
i ! w i a l 111
■ *■ !*
¡IPlPf ’¿iff HI I
Iilîïf « 1
1
i
I k il
■ I ]
■ I « . I
1 \Y '4 ;
Si
achting en toegenegenheid en een blijk daarvan was de wensch, door den eertsgenoemde te
kennen gegeven, dat Schimmelpenninck als Minister plenipotentiaris der Bataafsche Republiek
deel zou nemen aan het kongres van Amiens. Het was d a a r, dat de bekwaamhed en van Schimmelpenninck
in vollen luister schitterden. Aan zijn beleid, aan zijn verzoenenden geest, aan
het vertrouwen, ’t welk hij zoowel aan den Britschen Gevolmachtigde,. den Markies Van Cornwallis
als aan Joseph Bonaparte , die voor Frankrijk optrad, wist in te boezemen, was het
voornamelijk te dunken, dat de onderhandelingen, die op het punt waren , te worden afge-
broken, weder werden opgevat en de zoo vurig verlangde vrede gesloten (l). Niet slechts het
Bataafsche Bewind, ook die van Frankrijk en Engeland gaven den Nederlandschen Minister,
die zulk een heilzamen invloed op het kongres had uitgeoefend, de meest vleiende bewijzen
van hun erkentelgkheid. Onderdie, welke hij van de zijde zijner lastgevers ontving, mag men
rekenen het toestaan van zijn verzoek om van Parijs naar Londen te worden overgeplaatst.
Met hooge ingenomenheid werd in Engeland de man ontvangen, van wien men de overtuiging
h a d , hoe hij vooral de bewerker kon genoemd worden van den vrede van Europa. Doch zoo
hij de streelendste blijken genoot van de achting, door de aanzienlijkste Britsche Staatslieden
voor hem gekoesterd, hij genoot tevens het vertrouwen van den Franschen gezant, den Gene-
raal Andréossy , dien hij reeds te Parijs gekend had en was alzoo in Staat, spoedig te bemerken
, hoe de geaardheid der beide Regeringen geen hoop kon doen voeden, dat de nu gesloten
vrede van langen duur zou zijn. Bezield met deze overtuiging, wendde hij alle pogingen
aan om bij een te verwachten vredebreuk tusschen Frankrijk en Engeland, aan de Bataafsche
Republiek een voor haar zoo noodige onzijdigheid te waarborgen ; en hij ware geslaagd, had niet
de Eerste Consul zieh onverzettelijk beloond. Lord Hawkesbury (later Graaf van Liverpool) ,
toen Minister van Buitenlandsche Zaken, had reeds in een oflîcieele nota, uit naam der Britsche
Regering , er in loegestemd, dat onze Republiek de volledigsle onzijdigheid zou genieten, mils
de Eerste Consul daartoe evenzeer besloot ; doch de hardnekkige weigering van dezen sleepte
de Republiek in een nieuwen en noodlottigen oorlog en had het terugroepen van Schimuelpen-
ninck ten gevolge.
Geen wonder, dat Schimmelpenninck na de droevige teleurstelling, die hij ondervonden had,
warsch was van de staatkundige loopbaan, en na zijn terugkomst in het vaderland de stille
rust zocht van het büitenleven. Naar zijn landgoed in Overijssel vertrokken, nam hij zieh
voor zgn lijd te verdeelen tusschen letterkundigen arbeid en de genoegens van den huislijken
kring. Maar spoedig zag hij dat voornemen verijdeld, daar een brief van den Eersten Consul
hem, naauwelijks op het land gevestigd , naar Brussel opriep. Uitnoodigingen van Bonaparte
stonden toen reeds met bevelen gelijk en ook het Bataafsche Bewind was van oordeel,
dat Schimmelpenninck het hem gedaan verzoek niet moesl afslaan. Hij ging dan naar Brussel,
waar hij al het mogelijke deed om den Eersten Consul günstig voor ons land te stemmen, en
van zijne zijde gaf de Eerste Consul alle hoop dat bij zieh welwillend ten onzen opzichte
betoonen zou. Niet alleen betuigde hij ook n u ’weder aan Schimmelpenninck zgn hoogachting,
maar hij bewees d ie , door aan ons Bewind den wensch te kennen te geven van hem andermaal
als Gezant le Parijs te zien. Aan dien wensch, waar ook het Staatsbewind in deelde, moest
Schimmelpenninck wel gehoor geven en zoo vertrok hij tegen ’teinde van 1803 andermaal naar
Parijs. Ook nu bleef hij wederom al het zijne doen om voor zijn Vaderland een onaf hankelijk-
heid te bewaren, die dag aan dag onzekerder werd ; doch het ontging zijn helder doorzicht
n i e t , wat te dien opzichte Bonaparte’s geheime bedoelingen waren. Keer op keer toch gaf
deze hem zijn misnoegen te kennen over de handelingen van het Bataafsch Bestuur en ver-
klaarde hem eindelijk zonder omwegen, dat zijn Stelling, in verband met den polilieken toe-
( i ) Zie Mr. M. C. van Ha l l , R. J . S. voornamelijk a h B a ta a fs c h a fg e za n t op het Vredes-Congres te Amiens it* 1802.
