
Vergadering- afgevaardigd, behoorde hij. tot de parlij der Unitarissen, hoe zeer zieh meermalen
voegende bij de Moderaten, waaronder hg vele vrienden h a d , met wie hij niet wilde breken (l).
In 1806 werd hij Fiskaal op.het eiland Curayao, in 1809, op Java, secretaris van Daende i.s.
In 1812 teruggekeerd, en bij de herstelling van ’s Lands önafhankelijkheid tot Lid der ßechtbank
van eersten aanleg te Alkmaar benoömd, overleed hij in die betrekking den 29*1«“ Julij 1818 (2).
6 3 5 . P l a a t LXI. 1785.
Op h e t o v e r l i j d e n v a n C h a r l e s C h a i s , L e e r a a r bij d e W a a l s c h e
G em e e n te te ’sG r a v e n h a g e . 7 N o v em b e r 1 7 8 5 .
Voorzijde. Een opgehangen kleed met franje versierd en waar boven een gevleugelde zand-
loopcr : in het kleed leest men :
î C A RO L - ( u s ) C H A I S - .
G E N E V E N S I S
ECOL - ( e s ia e ) G A L L O B E L G - ( io a e )
I IA G A N Æ
P A S T O R - ‘
KAREL CHAIS VAN GENEVE, HERBER B E R WAALSCH-NEBERLAN ESCHE KERK
TE'SGRAVENHAGE.
Keerzijde. Boven, een rookende antieke lamp : beneden, twee kruiswijze geplaatste in een
doodshoofd steunende fakkels : in ’t.midden deze woorden :
NÀT- (u s ) 4 I A N . ( u a r i i ) 1 7 0 1
PA ST - (o e ) 15 M A I I 1 7 2 8
E M E R I T ( u s ) 5- A P R . ( i l i s ) 17 64
O B I I T 7 N O Y E - (e ï b e i s 1 7 8 5 .
GEJBOREN B E N 4 JANUARIJ 1 701, HERBER B E N 15 M E I 172 8 , E E R VO I ONTSLA-
GEN B E N 5 AVRIL 1764. GESTORVEN B E N 7 NOVEMBER 1785.
Indien wij meer bepaaldelijk om hun kunstwaarde aan de penningen n°. 620 en 621 op liet
overlijden van Castendtk en Franken een plaats inruimden, het onaanzienlijke penningske n°.
625 verdient die om den man tôt wiens nagedachtenis het is geslagen, een beknopte schets
van zijn elders uitvoeriger beschreven leven moge zulks bewijzen (3).
Chalmot , Verzameling van stu k k en, Decl IV. bl. 285 en v o lg g ., Dec l V. b l. 1 ; Ned. Jaarb. , 1 7 8 7 , bl. 5985—5986 ; 1788 ,
bl. 453—4 6 2 , 539—5 4 0 , 600—607/, 9 4 8 ; 1 7 8 9 , b l. 8 9 9 , 929—9 3 4 , 1079—1 0 9 1 , 1377— 1 3 9 3 , 1751—1761; 1 7 9 0 , bl. 138—
1 4 1 , 232—2 3 7 ; Vad. Ilist. Y e n . , XV. b l. 12 6—1 3 0 , 213—2 1 4 ; XX. bl. 9 6—101. De Memorie werd te Watten den 10'i™
April 1790 afgewerkt, dock reeds in ’t begin van 1788 had Blok eenige stukken het licht doen z ien , Mem. , bl. 2.
| 1 ) Vit r in g a , t . a. p . , bL 258—259.
( 2 ) Zic V a n d e r A a , in v . , Blok en de aldaar aangehaalde bronnen.
( 3 ) Wij zijn ten opzichte van ’t jaar van ’t emeritaat en dat van ’t overlijden van Ch ais de cerzame en naauwkeurige
Boekzaal g e v o lgd, wier opgaven, 1 7 6 4 , bl. 486 en 1 7 8 5 , I I . D e c l, bl. 6 0 9 , volkomen overeenkomen met die van den penning,
maar niet met die der levensbcschrijvers. De Mémoires su r la vie de M. Ch a r l e s Ch a is , 6 pages, geplaatst voor het in 1790
verschenen V III0 decl van la Sainte B ib le , vermclden geen der bedoelde jaren ; bet daarop gevolgd Eloge de M. Ch a i s , p a r
J. Se n n e b ie r , tir é de son Histoire littéra ire de Genève, T. III. p. 2 8 6 , begint met een onnaauwkeurigheid, als zeggende :
M. Ch a is à desservi pendant cinquante ans l'église wallonne de la Haye en qualité de p a ste u r. On s’empressa pendant 50 ans
à entendre ses p réd ica tions, dus tôt 1 7 8 8 , wat niet wel strookt met lietgeen voorkomt in h e t daarop onmiddellijk volgende Eloge
de M. Ch a i s , tir é d’un Discours prononcé peu de jou rs après sa mort arrivée en Octobre 1788 , p a r J . C. d e l a Sa d s sa y e ,
p a steur de l’église Wallonne h la Haye. Iramers daar zegt de sclirijver, van ’smans leerredenen sprekende: nous n’avons p a s
eu le bonheur d ’ê tre du nombre de ceux qui ont é té à même de les entendre. Men zou hier zich kunnen beklagen over de Fran-
sche luchthartigheid, waarmede met de jaartallen is omgesprongen, ware het niet dat Ch a lmo t , VI. bl. 262—2 6 3 , Gla s iu s,
I . b l .238—2 4 1 , V. d . Aa , in v . , en V. d . N. in den Navorscher, III. b l. 3 6 2 , en anderen,de opgaven van Sen n ebier zonder
nader en grondig onderzock liebben overgenomen en zich alzoo medepliclitig liebben gemaakt aan zijn abuizen.
