deze geleerde die het aan den Directeur des Kabinets heeft medegedeeld.”
Deze tegenspraak tusschen eene persoonlijke getuigenis en de on s, zw a r t op m it, medegcrleelde, is gemakkelijk totklaarbeid te
brengen. Inderdaad werd er toen g e ld , bepaaldelijk güldene, aan de Utrechtsche munt uit het tafelzilver Van Prins W illem
V g e slagen, maar Met dén getoöHen Stempel. In het Kon. Kabinet lîg t d iê , en liij kwäiri öok Voor in de verzameling S c h n o u -
CKAP.ET (1847 verkocht, n°. 1 1 2 9 , met verwijzing naar Ve r k a d e , pl. 1 1 1 , n°. 2), beide in enveloppes ; die zulks aanduiden,
geschreven door J . Vo sm a er , toen (1791) Opzigtér van ’s Prinsen Kunst- en Natuumerzamelirig. Mededeeling van den tegenw.
Directeur van het Kon. Penningkabinet J . G. F. M e ijb r , 24 Sept' 1867.
( > ) In 1829 nog in het kabinet amicissimi H ie r , d e Vr i e s , zoo als Ru d o l ph i, P l. n°. CCCXXXVI vermeldt. In 1862
is het n°. CCCCXCII, Cat. Rudo lph i.
( 3) V a n d e r A a , b l. 248—254.
( ■') w 'j voegen daar nog bij J . v a n R b y n , P i e t e r N ib u w la n d a ls geleerde, dichter en mensch g e sch etst, in het Leeska-
b in eti 1 8 6 5 , n». V I I , bl. 1—3 8 .—? B r ie f van P. N ib u w la n d , 31 Maart 1 7 9 2 , Navorscher, X III. bl. 340—341. — N ie uw -
l a n d vermaakte aan J . H. v a n S w in d e n (zie diens Lijk red e, 24 Dec. 1 7 9 4 , verg. Boekzaal, I . 1 7 9 5 , bl. 34 9—373 en Vad.
L e t t . , 1795 , bl. 253 env o lg .) zijne Handschriften. Deze werden nu onlangs ( 2 April 1857) verkocht. Zie Cat. F a b iu s , n°. 2 9 4 ,
1 0 7 2 , 1 0 7 3 , 1074. Over de h u ld e , door J . W. v a n S o n s b eb c k en D. J . v a n L e n n e p , 24 Nov. 1794 aan N ib u w la n d gebracht.
zie IV. Konst- en L e tte rb ., 1 7 9 4 , I I. b l. 1 6 9 , en J . v a n L e n n e p , Leven van C. en D . J . v a n L e n n e p , III.
b l. 88—93 . Mr. J e ro n im o de V r i e s , J e r z . , te Amsterdam, bezit eene merkwaardige verzameling stukken, betrekkelijk
N ik u w la n d s j eu g d , huwelijk en z ., door zijn oudoom, J e ro n im o de B o s c h , bij een gebragt.
de
de opmerking, dat zijn voorbeeld wederöm bewezen heeft, hoe het genle altijd en overal zieh
een weg baant en bij den waarlijk grooten man de günstige gelegenheden ter onlwikkeling
nimmer achterblijven, volstann wij hier met deze körte schets.
P ie t e r N ie u w l a n b , geboren 5 November 1764, was het eenige kind van een molenmaker of
timmerman uit de Diemer- of Watergraafsmeer. De zonderlinge gaven des geestes, die zieh
reeds als knaap bij hem vertoonden, wekten de aandacht van de bewoners der talrijkc zomer-
verblijven, die toen in dien polder aanwezig waren, en bezorgde hem eerlang vermögende en
hartelijke beschermers, waaronder men G. v a n L e n n e p , toen Dijkgraaf van de Meer, P ie t e r v a n
W in t e r , door zijn kunslliefde en zijn keurige verlaling van Horatiu» beroemd, en hun vrien-
den, de rijkbogaafde gebroeders J e ronimo en B e r n a r d u s d e Bosen kan noemen, waarvan de
laatsgemelden de taak aanvaardden den knaap bij zieh te netnen en hem onderwijs te verschaffen.
Onder de leiding van J ero n im o legde zic;!^ Nie d w l a n d eerst op de leiterkunde toe, waarvan
zijn dissertatie, de Musonio Ru/o philosopho stoico, in 1783, de getuigenis opleverde. Later
echter wijdde hij zieh geheel aan Wis- en Natuurkundige S t u d i e n . Op 2 Junij 1793 tot Hoogleeraar
in de natuur- en hoogere wiskunde, burger- en krijgsbouwkunde, waterweeg- en
sterrekunde te Leiden beroepen, overleed hij aldaar reeds op 14 November 1794. Zelden is
aan iemands nagedachtenis hier te lande zoo veel hulde toegebracht als aan de zijne, onmid-
dellijk na zijn Vr'oegtijdig afsterven, te beurt viel. Doch zelden Was ook iemänd met zulk een
rijke verscheidenheid van gaven voorzien geweest en zoo onVerWachtS, op naauwelijks 3Öjari-
gen leeftijd, uit zijn glansrijke loopbaan weggerukt. Jammer maar, dat ook, bij de jammerklachten
om zijn gemis, de partijgeest weder menigen wanklank moesl mengen.
8«®. P l a a t LXXVilL (1794.)
D r a a g p e n n i n g d e r u i t g e w e k e n e n n a a r F r a n k r i j k u i t N e d e r l a n d .
Voorzijde. Een lictoren- of bijlbundel waarop de phrygische of Jacobijnen-muts, tuSschen
twee zamengevlochten eiken takken.
Om d e n r a n d i
Y R Y H E ID OK D ER DE W E T H
Keerzijde. In een inirtenkrans:
YRY
L E E Y E N
OE
S T E R YE N
Het penningje i s , volgens de bestendige overlevering, een zilveren draagpenning der
uitgewekene Nederlanders, die zieh in Frankrijk te St. Omer en in naburige plaatsen ont-
hielden. Uit de opschriften en andere kenteekenen der beide aan elkander gehechte gestem-
pelde zijden maken wij o p , dat dit vrij zeldzaam en merkwaardig slukje niet tot hooger dan
het jaar 1793/94, den tijd der Jakobijnen, moet worden gebracht. De vervaardiger schijnt
zelfs een afdruk of een afbeeldmg van het zegel hunner Club voor zieh gehad (1) en te heb-
ben nagevolgd ( 3 ) .
( 1 ) Dat z e g e l, mede oVaal, vettoont een eikekrans, gedekt met een jakobijnenmuts, waar binnen :
R É P U B L I Q U E
F R A N Ç O I S E
B A R I S ,
Het omschrift luidt: SO(cié)TÉ DES JACOBINS. AMIS DE LA LIBERTÉ ET DE L’ÉGALITÉ. Het Staat boven de stukk
e n , op la st der eiüb gedrukt, b . v . boven het ädres, haar door la députation dés p a trio tes B a ta ve s, den 21«len Decemb.,1792,
aangeboden. •— P a r is , imprimerie de L. P ot ier de L il l e , 8 pp. 8°.
( * ) H è t penningje g â f âanleiding tot het stellen van het stuks dé Uitgewekenen Uit Nederland naar F ra n k rÿ k , 1787—
1795. Eene schets door Mr. J. Dir k s , in de Vaderl. L ettero e f. van Februarij 1868 te vinden.