Eene bijdrage to t z ijn Leven en Karakter. Amst. 1847 en de aldaar blz. 67—69 aangehaalde bronnen. Een bestrijdirif van zijn
geringschatting door Th ie r s en van het oordeel door T horbecke over hem geveld. — Onder de Gedichten Hie r , d e Bosoh ,
Carmen viro p rudentissimo R. J . S. b a ta v o nm le g a to , cm fe c ta pace salva republica red eu n ti dicatum 2 Junii 1802. Poemata
p. 369 met de vertolking daartegenover van P. J . U(ylenbrokk) 18J02. Een andere afzonderlijkc vertaling 8 blz. is van
J P. Fa hret. — Ook C. L oots , Gedichten I I , blz. 40 . Zie Van Ha l l t. a. p. blz. 5 9 - 6 0 .
stand
| y
stand yan Europa niet gedoogde, dat de Staatsregeling yan het Bataafsche Gemeenebestopden-
zelfden yoet bleef. Hij yoegde er b ij, dat het Dityoerend Bewind noodzakelgk moestplaats maken
yoor een Mnhoofdig bestuur. Tegenspraak, waar zieh B o h a p a r t e iets in ’thoofd had gezet.
was ten eenenmale nutteloos: en eerlang tot Keizer uilgeroepen, drong hg aan op het verwe-
zenlijken yan het door hem geyormde p lan , ’twelk hij , in den herfst yan 1804 naar eu en
gereisd, waar hem ScHlMMELBiiNNlNqK yergezelde, aan dezen geheel openlegde. Er bleef. zei
N a p o l e o n , yoor de Republiek geene andere keuze meer oyer dan om in Frankrijk te worden
ingelijft of hare staatsregeling te veränderen en het bestuur aan 66n enkelen man op te dragen
en die man moest S c h im m e l p e n n in c k zijn. Vergeefsch was ook nu wederom al wat de Bataaf-
sehe Gezant hiertegen inbraeht, hij zag zieh genoodzaakt aan het Staatsbewind kenrns te geven
yan de openingen. die hem gedaan waren. Het spreekt yan zelf, dat de keuze yan he Bewind
niet twijfelachtig kon zijn tusschen de yernietiging yan het Volksbestaan en het bestuur
onder een man, die de achting en het yertrouwen zijner medeburgers genoot. Het gat
dan ook aan S c h im m e l p e n n in c k last, de onderhandelingen yoort te zetten en nmt N a p o l e o n over
den aard en den yorm yan het nieuwe bewind te spreken. Die onderhandelingen hadden te
Parijs plaats en S o h im m e l p e n n in o k bood den Keizer een ontwerp yan Slaafsregeling yoor de
Republiek aan, groolendeels geschoeid op de leest yan die der Vereen.gde Stalen yan Noord-
Amerika. N a p o l e o n ¡¿tusschen wilde yan geen r r rW » Voorzitter weten en zelfskosttehetSoHm-
m e l p e n n in c k niet weinig moeite, hem een ontwerp te doen goedkeuren, waarm nog maar iets
overbleef, dat de onde Kepubliek in herinnering bracht, als b. y.delitelyanÄ«adpm«onar.r
yoor het hoofd yan 'tBewind, en die yan Hoog Mögende Herrn yoor de leden der Wetgevende
Vergadering. Het ontwerp, waarbg S o h im m e l p e n n in o k tot Raadpensionans benoemd werd, werd
aan het Batanfsehe yolk yoorgesteld en met bijna algemeene stemmen eangenomen; terwgl
S o h im m e l p e n n in o k den 15-1™ Jlei 1805 zgn nieuwe betrekking aanyaardde (l). In een red e ,
bij die gelegenheid gehenden, ontwikkelde hg de beginselen naar welke hg z.ch m zgn bestuur
dacht te regelen. Een eerste daad yan dit bestuur was een gelukkige pogmg om het openbaar
krediet te hersteilen door de inyoeriog yan een njeuw slelsel yan belastingen (door G o o e l m
’t leyen geroepen) en dat den Staat redde yan een bankroet, dat bijna onvermgdelgk seheen.
