
— 112 —
benevens het wapen van Haarlem, met de zinspreuk: Y ig it v im v ir t u s , (Dapperheid ver-
wint kracht of geweld) en op den sokkel I. G. HOLTZHEY FEC.(it).
Keerzijde. Een lauwerkrans, met lofwerk versierd en gesloten door het wapen van T e y l e r :
keel met twee loopende tijgers van goud, gescheiden door een baar van lazuur, waarop een
kruisje van zilver tusschen twee wassenaren van zilver. Daaronder op een wimpel.-TEYLER.
I n h e t v e l d :
E E R P E N N IN G
v a n T EYL E R ’s
GODGELEERD
G E N O O T S C H A P
to e g e k e n t a an A)
J E R O N IM O b e BO SCH (■).
5 S 8 . P l a a t XL VIII. 1778.
E e r e p e n n i n g v a n T e y l e r s T w e e d e G e n o o t s c h a p (>).
Vmrzijde. De vijf nevens elkander staande of zittende tot 6in groep vereenigde Frije E rn sten,
te weten: de Dichtkunst, met een versbundel in de hand: de Tomkumt, die de lier tok-
kelt: de Deelihouwbmst, met een passer in de eene en een kleibal, om te vormen ot te
boetseren, op de andere hand: de Sckildorkunst, met palet, penseel en morn: de Bouwhmst
met eene bouwkundige teekening in een raam gevat. Op den sokkel: I. G. HOLTZHEY FEG.(it).
Om d e n r a n d o p Voor- en Keerzijde:
OMN E S a r t e s q y a e a d h y m a n i t a t e m p e r t i n e n t
H A B E N T QYODDAM COMMYNE Y IN C Y LYM
AL LE KÜNSTEN, E IE E E BESCEAFING (o/de menscMeid) BAKEN, EE BBEN
E E N GEMEENSCEAPPELIJKEN BANE.
I n d e a f s n e d e :
P IE T E R K IK K E R T (*j
18 0 8.
( » ) AUeen de naam is gegravecrd. Voor liet gestempelde toegbkbnt a a n , staat op een penning, in 1782 aan Jan van
Gilse geg ev en, toegekend aa n , mcde gestempeld. Ook bestaat er, verschil in de takken en bladeren. Er zijn dus twee Stempels
van de keerzijde van dezen fraaijen penning geraaakt.
( * ) J ebonimo de Bosch behaalde twee eerepenningen bij Teylers Godgeleerd Genootschap, de eerste wegens eene verhande-
lin g (zie 4*> Deel der Werken) Over de gevoelens d e r oude Wijsgeeren wegens den sta a t d e r zielen na d it leven, waarvoor Dan .
Wijttbnbach met goud en bij met zilver bekroond werd. (Zie daarover v. d. Aa , Biogr. Woordenb., b l. 1002.) D e tweede
wegens een Verhandeling van den sta a t d e r Christenheid bij d e opkomst van Mohammed. De verhandebng van Michael Pap
Szathmkri gaat voor en die van P. A. C. Hugenholtz en van Valentintjs Slothouwer volgen zijne verhandeling in het
V ijf de Dee l der werken van Teylers Godgel. Genootsch. Deze arbeid van de Bosch wordt niet vermeld in de lcvensschets
van hem bij v. d. Aa , Biogr. Woordenb., b l. 1000—1006.
( * ) Afgebeeld voor het eerste en volgende deelen der werken van Teylers Tweede Genootschap.
C ) P i e t e r K ik k e r t behaalde dezen gouden eereprijs voor zijne verhandeling over de vraag: Wat is de red en , d a t de Ne-
derlandsche School, zoowel voorheen ten tijden van hären grootsten bloei, a ls hedendaägs, zoo weinig meesters in het hisioriele vak
opgeleverd h e e ft, en de middelen om in d it gebrek te voorzien ? gedrukt 1 8 0 9 , als 17*> Stuk der werken van Teylers Tweede Ge-
nootschap met de verhandelingen over hetzelfde onderwerp van A. v . d . W i l l ig e n , J . v . M an en Az. en F. X. B d r t in . Hij
was tcekenmeester in 1798 te Leyden en later te Schiedam. Zie verder v . d . A a , Biogr. Woordenb., bl. 171— 172.
