
ü i
"I!I i I I
Om d e n r a n d :
V IV A T DE * P R IN S E N P R IN S S E S
I n d e a f s n e d e :
. 1 . 7 . 7 . 2 . ,
GEB.(oren) D.(en) 24. AUGU(stiTs)
In lood. De achterzijde van dit zeldzaam, maar ruw bemerkt stukje uit de penningkas
van den Heer Blikman Kikkekt te Amsterdam, draagt sporen van aanhechting, als had het
tot roksknoop gediend.
Het vier- of vijflal penningen, hier medegedeeld, kan reeds doen vermoeden welke vreugde
hier te lande heerschte, toen Prins W illem VI, op den 24 Augustus 1772, op het Huis ten
Bosch bij den Haag, werd geboren. Plegtige bezendingen uit verschillende Gewesten en uit
enkele Steden, bragten a.an den Stadhöuder de betuiging over der deelneming van hen die zij
vertegenwoordigden, of verhoogden den luister der plegtigheid van den doop, d ie , op den
17 September 1772, in de Groote Kerk te ’s Gravenhage, den jonggeborene werd toegediend (i).
De leerrede of redevoering werd bij die gelegenheid gehouden door Johannes Munnekemolen (®),
naar aanleiding van Gen. I : 28 : Z ijt vrughtbaar en vermenighvuldight ; de doop toebediènd
door Petrus Nieuwland. Omstandig wordt in de geschriften van den dag al wat ter viering
van dat geboortefeest, zoo in de hofplaats als elders voorviel, geschetst (3).
I
499. Plaat XLIII. 1772.
G e d e n k p e n n i n g d e r F r a n s c h e u i t g e w e k e n e n .
Voorzijde. Een wercldbol, waarop onderscheidene landen voorkomen en de namen: dania,
SVECIA, BRITANIA, RVSSIA, HOLLAND: (ia) , HOLSAT: (ia) , LVBECA , ALTONA, DANT.'(isCVm), HAM-
bvrgvm, EL:(ectoratvs) hanov: ( r ie n s is ), d v g : (atvs) brvnsvig : ( e n s is ) , HAss:(ia) C Ass:(ia ),
gom : (itatvs) ysenb : (vrgi) , b v d : (a) , nAss: (ia) homb : (vrgvm) , proving : (iae) regís prvssiae ,
helenopolis , gom : (itatvs) saraep : (ontivm) , el : (e c to r a tv s), saxoniae, march : (ionatvs)
byrvthin : (ia e ) , dvg : (atus) bip : (o n tivm ), palatinatvs , march : (ionatvs) bad : (ensis)
int: (e r io r is ), march: (ionatvs) onolsb : (v r g en s is ), dvg (atvs) wvrtenberg: (en sis), H elvetia.
Dat i s : Denemarken, Zioeden, Britta n n ie, Rm la n d, Holland, Holstein, Lübeck, Altona,
Dantzig, Hamburg, het Keurvorstendom Hanover, het Hertogdom Brunswijk, Hessen - Kassel,
het Graafschap IJtenburg, Bu d a , Hessen-Homburg, de Staten van den Koning van Pruissen,
Lunenburg, het Graafschap Saarbruggen, het Keurvorstendom Saksen, het Markgraafschap
Bayreuth, het Hertogdom Tioeehruggen, de P a ltz, het Markgraafschap Baden, het Markgraafschap
Oels, het Hertogdom JVurtemberg, Zwitserland.
Om d e n r a n d :
A SY LA EM IG R A N T I VM GAL L OR V M.
TOBVLUGTSOORDEÑ DER UITGEWEKEN FRANSCHEN.
( 1) Zic de afbeelding van den trein in den Neäerl. Mercurius, XXXIII. b l. 130.
