
Reerzijde. Een krans van eikeloof, met het omschrift:
P E A EM IV M S O G IE T A T IS H A G A N A E P EO VINTD-ICANDA
E E L IG IO N E C H E IS T IA N A
BELOONING F dN B E T BAAGSCE GENOOTSCHAP TOT VE1WEBIGING FAN
RUN OBRISTELUKEN GORSBIENST.
De aanl eiding tot het ontstaan van het 's Gravmliangech Genootschap tot verdediging van den
Chnetelijkm Godedienst tegen deezelfe hedmdaagsche leetrijdero waa te zoeken in den' in-
vloed, dien de denkbeeiden van schrijvers, als BoLiRGEROKE en S h a f t e s b u r y in Engeland, als
V o l t a i r e , I I e l v k t iu s , V o l h e y , de Encyclopedisten, in Frankrijk, ook hier te lande hadden
uitgeoefend, en waardoor een nieuwc beweging op geestelijk en theologisch gebied was ontstaan
, maar meer bepaaldelijk in het verschijnen van P r i r s t i b t ’s Bistorie der verbaetering
van het Chrutendom (vert, uitgeg. te Dordrecht, 1782). Ter Synode van Zuidholland, in 1785
te Dordrecht vergaderd, werd bijzonder de aandacht gevestigd op het Eerste Deel van dat
werk, vermits d aa rin , als men zieh uitdrukte, » vele welgegronde en vele wichtige leerstuk-
ken zeer mishandeld en bestreden werden.” Dit gaf destijds aanleiding aan Gecommitteerden
der Classis van Gorinchem om een voorstel te doen » tot uitbieding eener praemie voor de
» beste verhandeling tegen dat werk en ter aanprijzing van het oprigten van een Genootschap
» in o n s land, opdat terstont, na het divulgeren van een Godsdiensthonend werk, eereprijzen
» op deszelfs beste wederlegging wierden uitgeloofd.” p) Dit tweeledig voorstel verwierf zoo
veel goedkeuring, dat op den 14den Julij 1785 vgf leden der Synode (S), in een vertrek der
Groole Kerk te Dordrecht bijeengekomen, zieh verbonden tot het oprichten van zulk een Genootschap
, een Secretaris benoemden, en door dezen een programma in het' licht lieten ge-
ven, aanzienlijke belooningen uitlovende voor de beste bestrijding van d'en inhoud v a n ’t
eerste deel des ^enoemden werks van P r ie s t l e y (*). In een tweede zamenkomst, den 16den
( 1 ) Deze tm r z ijie is ook door R. VtNinr.Es, met eenige vergrooting van het hemellioht, gegraveerd op da koperon « e lp la a t
van de Prpeoeriendelingen voor l a t janr 1 7 8 ? , in ha t votgende jaar te ’s Gravenhage, te Amatardam en te Haarlem nitgegaven
Tcgenover die afbeelding leest men de navolgende berijmde verklaring:
Schoon de achtbre Waerheid, hier vertoond i n w i t g ewaed,
Door scherpe pylen uit den afgrond word’ bescherten,
Het waekend oog van H em , die a lle s gadeslaet,
Is eeuwig over haer en haer belang ontsloten.
Zy vindt de vastigheid van haer behoudenis
In ’t Euangeliewoord, wacrop haer oog blijft staeren,
Het anker van haer ho op , waerdoor zy veilig i s ,
Geev’ kalnie rust hy ’t woen van stormen en van baeren.
Het kruis, waerin zy ’t he il van Gocls liefde le est,
Wyst haer vertrouwen op zyn schuldverzoenend lyden:
Het schild van haer ge lo o f versterkt haer edlen geest,
Hoezecr geweld en lis t, vereenigd, haer bestryden.
De rots der eeuwen, die dit zinryk opschrift draegt,
D e Christus is Gods zoon, za1 wank’len noch bezwyken.
En zöu de Godskerk, door die Petra onderschraegd,
Ooit voor den envelmoed der heische poorten wyken ?
De Christen, aangevnurd door yver voor Gods e e r ,
Strydt voor die waerheid en verdedigt Jesns leer.
( * ) Ö ctrooiy bl. x i . Aanspraak van J oh . H e r in g a , bl. l i h , beiden bij wijze van inleiding vdör de Prijsverhandelinoen
van 1787 geplaatst. y
( 3 ) Va n Käm p en , III. b l. 2 5 1 , z eg t: - v ijf predikanten van Dordrccht." Dit is blijkbaar eene vergissing. Wellicht zal
hij de tijdelijke verblijfplaats voor de standplaats hebben genomen.
( * ) V an K äm p en , t . a. p . , r eg t: - de daarop ingekomen v erhandelingen waren van A. V e l in o iu s , Theol. en Phil Dr
. een man, die rieh reeds te voran wegens geleerdheid, oordeelknnde, vlijt en vrljmoedlgheid, bekend gemaakt had an in 1803
Au-
Augustus ten huize van den Predikant Joharres Herirga,' te ’s Gravenhage gehouden, werd
deze, als oudste der leden, tot voorzitter, en de hofplaats als zetel van het Genootschap ge-
kozen; de wetten werden vastgesteld en onderteekend; het vijftal leden werd met een zesdc,
later nog met twee kerkleeraars uit Amsterdam (waar men eerst ook een dergelijk genootschap
had willen oprichten) en een uit den Haag aangevuld, en het getal bestuurders voortaan op
negen gesteld. Bij het programma van Junij 1786 werden voorts niet alleen binnen-, maar
ook buitenlandsche vermögende en geleerde lieden, voorstanders der waarheid, uitgenoodigd,
het Genootschap behulpzaam te zijn in het bereiken van zijn doel, zoo door bijdragen in
geld , als door het mededeelen van de aanslagen, hier en ginds tegen het Christendom -’in het
werk gesteld, met aanwijzing der middelen om die te verijdelen. Een daarvan was het jaar-
lijks uitschrijven van ppijsvragen; de antwoorden daarop zouden echter, na de bekrooning,
nog aan het onderzoek der Theologische faculteit te Leyden worden onderworpen; »w an t,”
zegt het programma, » echt goud schroomt geene beproeving.”
