
Het treffend ongeval, dat de keerzijde vertoont enwaarbij honderden menschen den dood
vonden (') , is in het werk van Dr. J o h n Cam p b e l l , Lives o f the British Admirals containing
an accurate naval history from the earliest periods, 8 vol., vol. VII. Londen, 1817, p. 58—
60, aid us verhaald:
»Vermits het noodzakelijk werd bevonden, steeds zoo veel schepen mogelijk in zee te hou-
d e n , zoo waren deze- natuurlijk zeer yuil geworden; onder de hestaande omstandigheden echter
ontbrak de tijd om ze op behoorlijke en regelmatige wijze te herstellen. Het ontzet van
Gibraltar eischte het onmiddellijk afzenden van een zoo sterk mogelijke vloot. In dezen Staat
van zaken bleek het, dat de Royal Georye van 108 stukken, o n d e r’t bevel staande van den Ad-
miraal Kehpenfeldt en te recht als een der beste schepen van de vloot beschouwd, een lichte
kalfalering moest ondergaan, in zeemanstaal a parliament heel (een kanleling) genoemd: d .i. het
schip moest lot zekeren graad van helling gekanteld worden, om de gebreken onder de waterlijn
te doen onderzoeken en herstellen. Zulk een soort van kalfatering kan, als van zelf spreekt, alleen
in siecht water en by siil wedr bewerkslelligd worden. In den morgen van den 29sten Augustus
(1782, v. Annual Register o f England , 1782), was met dezen arheid aangevangen, bij
welken de limmerlieden van het schip door andere timmerlieden, van het dök te Portsmouth,
waar de Royal George voor la g , werden bijgestaan. Bij het onderzoek van ’t bekleedsel bleet,
dat d it herstel noodig had in een lager gedeelte dan men vroeger had verwacht; waarom het
schip natuurlijk nog meer over zijn kant moest gehaald worden. Toch ware h ie rin , zonder.
bijkomende omstandigheden, geen gevaar geweest; maar het schip was, gelijk dit het geval
bij het binnenkomen pleegt te zijn , overladen met bezoekers die van den wal kwamen, inzon-
derheid met vrouwen, waarvan er hijna driehonderd aan boord waren. Een aantal vrouwen
en kinderen van de matrozen en onderofficieren, wetende, dat het schip op zijn vertrek slond,
hadden de gelegenheid te baat genomen om hunne echtgenooten en vaders te komen zien. Nog
waren er 8 ä 900 man van de equipaadje, de mariniers daaronder begrepen, aan boord. De
strckking tot omslaan moest door ’t gewicht van zulk een massa volks natuurlijk vermeerderd
worden.
Ongeveer te tien ure ’s morgens, terwijl de Admiraal in zijn kajuit zat te schrijven en het
grootste gedeelte van het volk zieh tusschendeks bevond, ontstond er plolselings een hevige
rukwind, die het schip op zijn kant wierp, e n , dewijl al de geschutpoorten open stonden,
stond het onmiddellijk vol water en zonk. Een klein vaartuig, dat nevens den Royal George
lag, om dezen met voorraad tot de reis te voorzien, werd verzwolgen in den draaikolk, door,
het plotselings wegzinken van zulk een groot lichaam veroorzaakt. De Admiraal, versehe,idene
o iE eieren en de meesten van hen die beneden waren, kwamen om. Zij die zieh op het dek bevonden
waren gelukkiger en werden, op weinigen n a , gered door de booten van de vloot.
Men schat op bijna duizend het getal personen, mans, vrouwen en kinderen, die bij dit treu-
rig ongeval er bet leven bij inscholen; ongeveer 300 werden gered, meest tot de manschap
van bet schip behoorende.
5 8 5 . P l a a t LVH. 23 en 24 Februarij 1783.
E e u w f e e s t v a n h e t D i a c o n i e O u d e V r o u w e n - e n M a n n e n h u i s te
A m s t e r d a m , g e v i e r d d e n 2 2 e n 2 4 F e b r u a r i j 1 7 8 3 .
Voorzijde. De Barmhartigheid, voorgesteld als eene ziltende vrouw, met den Bijbel op
haar knie. Voor haar Staat een k raai, d ie , als bereikende die vogel doorgaans een hoogen
leeftijd, tot zinnebeeid strekt van den ouderdom. Achter de Barmhartigheid bevindt zieh een
gedenkteeken in den vorm eener obelisk, waarop een C (honderd) in een slangerond is uitge-
houwen. Nevens haar bevinden zieh het wapen van Amsterdam en een hoorn des overvloeds,
waarop zij met den vinger wijst, en die zinspelen op de milddadigheid der inwoners, aan
welke het Diakonie Oude Vrouwen- en Mannenhuis, dat op den achtergrond is afgebeeld, zijn
( 1) De partijgeest hier te lande beweerde z e lfs, dat de timmerman van den Royal George door de Amsterdammers was ora-
gekocht om die ramp te bevorderen. Zie la Lanterne Magique, n°. 7 , ult0. Novb. 1 7 8 2 , p. 110.
aanaanzijn,
en vervolgens, onder het wijs-bestuur der overheid en het zorgend toezicht van Din-
kenen en Diakonessen, zijn voortdurende instandhouding te danken heeft.
Om d e n r a n d :
G E S T IG T A° 1 6 8 3 .
