
keurige verzameling van uitlandsch gevogelte in oogenscliouw nemen, reed over Ouderkerk
en Ámstelveen naar de plaats, waar de Pruisische Iroepen waren gelegerd geweest, ontbeet
bij Burgemeester V a n d e P o l l , woonde op de Admiralileitswerf het van stapel loopen van
een schip bij en bracht den avond in den Hollandschen Schouwburg door (I). Den 5<len,
na nogmaals een oorlogschip van stapel le hebben zien loopen, reden de vorstelijke bezoe-
kers de Muiderpoort uit en reisden over ’s Graveland naar Dieren (2). Eerst den 17*» kwamen
zij, na in Gelderland en Utrecht verschillende plaatsen bezochl te hebben, op, het Huis ten
Bosch terug (3).
9 8 t . P l a a t LXXV. (Juli 1788.)
G e d e n k p e n n i n g v a n h e l S c h u t l e r l j k Exe r c i t i e - G e z e l s c h a p le Del f l .
Poorzijde. De Nederlandsche Maagd , mel gepluimden helm , speer en vrijheidshoed, slaal
aan hel zeestrand. »Zaglkens,” zegl de Verkläri-ng, »leunt zij legen een gedenkzuil, waaraan
drie wapens boven elkander zijn gehangen. Boven Holland, in hel midden Oranje-Nassau-
Pruissen, vereenigd onder dine kroon, beneden Delfl. lin k s van haar een brandend h e rl,
als zinnebeeld der liefde, op een met lauwerguirlandes omkranst altaar, alsmede een hoek-
steen. de godsdienst, waarop een bij b(‘l , gekantteekend BIBLIA, en daarop een wierooks-
vat is geplaatst. Op den hoeksteen zijn de letters J(ezus) C(hristus) gehouwen. In de zee
een roeiboot, met drie roeijers en een stuurmaa . d ie tegen de branding en den stroom oproei-
je n , zinspelende op het sehip van Staat, den Sladhouder en de gevaren der laalste tijden, die
nog niet overwonnen waren. Een helder hemellicht, waarin het Alziend wakend Oog der
Voorzienigheid, bestraalt dit tafereeltje.”
Om den boyenrand leest men in een wimpel:
H E T S C H Ü T T E R L1JK E X E R C I T I E GE S E L SCHAP B IN NE N D E L E T .
En in de afsnede, op een hangkleed , het vervolg:
OPGER ICHT |
DEN X XXI OCTOBER :
MDCCLXXXV .
Keerzijde. Binnen een krans van oranjetakken, met vijf appels |||h e t getal der Icden van
het Vorstelijk gezin — en door een pijlbundel gesloten, op een plaal:
/ 1)' ]n een gesclirevon Catalogus der Tooneelstukken die op den Amsterdamschen Schouwburg ttijn vertoond geworden leest
m en: - Op Donderdag 4 September 1788 werd bet Tooneel Extra geopend (bet was toen de besloten tijd) en voor den Prins
van Oranje gespeeld:
»Een Tooneel uyt het Treurspel Gaston en Bayard.
• Het Klooster uyt het Treurspel Gysbrecht van Aemstel.
„ pantalon voogd en minnaar van Columbine o f de doodverrijsenis van Arlequin, Ballet.
• Blaise en Babet, Opera.
»D e plaatsen waren a lle ve rhoogd, uytgesonderd d e Staanplaats, welke niet is gebruykt, de ontfangst was/ 1 3 2 6 , en een
Present voor de Acteurs en Actrices van sestig Ducaten.”