Het Genootschap, nit kleine beginselen geboren, wies spoedig in krachten aan; bekwame en
kundige mannen in en buiten Nederland traden als corresponderende leden to e; vele aanzienlijke
en vermögende lieden, en later aan hun hoofd Prins Willem V en de Prinses, be-
toonden zieh bereid, als Donateurs of Donatrices, buitengewone of jaarlijksche giften ten
behoeve van het Genootschap. af te zonderen. Vermelding verdient o. a ., dat de vrouw van
den Secretaris, Adhiarüs v a r Asserdelet, Predikant te Leyden, toen zij in 1787 overleed, aan
het Genootschap een som van / 6000— vermaakte, waarvan de renten jaarlijks ten behoeve
daarvan moesten worden besteed. Achtereenvolgens drukten de Zuidhollandsche Synoden in
1786 te Delft, en in 1787 te Leyden, gelijk ook de Waalsche Synode te Zierikzee in h et ge-
meide ja a r gehouden, benevens andere met die van Holland corresponderende Synoden, haar
Sympathie met het Genootschap u it, gelijk de Staten van Holland en West-Friesland evenzeer
in het reeds vermelde Octrooi. De eerste algemeene vergadering werd gehouden te ’s Gravenhage
, op den lo a « Julij 1787, bij welke gelegenheid de Voorzitter in ’t breede het doel
des Genootschaps ontwikkelde, als opgericht tegen de zoogenoemde neologen. Na bijua tachtig
jaren kan het zijn nut hebben, den aard van den strijd op theologisch gebied in 1787 te
vergelijken met den aard van den strijd,. die heden ten dage gevoerd w o rd t, en wij halen
daartoe aan, met eenige verkorting, watdeswegens door Hebirga werd gezegd.
» Begeert gy” , sprak hij, » eene schets van het leerstelsel dezer nieuwerwetsche hervormers?
»Velen onder hen ontkennen de noodzakelijkheid, het gezag en de Volkomenheid der gewyde
» Openbarmg; willen van geene Godlyke ingeving, voorzeggingen of wonderwerken hooren;
» monsteren geheele boeken en voorname plaatsen uit de Bybelrolle; veränderen de lezing van
» den grondtekst naar willekeur en verdraayen den zin van het Woord des Levens door val-
»sche of verkeerdelijk toegepaste uitlegregels. Zy verloochenen niet zelden alle verborgen-
» heden, die ons begrip te boven gaan, en het heilgeheim van God den Vader, den Zoon en
»den Heiligen Geest; zy boezemen averechtsche denkbeeiden van ’s Heeren oneindige deugden
» in ; zy betwisten zyne aanbiddelijke raadsbesluiten en verduisteren zyne groote daden, zoo
» in de natuur als in de genade; zy gelooven niet aan het bestaan van goede en kwade Enge-
» len en Adams schepping en val is by hen een verbloemde schildery. Zij gelooven weinig
»van onze aangeborene, algemeene en heerschappy voerende verdorvenheid, zien onze/meeste
» overtredingen als ligt verschoonlijke zwakheden aan en vrezen daarvoor geene eeuwigdu-
» rende straffen. De verzoening door eenen middelaar is voor hen eene ongerijmdheid; zy
OV" 1” a - T “ äer v“ d“ » “ “ UtrechtBchen H o o g lem .r 0 . h m en 0 . G o v c , Pre-
9 B B B D” ™ d“ *ls D“ > 1 ä“ Perhandelingen i . 1787 te - .H e g e nitgegeren.» B it la aú te i . minder
jufct. In het m o r ie n c h t, voor de P r ffr e r rW e lén ,™ van 178 7, in 1788 nitgegeren, leert men bl. 1 : .H e l Genoetteh.p biedt
. tliens de eer.I« vrnebt .a n in eene verbmdeling ven J. v a n V o n ,e r , mm Wien op de e er .ie A lg e « ;Verged. (19 Jnlñ 17871
. d e gonden eerepnj, ie loegewezen. Wlj eeggen de e er .I. vrnebt, om dat de bekrooning e . «itgnven der r e rW e /in j e « tegen
.b e t aerate deel vrn, de to im ee i r r e er iee ir tn g e„ een M C h M n A e m , nie een afzonderlijke vemebtin g van vijf leden meet
.w o r t .» beachouwd.” Z,e ook de ^ r n n * . bl. « , z , die er bijvoegt: . en d.arom ook niet ^ n alle eorreapondenten en bo-
- noraire leden der Ma.tseheppij, maar alleen mm anlken, die tot deae byzondere v.rriebting bebben willen „edewerken aiin
» toegeschikt.” J
la s -