Keerzijde. ln een krans van eikeloof:
E e r s t e
E e u w f e e s t
V A N - -H E T
D IA C O N :(ie ) OUDE
V EO UW E & M A N N EN
H U Y S :
GEVIERT DEN
2 3 & 2 4 f e b r :(,üaku)
ggj 17 8 8. ,(1)
Vöör het jaar 1683 werden de behoeftige oude vrouwen, ledematen der Gereformeerde Ne-
derduitsebe Gemeente te Amsterdam, uitbesteed. Deze wijze van armverzorging was uitcrsl
kostbaar, dewijl ieder bestedeling op f 100 ’sjaars te staan kwam, en bovendien weinig be-
vorderlijk aan het welzijn der hulpbehoevenden, die veelal vochtige keldcrs, koude vlierin-
gen en vunzige kotlen tot woonplaats kregen. Toen nu aan Diakenen, door het overlijden van
B a r e n d H e ll em a n op 12 October 1680, een-rijke erfenis was te beürt gevallen, besloot de
Kerkeraad, op hunne voordracht, dat geld tot het stichlen van een Huis voor genoemde vrouwen
te doen strekken. Door Burgemeesteren werd dit plan niet alleen goedgekeurd, maar
bovendien bij besluit van 1 Mei 1681 daartoe een ruime piek gronds in de nieuwe vergrooting
aangewezen, gelegen aan de oostzijde van den Amstel, tusschen de Heeren- en Keizersgracbt,
op welke piek het Huis dan ook van 1681 tot 1683 werd opgebouwd. Bij de opening, op
22 Februarij 1683, werden aldaar 100 oude vrouwen geplaatst. Dit getal onderging van lie-
verlede vrij wat vermeerdering, en (3) de dood van een anderen Amsterdammer, Ja n v a n
AfcEN, die op 29 Julij 1718 overleed, stelde de Diakonie in Staat, het gebouw te ver-
grooten en er een verblijfplaats voor Oude mannen aan toe te voegen. Het gesticht bevatte
in 1765 niet minder dän 557 oude vrouwen en 114 mans (*), en bij de feestviering, in
Februarij 1783, bijna 700 verpleegden van -beide kunnen. De bestjes behielden er echter
steeds de groote meerderheid, en het gebouw draagt ook den naam van Restjes-Huis, waar-
onder het nog heden, vrij wat beter dan onder zijn officiSlen naam, bekend is. Het feest,
breedvoerig door H. S t o o p e n d a a l beschreven (4) , naar wiens boekje wij den lezer, die er al
de bijzonderheden van wil kennen, verwijzen, splitste zieh in twee deelen. Op Zalurdag 24
Februarij werd door den Wijkpredikant, J o h a n n e s Cu p e r u s , een redevoering gehouden naar
aanleiding van Jo h . X : 22 , 23 (die kort daarna in druk werd uitgegeven) en op Maandag 22
Februarij werden twee plechtige maaltijden gegeven. De eerste, voor de verpleegden bereid ,
was bekostigd door J o a n F r e d e r ik . d ’Or v i l l e , Schepen en Baad der stad , wiens huisvrouw,
Ma r ia P h il ip p in e S c h r i j v e r (b) , tot de Begentessen behoorde. De gasten werden te dezer ge-
(* ) _ Beschreven in de Ned. J a e rb ., 1 7 8 3 , hl. 2 6 3 , en hü H. Stoo pend aal, ßeschrijvmg e n z ., b l. 75—76.
( 2) W a g e n a a r , A m t . , Deel IV. hl. 4 8 , 270 en 2 8 4 , d ie , Dee l VIIL hl. 4 9 5—5 0 8 , de sticliting en inrichting uitvocrig beseht!
j f t , doch volgens Stoopendaal, hl. 4 , in een dwaling Verkcert, met op bl. 496 het jaar 1684 als dat der stichting op te
geven. H. Sto o pend aal , Naauwkeurige beschrijving van alle deplegtiyheden des Eeuwfeests van het Diaconie Oude-Vrouwen en
Mannenhuis gevierd in hetzelfde huis op den 22 en 24 Februarij 1 7 8 3 , Amst., 1783. Zie Alg. Vad. L e t t., I . h l. 3 1 0 ; Ned.
Jaerb., 1 7 8 3 , b l. 2 5 9 - 2 6 0 .
) Wagenaar , VIII. hl.- 509.
(•') Ook in het Vervolg op Wagenaars A m s t., Deel XVIII. h l. 219—221.
( 5 ) Zie over dit echtpaar den penning n°. 5 2 6 , VII. hl. 117— 118. De gever zond ten voorineldcn e in d e /11500. Uit erkcntc-
lijkheid werd Mejonkvrouw d’Or v il l e , » met cen heer,nahaarWelEd.genoegen,verzocht,deplegtigheidmetharctegenwoordig-
heid te vereeren." Stoo pend aal, hl. 13. Vergel. bl. 1 6 ,6 6—6 7 , om te weten wie die uitverkorene was enhoewreedaardigdeon-
verhiddelijke etikette hem aan tafel verre van haar af plaatste. Zie ook bij hem he t vermelde aangaande de 700 opgedischte baar-
z en , wegende te zamen netto 700 pon d, en aangaande de zinnebeeldigc dessertstukken. Zie ook Ned. Jaerb., 1 7 8 3 ,h l .261—268.
le