
O p s c h r i f t van het kleed aan de console g e h e c h t:
C o r n e l ia B ie r e n s
g e b o o re n 29 DEC.(embeb) MDCXC.
D o g te r v an
A n t h o n y B i e r e n s
en
K u n ir a v an H o o g m a a d e .
C o r n e l i a B i e r e n s behoorde tot een vermögend Doopsgezind Amsterdamsch g e sla ch t, dat
thans in het mannelijk o ir is uitgestorven. De naam wordt echter nog gedragen door den
Leidschen Hoogleeraar B i e r e n s d e Haan, wiens m o ed er, G a .t iia .r ina, aan de honderdjarige in
den vierden graad bestond.
9 0 6 . P l a a t LXXVI. 1791.
O p h e t v i j f - e n - t w i n t i g - j a r i g S t a d h o u d e r s ' c h a p v a n P r i n s W i l l e m V.
8 M a a r t 1 7 9 1 .
Voorzijde. Het links gewend borstbceld van den Prins.
Om d e n r a n d :
W IL H .(elmvs) V. D . ( e i ) G.(ratia) P R.(inceps) A R.(avsiae) E T N A S S .(aviae) TO T .(ivs)
B E L G .( i i ) PO E D .(erati) GVB.(ernator) H iE R ( editarivs) E T C .
WILLEM 7, DOOR GOES GEN ADE PR INS FAN ORANJE - NASSAU, ERJSTADHOU-
DER VAN AL DE VEREENIGDE NEDERLANDEN ENZ.
Daaronder: LAGEMAN F(ecit).
Keerzyde. Een meisje (dat, ofschoon geen enkel haar kenteekenend zinnebeeid aan ’t lijf d ra gende,
aan de speer met den vrijheidshoed, die schuins omhoog w o rd t gestoken door den Leeuw,
die naast h a a r l ig t , als d e Nederlandsche Maagd herkend schijnt te moelen worden), reik t met
de rech te rh an d een k ran s aan d en Prin s op d e voorzijde. Met de lin k er torscht zij een vrede-
ta k , bijna zoo lang als zij z e lv e , en met den re ch ter voet geeft zij een trap aan den leeuw.
Achter haar liggen eenige m uziekinstrum enten, voor ’t o rk e s t, da t het Wilhelmuslied zal speien
, en d a a ra c h te r, weör in ’t v e rsch iet, een schip met volle zeilen.
Om d e n r a n d :
C Y N C T O E T M L 2 E T IT IA
ALGEMEENE BLIJDSCEAP.
I n d e a f s n e d e :
E X P L . ( eto) 2 5 G V B :(ernationis) II iE R .(editariae) AN(no)
8 MAR:(t h ) 17 9 1
H E T 258t0 JAAR VAN H ET E R FEL IJK STADHOUDERSCHAP GEEINDIGD
8 MAART 1791.
De drie-en-veerstigste geboortedag van den Prins (8 Maart 1791) was tevens de vijf-en-twin-
tigste van zijn Stadhouderschap. Prinsjesdag, nimmer door zijn getrouwen vergeten, werd
te dezer gelegenheid vooral met glans herdacht en g e v ie rd , zoo als enkele g e sch ritten , toen
versehenen (t), kunnen gelingen. Daaronder verdient inzonderheid een Bundei van Keurdichten
te worden gemeld , die te Amsterdam in ’t licht kwam. De u itg ev e r, J. P e p p e l e n b o s , boekver-
kooper in de Jonge Roelofsteeg a ld a a r, h a d , in de Gravenhaagsche Courant vaji 19 Januarij
bevorens, een uitnoodiging tot alle dichters gericht om den aan staan d en feestd ag teb ezin g en . De
oproeping werd »met ongemeene toejuiching” ontvangen, e n , nadat behoorlijlc het k a f van het
koren geschift w a s , een zeventienlal keurdichten in een Bundei (136 blz. en het aanhangsel
24 blz. 8°) opgenomen en gedrukt. De volgorde d e r stukken w a s bij loting aangewezen; zoo
kon niemand van het kitteloorig ras d e r pogten zieh bevoorrecht o f benadeeld achten (*).
9 9 9 . P l a a t LXXVI. 1791.
O p h e t h u w e l i j k v a n d e n E r f p r i n s W i l l e m F r e d e r i k m e t F r e d e r i k a
L o u i s e W i l h e lm i n a , P r i n s e s v a n P r u i s e n . 1 7 9 1 .
Voorzijde. De links gewende nevens elkander geplaatste borstbeelden d e r jonggehuwden.
