
Om d e n r a n d :
h o lla n d is de b r u ijd d a a r de h o n in g e om d a n s e n V re e d e m e t de
P r u ij swyla g g e n om de F r a n s e n A N N ° . 178 7 («)
De penningen, onder N°. 706—714 medegedeeld, hebben allen betrekking op den inval
der Pruisen in September 1787. Het ligt niet in ons bestek, de oqrzaak, den loop, het
einde en de gevolgen dier belangrijke gebeurtenis in het breede te beschrijven; en wij ver-
wijzen hem, die daaromtrent behoorlijk onderricht w il zijn, naar de schrijvers, die een
en ander tot een onderwerp van opzettelijke behandeling hebben gemaakt (»). Vol-
doende zij het hier te herinneren, dat Pruisen zoo min als Engeland het met een onver-
schillig oog kon aanzien, hoe al meer en meer bij het steeds toenemen der twisten tusschen
de partijen hier te lande, ook de invloed toenam van Frankrijk, bij *t welk de Patriotten
hun steun zöchten en ook tot het laatste oogenblik meenden te vinden. Heeds F r e d e r ik d e
G r o o t e had pogingen aangewend tot hevrediging der partgen (»), en ook na zijn dood (17
Augustus 1786) bleef zijn opvolger, F r e d e r ik W il l e m , hoezeer anders bekend om zijn steeds
weifelende Staatkunde, die bevrediging als een wenschelijke zaak beschouwen (*), wat in
den broeder der Prinses van Oranje dan ook niet vreemd kon schijnen. Intusschen aar-
zelde de Koning om door te tasten, en zijn afgezant T h u l e m e t e r was de man niet om er
hem toe aan te zetten; immers zoo wij geloof moeten slaan aan de klachten van H a r r is ,
die hem in zijne brieven herhaaldelijk van Franschgezindheid beschuldigt, waardoor hij dan
ook aan ’t zoogenaamde Hof van Nijmegen bij de vrienden van den Prins weinig vertrouwen
genoot (5); Vermoedelijk zou F r e d e r ik W il l e m dan ook aan de Patriotten vrij spei hebben gela-
ten, zonder hun onvoorzichtige aanhouding van de Prinses bij de Goejanverwellensluis (28 Jung
1787), welke handeling hij niet anders kon of wilde aanmerken dan als een hoon aan zgn
geslacht en hem persoonlijk aangedaan. De vertoogen door T h u l e m e y b r , z o o ter Generaliteit
als bij Holland ingediend, werden niet beäntwoord dan met contra-vertoogen («), en weldra
verspreidde zieh in Augustus 1787 de maar, dat Pruisen toebereidselen maakte (7) om zieh
de verlangde voldoening door kracht van wapenen te verschaffen niet alleen, maar daardoor
tevens Prins W il l e m V in zijne waardigheden te herstellen. De Patriotten echter hadden
zoo lang van hunne onweörstaanbare dapperheid en van de zekerheid eener Fransche hulp
gesproken, dat zij eindelijk van de eene zoowel als de andere overtuigd waren en niet kon-
den gelooven, dat de Koning van Pruisen zijn bedreigingen ten uitvoer zou durven leggen(8).
Bitter vonden zij zieh alzoo te leur gesteld en verrast, toen dit laatste werkelijk plaats vond
en zij, verstoken van een bekwaara krijgshoofd, zoo wel als van de gehoopte Fransche hulp,
( 1 ) Als tegenhangers van vers en medalje liad men tabakdoozen, met dit opschrift:
Hollant ¡8 de bruyt,
Daar de koninge om danse
Wy lachge met Engelant
Wy kouwe het met de Franse.
De-allegorische voorstelling op de andere zijde, met de woorden Vryheit, Gelykheyt-, Broederschap, wijst evenwel op een
later tijdvak dan ’t jaar 1787. Ook bestaat er een zinnebeeidige prent, Dans om de Hollandsclie Bru id geheeten. Zie Cat.
Hist. Atla s Va n Voorst , n°. 953 (c ), b l. 51.
( s ) Zie Ned. Jaarb. , Sept. — Oct. 1 787; Vad. Hist. Fern., XV.; T h eod . P h i l, v on P f a u , Geschichte despreuszischen
Feldzugs in d e r Provinz Holland im Jahre 1 7 8 7 , Berlin, 1 7 9 0 , m it Ka rten und Planen, 4 ° .; in het Franschvertaald, a ld ., 1790,
8 ° .; in h e t Nederd., Amst., 1 7 9 2 , 2 de e len , 4°. Zie Vad. L e t t., 1 7 9 2 , b l. 10 8 ; Naauwkeurig Historisch Verhaal van de
verrichtingen d e r Pruisische troepen voor Amsterdam, met een k a a rtje, Amst., 1 7 8 8 , 8 ° .; B i l d e r d i j k , X I I ., met de aldaar
bl. 20 5—209 aangehaalde bronnen.
1 3 ) Fad. Hist. V e rv ., XI. bl. 330.
( < ) A id ., b l. 347.