Keer-
Keerzijde. In e e n l a u w e r k r a n s :
D O C T R IN A E P R A EM IVM
EX T E S T AM EN T O
PETRI TEYLER v .(a n ) d . (kr ) HVLST
H AR L E ME NS IS n a t i d i e x x v
m a b t i i m d o c i i d e f v n c t i
D I E V I I L A P E I L I S
M D O C L X X V I I I
GELEEREEEIES BELOONING, FOL GENS E E N UITERSTEN WIL VAN PIETER
TEYLER VAN E E R EÜLST, FAN EAARLEM, GEBOREN E E N 25
MAART 1702, O FE R L E E E N E E N 8 APRIL 1778.
. Op den 8 April 1778 overleed te Haarlem een voornaam en zeer vermögend burger dier
stad, geboren in den jare 1702, en die reeds in den eersten bloei zijner mannelijke jaren het
voornemen had opgevat, een Maatschappij te slichten tot aankweeking en bevordering van
wetenschap. Uit bescheiden, in zijne' nalatenschap gevonden, blijkt, dat dit zijn voornemen
reeds bestond twintig jaren vöör het ontstaan der Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen
te Haarlem (in 1752), en hij mag alzoo worden 'aangemerkt als de eerste ontwerper eener der-
gelijke inslelling hier te lande. Vier-en-vijftig jaren oud geworden, bragt P ie t e r T e y b e r v a n
d e r H u l s t zijn voornemen ten uitvoer, door, bij uitersten wille te bepalen, dat zijn geheel vermögen
— ’t welk, volgens de overlevering, met groote zorg en spaarzaamheid beheerd en ver-
meerderd, zeer aanzienlijk was — na zijn dood, met uilzondering van een betrekkelijk gering
gedeelte, tot andere einden o. a. ter oprigting van het zoogenaamde Teylers Eofje bestemd, ten
eeuwigen dage zoude blijven onder het beheer van vijf personen (de eerste reis door hem zel-
ven aangewezen) en een door hen aan te stellen boekhouder. De inkomsten van het kapitaal
moeslen voornamelijk strekken tot het in-stand-houden van twee altoosdurende Genootschappen,
ieder van zes bestuurders, die op gezette tijden in het woonhuis van den erflater —4 het nog
zoogenaamde » Fundatiehuis van T e y l e r ” in de Damslraat bij het Sleepershoofd te Haarlem
zouden vergaderen, en wel, het eerste zestal, het Godgeleerd Genootschap, wekelijks op Maan-
dag, »om met elkander te verhandelen allerleie onderwerpen, tot den Godsdienst of Gods-
dienstige waarheden en deszelfs vryheid in den ßurgerstaat behoorende” ; het andere zestal,
om hetzelfde te doen over de vijf vakken van wetenschap, t. w. Natuur- , E ich t-, Geschied- ,
Teeken- en Penningkunde.
Beide Genootschappen waren gehouden, jaarlijks een prijsvraag uit te schrijven , betrekking
hebbende tot de vakken, aan hare zorg toevertrouwd: de vragen over het eerstgenoemde Ge-
nootschap, dus uitsluitend over Godgeleerde onderwerpen loopende, die van het andere over
onderwerpen uit een der vijf genoemde vakken na de rij af genomen. Aan den schrijver van
het bekroonde antwoord werd een gouden eerepenning toegezegd, ter waarde van vierhon-
derd gulden.
Nog beschikte de erflater, dat zijn boekerij en zijne verzameling van penningen, teekenin-
gen en prenten, ten grondslag zouden strekken tot verzamelingen, waardoor het oogmerk van
den slicliter, de bevordering van Godsdienst, de aanmoediging van Künsten en Wetenschappen
en het nut van ’t algemeen zouden kunnen worden voortgezet en ten volle bereikt (J). Uit
deze beschikking onlstond het beroemde Teylers Museum.
Weldra versehenen berigten aangaande T e y l e r s Eerste en Tweede Genootschap, waarbij Be-
stuurderen de voornaamsle bepalingen van des erflalers uitersten w il, nu door den dood van
kracht geworden, aan ’t algemeen bekend maakten, gelijk mede de voorwaarden van bekroo-
ning en uilgave der prijsverhandelingen (2). Hoe aan de gedane oproeping beantwoord werd ,
(> ) Vad. Hist. Verv., Deel XXV. bl. 3 3 9 ; St uart, II I . bl. 257.
( 2) Zie Ned. J aerb., 1 7 7 9 , bl. 15—2 4 , en het berigt vöör het Eerste Deel d e r Verhandelingen raakende den Natuurlijken
en Geopenbaarden Godsdienst enz. Haarlem 1781.
b lijk t
II. 29