( 1 ) Zie Ned. Jaarb. , 1 7 8 8 , bl. 1331—1343: vooral he t tweede bericht, 1334—1343. Over het bezoek te Zaandam, 1365
1366. Verder d e Nederl. Mercurius, LXV. bl.. 95—103 en 121— 128. Voor de verdere reis, bl. 159—166; Vad. Hist. Verv.
, n Ned. Jaarb. , 1788, bl. 1315. Dat het reisje een politiek doel had zal wel aan geen twijfel onderhevig zijn. Wei wordt
het door den Verslaggever, die met de vorstelijke familie sprak (t. a. p . , b l. 1 3 4 3 ), niet vermeld; doch men kan het opmaken
uit h e t bezoek aan he t wapenschild van Bbntinck, een der helden van Doggersbank, in de Nieuwe Kerk-, en uit dat aan de
Pruisische batterijen gebracht, aan den optocht der Bijltjes e n z ., terwijl b l. 1335 van Broek getuigd wo rd t, hoe het er roem
op raocht dragen , aan de jongste onlusten geen het minste deel geliad te hebben. '
DE GODSDIENS T ,
. EENDRAGT , L I E PD E EN
TROUW.
I S ’T VASTE . FUNDAMENT
VAN 1EDER
• STAATS GEBOUW. (i)
17 8 8.
» Terwijl de voornaamste Aanvoerders en Leden van het Exercitie Genootschap te Delft in
druk en gevangenis kwijnden of buitenslands rondzwierven, zegepraalde het Schutterlijk Ge-
zelschap van Wapenhand.el, waarmede het eertijds kampte en dat voor een tijd door hen ten
ondergebracht werd.” Met deze jammerklacht vangt de schrijver van het Feroolg op TVage-
naar (2) zijn verhaal aan, waar hg het vervaardigen van den hierboven beschreven penning
gaat vermelden. Het Gezelschap, d at, na het onderspit gedolven te hebben, het hoofd we6r
zegepralend opstak, vond hierin genoegzame aanleiding om een penning te Jäten slaan, waar-
van door de Bestuurders, P. S o h n e , W. S t e e n b e r g e , P. v a n E n g e le n , J. H. Z e e , A. S j iit s en
P. H a z e lh o r s t , op 25 Juli 1788 een exemplaar in goud den Erfstadhouder werd aangeboden,
met een aanspraak (8),, waarin, zegt de schrijver van het Feroolg (4), »de vleyery den toon
gaf.” Immers de spreker verzocht Zij ne Hoogheid, » dat het Hem (Haar) behagen mögt, by
de beschouwing van dit metaal te gedenken aan een notabel gelal Ingezetenen van het Prin-
selyk Delft, welke, wel verre van zieh met den stroom van ongeregelde nieuwigheden te hebben
laten vervoeren, cordaatheid en moeds genoeg bezaten om aan Eed en Pligt getrouw te
blyven.” Exemplaren in zilver werden den 28»te" Juli 1788 op tie groote zaal van het Prinsen-
hof le Delft aan de leden van het Wapengezelschap uitgedeeld, bij welke gelegenheid de reeds
genoemde P. v a n E n g e le n een aanspraak in dichtmaal hi cid (*).
9 8 « . P l a a t LXXV. 1788.
E e uwf e e s t v a n d e n t o c h t v a n P r i n s Wi l l em I I I n a a r E n g e l a n d .
Foorzijde. Een rechtsgewend borstbeeld, in Romeinsch gewaad en gelauwcrd, met het
Oms c h r i f t :
WI L L IAM . I I I . OE . BLE SSED . MEMORY.
WILLEM I I I GEZEGENBER GEB A CHTEN IS.
Keerzijde. Binnen een lauwerkrans :
BRI TONS
NEVER
WI L L BE
SLAVE S
BE BRITTEN ZULLEN NIMMER SLAVEN ZUN.
( 1) Dit was tevens de zinspreuk van het Gezelschap van Wapenhandel.
(A ) Deel XX. b l. 381—382.
(.* ) Zie de aanspraak in baar gebeel in de Ned. Jaarb., 1788, bl. 1070—1071.
( * ) Bl. 382.
( 6 ) Ned. Jaarb., 1 7 8 8 , bl. 1069. De penning komt niet dagelijks voor. Zie V an der C h ij s , Tijdschrift II. bl. !
f 6— ; bl. 834 / 7.— .