C h a r -
Charles Chais , op den 3den Januarij 1701 te Genève geboren, waar hij reeds in 1714 de La-
tijnsche scholen doorloopen h ad , werd in 1717 onder de Studenten in de Godgeleerdheid inge-
schreven, en in 1724 tot den predikdienst toegelaten. In datzelfde jaar werd hij als medgezel
aangenomen van eenige voorname Engelschen op hun tweejarige reis door Zwitserland en
eenige andere Europesche Staten, waaronder ook de Vereenigde Nederlanden. Een tweede
bezoek, hier in 1727 afgelegd, had ten gevolge, dat men hem op 22 Maart 1728 tot predikant
bij de Waalsche Gemeente te ’s Gravenhage beriep, waar hij op 15 Mei zijn intrede deed. Zes-
en-dertig jaar nam hij het herdersambt aldaar met trouw en ijver waar, de stichting van het
Walen Diaconiehuis was vooral aan zijn bemoeyingen te danken, en de door hem reeds in
1754, in 1760 en 1768 uitgegeven geschriften tot toelichting en verdediging ook uit een gods-
dienstig oogpunt van de inenting der kinderpokjes bij kinderen (!) deden hem kennen als een
man, die zijn tijd verre vooruit was.
Zijn hoofdwerkwas La Sainte Byble ou le vieux et le nouveau Testament, avec un Commentaire
literal, composé de notes choisies et tirées de divers auteurs Anglois. La Haye 1743— 1790.
VIII Volumes 4°., waarvan het laatste deel vijf jaren na des schrijvers dood te Utrecht in
’t licht kwam.
Den 20 sle“ Maart 1764 werd Chais emeritus verklaard op zijn verzoek en den 23stcu April
J. T. Güicherit van Maastricht in zijn plaats beroepen.
Tot aan zijn overlijden op den 7den November 1785 na een pijnlijke zi ekle, bleef hij werk-
zaam, en te recht getuigde men van hem, dat hij zieh door kunde en arbeidzaamheid een wel-
verdienden lof in de geleerde wereld had verworven (2).
6 3 6 a —b . P l a a t LXI. 1785.
Op d e v o o r t d u r i n g v a n d e n v r e d e t u s s c h e n K e i z e r J o z e f I I e n h e t
G em e e n e b e s t d e r V e r e e n i g d e N e d e r l a n d e n , d o o r F r a n k r i j k v e r k r e g e n .
626a. Voorzijde. De Leeuw van Nederland, kenbaar aan den Vrijheidshoed oj>d e speer, aan
het opgeheven zwaard in den rechter, en de zeven pijlen in den linkerklaauw, ligtopden voor-
grond. Achter hem verheft zieh de Generaliteits-standaard, als zinnebeeid der zeevaart.
Een Adelaar met een keizer- en een koninklijken Scepter tusschen de klaauwen komt a a n ’t
hoofd van een zwerm roofvogels aangevlogen. Een en ander zinspeelt op Nederland, dat rüstig
, doch gewapend, bereid is zijn erf te verdedigen tegen den Keizer en zijn talrijke benden.
Doch tusschen hen verheft zieh de le lie, Frankrijks zinnebeeid, en daarboven de woorden:
GEEN KRYG TUSSCHEN U LIEDEN. Boven den Leeuw schiet het Alziend Oog zijn slralen
zegcnend neder. In het verschiet ziet men een stad , Parijs voorstellende, waar het bemidde-
lingswerk is geschied.
I n d e a f s n e d e :
DE L E L Y H E E F T D E N K R Y G
V E R H O ED .
E E R ’T ZWAARD Z IC H
B A A D D E IN M E N SC H E N
BLO ED .
I . E V E R T S .
( 1 ) In het laatste jaar, blijkens den niet bij V. d. Aa vermelden B r i e f van den Heer Chais aan den Heer Sutherland ,
Med. D o c t., geassocieerd met den Heere Sutton, over d e Nieuwe w yze om de kinderpokjes in te enten , en antwoord van den
Heer Doctor Su therland, bl. 4 , vertaald door Joh. Hid d in g a , Med. D o ct., 'sI-Iage, 1 7 6 8 , 21 biz. 80. {Vad. L e tt 1768
b l. 516).
( * ) Boekzaal, 1 7 8 5 , II. bl. 609. Chais was ook een penningkundige. Björnstahl bezocbt hem in den Haag op den