Om d e n r a n d , i n tw e e r e g e l s :
W I L H E L M . ( üs) PR ID E R IC .(u s) P R . ( in c e p s ) H E R E D I T . ( a r iu s ) O R A N .( ia e )
E T NASSOV.(iae) D IE TZ
E R ID .( erica) L V I S .(a) W IL H E L M IN A PR.(inobfs) B O R V S S IA E R EG .(is) E I L IA
WILLEM FREDERIK, ERFPRINS VAN ORANJE NASSAU DIETS.
FREDERIKA LOUISE WILHELMINA, PRINSES 7AN PRUISEN, 'SKONINGS DOCHTER.
O n d e r a a n , d e n a a m d e s g r a v e u r s :
E: LO O S . ITJN:(ior) (3)
Keerzijde. Een halve kolom, waar d e gekroonde Pruisische Adelaar op uitgebeiteld i s , en
het wapen d e r Unie, mede gekroond, tegen ru st. Een rozestruik rijst op u it d e kolom, waar-
nevens Hymen, d i e , gevleugeld en met een fakkel in de lin k e rh a n d , met de rech ter een van
dien s tru ik geplukten roos aan de tegenover hem staande Prinses b iedt.
( 1 ) Zie Ned. Jaarh., 1 7 9 1 , bl. 3 7 5 ; Neerlands Vreug de-Courant van 8 Maart 1791 en het bundeltje, vermeld in den
Catal. der Maatsch. d . Ned. L e tt, te Leiden, II. 5 3 5 , bevattende:
l e Tafeldecoratien.
2°. Vreugdetoonen, en vreugdegalmen, uitgeboezetnd door het ware (!) Vaderlandlievende Gezelschap, ten zinspreuk voerende .-
De zucht voor ’t Vorstlijk Hu is, voor Kerk en Vaderland,
Is hier het Schibboleth, de stalcn Liefdcband.
Dit ffc/gczelschap was te Amsterdam gevestigd en vierde feest op 7 Augustus 1 7 8 9 , ter gelegenheid van den 39stcnverjaardag
der Prinses (Beschrijving d e r T a felDecoratie, 4 b l z .; Vreugdetoonen, 20 b lz .); op 8 Maart 1 7 9 0 , bij de heugehelijke 42’*«
verjaring van den Prins (Vreugdegalmen, 13 blz. en Ta fel Decoratie, 4 b lz .) ; op 14 October 1 7 9 0 , bij gelegenheid van het
huwelijk der Prinses (Aanspaak op r ijm, Slotzang, 8 b l z .; Ta fel Decoratie, 2 b l z .; en bij de gelegenheid waar de penning
op do e lt, en toen in proza en poezie »plegtig bedacht"), 8 b lz .; Ta fel Decoratie, 2 b l z .; eindelijk nogmaals, bij het huwelijk
van den Erfprins met de Prinses van Pruisen »plegtig gevierd!', 13 b lz .; Ta fel Dec. 2 blz. — Hoe onbeteekenend op zieh zelve
en hoe ontbloot van kunstwaarde die blaadjes obk zijn mögen, wij meenen er toch de aandacht op te moeten vestigen: uit
deze en dergelijke uitingen van den volksgeest leert men dien somtijds beter kennen dan uit menig dik boekdeel.
( * ) De dichters waren, 1° (bl. 1— 12) ( Voorzang) J .v ( a n ) V (lijm b n ) — 2 .(b l. 13—2 2 ). Een Amsterdammer (? ).— 3 (bl. 23—35)
J . v a n V lijm e n . — 4. (bl. 36—49) E. V e rm e ü le n . — 5 . (b l. 50—55) N. N ., Voor Oranje en Vaderland. — 6 . (b l. 59__
67) J. v(a n ) V(l ijm en ) J ( dnior). — 7. (bl. 68—74) Wil l em K im y s e r , Predikant te Vlissingen. — 8. (b l. 75—81)
N . N. 1#^9- (bl. 82—90) A. B erkhoff van Toulon geb. Houttüyn. — 1 0 . (bl. 91—9 8 ) Co rn e l ia Kuylburg geb.
Swa rt en s . — 11. (b l. 99— 106) D . Houtman. — 12. (b l. 107—4 1 1 ) J s . v a n B eusekom. — 13. (bl. 11 2—114) H end
r ik Adr iaa ns Bim a n tot Hoorn. — 14. (bl. 113—119) J an Wil l em Schaap te Monnikendara. — 15. (b l. 120 132)
Adr ian us van Me er t en , regeerend Schepen en Ouderling te Heusden. f— 16. (b l. 133—136) P . E. M ., met een Frantch
Zangstukje. — 17 (Het aanhangsel, b l. 3—2 4 ) M. Kl ik e e , ipet een feestzang.
( 3 ) F. Loos was stempelsnijder te Berlijn. Ilij stierf kort na het jaar 1800.