Zoo groot was het yertrouwen, dat S o h im m e l p e n n in o k inboezemde, dal gedurende den tgdvan
zijn bewind, de openbare rust nergens op den Bataafschen grond verstoord werd en niemand
wegens een politiek vergrijp yeryolgd behoorde te worden. Maar niet lang duurde deze Staat yan
— N a p o l e o n , bedwelmd door den yuorspoed, in den oorlog tegen Oostenrgk yerkregen,
had het besluit genomen I zijne broeders op de troonen der door hem yerwonnen of aan hem
onderworpen Rijken te plaatsen en ook ons land zag zieh door hem genoodzaakt L o d e t o k
B o n a b a e t e «it zijne hand als Koning te ontyangen. Aan S o h im b e u ie n n in o k komt de eer toe,
dat hij yolstandig weigerde mede te werken tot een maatregel , waarmede de Republ.ek w.er
handhaying hij bezworen had, yernietigd werd en hij sloeg eyenzeer, toen de zaak haarbeslag
had het yaste Voorzittersohap yan het Wetgeyend Ligehaam, dat hem aangeboden w erd , sland-
yasti’g af. Wederom begaf hg zieh naar zijn landgoed in Oyerijssel om e r , zoo lang L o u e w i jk s
regering duurde , als ambteloos burger te leyen. Eenige maanden echter nadat ons land bg
Frankriik was ingelijfd, werd zgn stille rust gestoord door een benoem.ng tot Comte d e lem -
B ü en Ü B treeorier de Vordre de la toieon d?or, weldra gevolgd door een derde tot membre
du eenat eOneermtmr. Hij boog ook nu wederom yoor den ijzeren wil yan N a p o l e o n eo begaf
zieh naar Pargs, waar hij zijn betrekking bekleedde tot dat de gebeurtemssen yan 1813 aan
zijn Vaderland de onafhankelijkheid hergaven. Toen keerde hij derwaarts terug, blind en tot
( . ) D ieceurt de S . E r e . le G ra ed -p e n ieo e eire à k u r . H e e l,, p e ie .e n e e , r é p r im e n t le r e p e l,« ,ne l . tm e p r o e m e i le 15
M e i 1 . 0 . , J e* r de le e r le ele lle lio e . 7 ,a g . ™ « j G. Greaf j j j j j j M B l l " ’
129 137 Bezeugen door 1) J . M. Kzmpz» ta een Uereenp te rg e le g e u lm i der A e e e p r . e t , 8 blz (19 Me, 1805). 2 ) B.
en 3) J . K a „ , . l a a a aan It. J . S. in Mei 1805. A „ .t . 1 8 0 5 , .l i e drie bij G. Grarf f d z m m m z , I I . bta.
!" _ 3 3 1 hezdmkt 4-, J . Cn. J . Lyon nn L a n c v a l , Ode S S. E r e . Meee. R. J. S. aeec d e n , e e r , M o , , p e r P H.
M a n n e » .’ Leide 1805 , 8- , Zijn lernBkom,t nil Parijs in Pebr. 1805 bezong L n .n .K n , 2 blz. Z.a ook de plaat ,n F ed . II,e l.
Verv. 7 1 /5 0 , blz. 14.