( - ) J . Munnekkmoi.en , kerk red e b y gelegenheid van de bcdiening des H. Loops enz. ’s Ilagc 1772. Vergelijk de Kerkelijke
Kerkrede te r bovengetnelde gelegenheid uilgesproken in de groote kerk van Maassluis, door K. van Wa rm en. Maassluis en Leyden
1772. Zie Vad. L e t te r o e f , 1 7 7 3 , II. 1. bl. 56. — Het ontbrak cvenuiin aan gedichten en andere stukkcn. Zoo bijv. L e
Morgenstond, voorspel, door M. G. d e Cambon geb. van d er We r k e n , ’s Gravenhage 1772. (Vad. L e tte ro e f., 1773, bl.. 83 );
P. v a n S c h e e le , Neerlandsch heil b y de geboorte van Willem Frederik 1772; J. F. F u chs, Oratio panegyrica in natales Gui-
. lielmi Frederici. Harlcini 1 772; J . Ruardi Carmen panegyricum in Arausiae principie Guil. Frederici natales. Daventriae 1772;
C. A. Wetstbniüs , Cunae Arausiacae. L . B. 1772.
( * ) Zic den Nederl. Mercurius, XXXIII. bl. 80—8 1 , 96—1 0 1 , 108—1 0 9 , 130— 1 35, 158—160; Ned. Ja e rb ., 1 7 7 2 , bl.
695—6 9 9 , 758—775; Vaderl. Hist. Beschr. IV. bl. 1 - 1 1 ; Verv. Vad. H is t., XXV. bl. 267—27 0 ; Stuart t .a .p . bl. 491— 494.
Keeril
m
Keerzijde. Een zu il, waarop het beeid der Ghristelijke Liefde.
Om d e n r a n d :
P R O T E C T O R IB V S
AAN (onze) BESCHERMERS
In d e a f s n e d e :
P IE T A S EM IG R A N T :(ivm) G A L LO R :(vm)
M D C C L X X II
DANKBARE HULDE DER UITGEWEKEN FRANSCHEN 1772 (').
480. P l a a t XLIII. (1773.)
P r i j s p e n n i n g v a n h e t P r o v i n c i a a l U t r e c h t s c h G e n o o t s c h a p
v a n K ü n s t e n e n W e t e n s c h a p p e n .
Voorzijde. Minerva, onder een oranjeboom gezeten, reikt een laauwerkrans uit. Zij heeft
aan hare linkerhand het wapenschild der Provincie Utrecht, gedekt door dat der stad. Op
voor- en achtergrond ziet men boomen, weidend vee, een ploeg, weegschaal, zwaard,
slangestaf, graadboog, aardkloot, koopwarenbaal en mikroskopische en sch e ik un d ig e werk-
tuigen, de wetenschappen aanduidende, die het Genootschap beöefent. In het verschiet de
stad Utrecht.
I n d e a f s n e d e :
B . C. V.(an) C A L K ER.
Keerzijde. Een laauwerkrans.
Om d e n r a n d :
P R O V .(inciaal) U T R E C H T S C H . G E N 0 0T S C H .(ap) V.,( a n) K O N S T. (e n)'
& W E T EN S C H .(appen)
Bij resolutie van 3 Junij 1778, werd door de Stalen van Utrecht een genootschap in de stad
van dien naam, onder den zoo even gemelden titel gevestigd, met verlof om dezen in publieke
geschriften en op penningen of zegels te gebruiken. Vermits echter de dag van de op-
rigting en van het eerste regiement tot 1 Januarij 1773 werd teruggebragt, meenen wij ook op
dat jaar den prijspenning te mögen plaatsen. Het Genootschap voerde toen als zinspreuk:
» Besteed den tyd met kunst en vlyt” en leide tot aan h e t jaar 1775 slechts twintig leden;
maar bekwam in 1776 grooteren aanwas. Den 28 Junij 1776 werden verbeterde weiten vast-
gesteld en het getal der Directeuren van vijf op acht gebragt; terwijl dat der leden tot op twee-
en-tachtig aangroeide. Den 24 April 1777 hield men de eerste algemeene vergadering en
schreef men de eerste twee prijsvragen uit. In het begin van 1778 verkoos men nog vier Directeuren
, herzag en verbeterde men de wetten en bekwam men, zoo als wij reeds vermeld hebben,
het octrooi van vestiging; en in October aanvaardde Prins Willem V welwillend het protecto-
raat,terwijl Lodewijk Ernst, Hertog van Brunswijk-Wolfenbuttel, tot hönorair lid werd geko-
( 1) De reclcn, dat wij dezen penning, die van vreemden oorsprong sebijnt (en wclligt afkonistig is uit Denemarken, als bet
eerste daarop vermelde iand) hier opneracn, is omdat ook Holland daarop als toevlugtsoord der uitgewekenen voorkomt.