( * ) L ettre de N. de T hul eme t er à M. von H er t zb erg , 25 Septembre 1 7 8 7 , in het(N ede rl.) Rijks-archief, Deel 1.,
' s Gravenbage, 1 8 5 7 , bl. 3 8 6 , waarvan de uitgever, Mr. J . K. J. de J o n g e , getuigt: Cette le ttre e st curieuse en tan t qu’elle
explique la conduite équivoque de M. de T h u l em e t er pendant les troubles.
(®) Vad. Hist. Verv., XV. bl. 65—105.
( 7 ) A id ., b l. 131.
( s ) Zie he t Monument voor Am sterdam, I Iatm z ang , bl. 134 (m).
ververraden
door den Rijngraaf van S a lm , op wiens in dienst blgven zij zieh zulke aanzieu-
lijke opofferingen hadden getroost, zelve ongeöefend in het krijgvoeren, slechts drie dagen
na dat de Pruisen over de grenzen waren getrokken, het zoo goed versterkte Utrecht in
overhaaste vlucht moesten verlaten (16 Sept. 1787) en het geheele land in onderwerping
zagen komen, uitgenomen alleen Amsterdam, dat nog tot den lOden October een wakkere
houding behield en voor ’t minst zonder schände den weörstand opgaf. Met de capitulatie
dier stad kan men dan ook den veldtocht der Pruisen, door hen met weinig verlies vol-
bracht, als geSindigd aanmerken i;(i)?.,4it-<
915. P l a a t LXX. 1787.
G e r e p e n n i n g , d o o r d e S t a t e n v a n H o l l a n d e n W e s t f r i e s 1 a n d a a n
d e n H e r t o g v a n B r u n s w i j k , a l s o p p e r h e v e l h e b b e r v a n h e t
P r u i s i s c h e l e g e r , g e s c h o n k e n . 2 N o v e m b e r 17 87.
Voorzijde. Het borstbeeld van den Hertog, rechts gewend, in ’t harnas, met breed or-
delint en hermelijnen mantel.
Om d e n r a n d :
OAI-(o l t s ) W IL H E LM ’(vs) FBRD'(in a n d v s ) D YX BRYNS V’(ig a e )
BORVSS-(ia e ) EX E R C IT -(vs) IMP-(e r a t o r )
KAREL WILLEM FERDINAND, HERTOG FAN BRUNSWIJK, OPPERBEFELHEBBER
FAN HET PRUISISCHE LEGER.
Onder den geknotten arm de voorletters van den naam des vervaardigers H ¿'(chepp) /'’(ecit).
Keerzijde. Drie ineen gestrengelde kransen of kroonen, een van grashalmen, een van
eikeloof en een van laurieren, den stededwinger, den voortreffelijken burger en den held,
in een persoon vereenigd, geschonken (2).
Om d e n r a n d :
AYI T^E L IB E R TA T I S ASSERTO R I - I IOL LANDI i E & WE S T E R I S I i E
ORDINE S I I NOY’(em b h is ) 1 7 8 7-
B E STATEN FAN HOLLAND E N WEST-FRIESLANB AAN B E N HANDHAFER B E R
FOORFABERLIJKE FRIJHEIB. % NOFEMBER 1787.
91«. P l a a t LXX. 1787.
Ee r e - en d r a a g p e n n i n g , g e s c h o n k e n a a n d e H o o f d o f f i c i e r e n
h‘e t P r u i s i s c h e l e g e r o n d e r b e v e l v a n d e n H e r t o g v a n
B r u n sw i j k . 2 N o v e m b e r 1 7 8 7 .
In alies — behalve dat onder den arm op de voorzijde alleen een S ( g h e p p ) staat
lijk aan den vorigen, verkleind.
( 1) 13 September. — het Pruisische le g e r , 18000 man sterk, overschrijdt de grenzen, Ned. Jaarb., 1 7 8 7 , bl. 4340. —
Declaratic van den Hertog van Brunswijk, a id ., bl. 4585—4592 (ook afzonderlijk, 4 biz. 8°.). — 1 October, Wapenstilstand,
a id ., bl. 5332. — 10 October, de Overtoomsche conventic, a id ., 5365. — Van het voor Amsterdam gebeurde bestaat een
kunstplaat: Het Monument voor Amsterdam. Zie Naauwk. Hist. Verhaal, bl. 43— 44 (c). Het portretvan den Hertog van
Brunswijk vindt men o. a. bij von P fau , Hoogd. editie; in de Vad. Hist. Verv., XV. bl. 136 enz.
In de HS. Verzameling Gedichten van 1 7 8 7 /1 7 8 8 , komt, b l. 8 8 , voor een DichterRjke inspraak door den geest van Frederik
den grooten bij gelegenheid, d a t zijn troonopvolger zich van Holland meester heeft gemaakt.
( * ) In de Ned. Jaarb., 1788, bl. 1 3 1 8 , worden deze kransen aldus verklaard: * De gras- o f kruidkroon (want zij wierd van
alle soorten van kruiden gevlochten) wierd genoemd Gramínea en ook ObsidionaUs, en v o lg e n s't getuigenis van P l in iu s , aan
een veldbeer opgedragen. De tweede en derde zijn de bekende Corona cívica en Corona triumphalis.” Zie ook Lon. Jobert ,
Kennisse d e r aloude enhedend. Gedenkp., Le id en , 1 7 2 8 , in den Bla dwijzer, op het woord Kroon.
Den