
predikanlen behoorde, die zieh niet oatzagen hun andersdenkende ainbtgenooten ran onrecht-
zinnigbeid te beschuldigen en zoo ran den kansel als in 'I konsistorie tegen hen uit te varen,
maar zelfs, toen anderen terugtraden, alleen den slnjd rolhield en de bewerker werd der
scheuring, die in de gemeente plaats greep , terwijl h ij, met nog twee anderen, S c e o l t b h en
R e o t z k , de eerste leeraars werden bij de afgeseheidenen, die zieh, nu den naam gaven van
» Herstelde Lutherschen.”
De Nederl. Mercurius, die het Luthersehe kerknieuws altijd zeer breedvoerig vermeldt,
heeft ook eenige bladzijden ran zijn jaargang 1793 (484—489 , 521—628) gcwijd aan de inwij-
ding en beschrijving ran de nienw gebouwde kerk der Herstelde Luthersche Gemeente en ,
op bl. 402, de afbeelding van den gevel medegedeeld.
De plechtige viering der inwijding werd op 2,5 Augustus voorbereid door een leerrede in de
Gasthuiskerk, van Ds. S c h ö l t e n , over Psalm 122. Bij de inwijding zelve verving een orkest
van 86 muzikanten het nog niet gereed zijnde orgel en voerde, ter inleiding, een feest-ouver-
ture u it, door den orkestmeester Ca s p a r H o d ekm a n n (toen een komponist van naara), vervaar-
digd en bestuurd. De inwijdingsrede van Ds. H am e l a u , over Exodus XX: 24 (laatste gedeelte)
werd voorafgegaan en gevolgd door het zingen van Psalmen en liederen, met begeleiding van
t orkest, en de plechtigheid besloten door de uitvoering van een muziekstuk in drie afdee-
lingen. » Nimmer,” zegt de verslaggever, »> is eenig openbaar muziek met zulk eene alge-
meene toejuiching ontvangen geworden en, hetgeen opmerkelijk was, Psalmen en Gezang werden
zonder de minste verwarring gezongen. Het tusschenspel van het orkest deed de uitmuntend-
ste werking” (l).
Op Zondag 1 September had een herhaling plaats van het voornaamste gedeelte der muzikale
werken, en spraken Ds. S c h ö l t e n en Ds. R e u t e r een tweede en derde inwijdings-leerrede uit
over Psalm LXXXVil : 1 en Prediker I V : 17 ( 2 ).
Het kerkgebouw op de Kloveniersburgwal werd, volgens het plan van den architekt Z iesf.-
n i s , door Ja n S h it en H . H. IIelmers e n Z o o n gebouwd; de eerste steen was op 1 July 1792
gelegd door A n t h o n y E b e l in g .
De woorden uit Handel. 11 : 4 2 , » Ende sy waren volherdende in de leere der Apostelen” ,
die nog in den gevel van ’t gebouw te lezen zijn, hebben blijkbaar ook den teekenaar van.
penning n°. 811, bij het ontwerpen van de figuur der Godsvrucht, voor den geest gestaan.
813. P l a a t LXXVIL 1793.
V r o e d s c h a p s p e n n i n g v a n ’s H e r to g e n b o s c h . 1 7 9 3 .
Met dezen penning wordt de rij der ßossche Vroedschapspenningen gesloten, waarvan de
lijst, door H . P a l i e r , in 1851, ten tweeden male, uitgegeven,81 verschillende Stempels vermeldt.
Foorzijde (*). Een Stroomgod (de Diese), als naar gewoonte met den rechterarm op een
watervat rüstende en met de linkerhand een roeispaan houdende, ligt op den voorgrond.
In ’t verschiet vertoont zieh de stad van de noordzijde te zien, en de weg die er heen leidt.
B o v c n , o p e e n w im p e 1:
S I L V A DVCI S
'S HERTOGENBOSCH (ß).
(* ) »Wij weten ,” zegt de Ned. Mere. , b l. 4 8 9 , * geen voorbeeld, ten minsten in ons vaderland, van dergelijkc kerkmu-
ziek by eenige protestantsche gezindheid . . . in zulk een goede orde enz. . . . uitgevoerd.”
( * ) De drie inwijdingsreden kwamen spoedig bij J . Ammelin g uit. Ned. Merc. , 1793, b l. 486. '
( 3 ) H am e la u was gehuwd met G. B r u g m a n , en hun zilveren bruiloft, die in 1787 gevierd werd, is op een penning
herdacht. Zie Cat. Bom , Maart 1 8 6 0 , n°. 1549. Hij overleed in 1804 te Amsterdam. Zio verder Van d e r A a , in v. en
de Schets, b l. 1—6.
(•>) Op Plaat LXXVII als keerzijde afgebeeld.
( 5 ) Weldra zou h e t , voor een poosje, Brutusbosch heeten.
S ■ (EN A T U s ) C * (ONSTTLTO) \
VOLGENS RAADSBESLUIT.
Dit was, volgens P a l i e r , bl. 32 (*), op 31 October 1792 genomen.
Keerzijde. De Maagd van den Bosch steunt met de rechterhand op een scheepsroer en om-
vat met de linker de Gerechtigheid, kenbaar aan de weegschaal, die zij in de linkerhand
vasthoudt. Links op den achtergrond het stadhuis.
Om d e n r a n d :
SAC RA V T R IV S Q V E S ED E S .
BEIDER HEILIGE ZETEL.
In d e a f s n e d e :
MD C O X C I I I - (i)
Volgens P a l ie r was de teekening van den penning ontworpen door Va n H eu r n en B o w ie r ,
en brak de Stempel reeds vöör 16 October 1793, toen er nog maar zestig exemplar en waren
geslagen; waarom hij dan ook den penning zeldzaam noemt.
8 1 4 . P l a a t LXXVII 1793.
Bij d e tw e e d e o p e n i n g v a n d e M u n tb u s te H a r d e rw i j k , o n d e r h e t
m u n tm e e s t e r . s c h a p v a n M. H. L o h s e . 1 7 9 3 .
Foorzijde. De Hoop, met haar anker als wandelstaf, wandelt längs het strand. Achter
haar Staat een smelthuisje, waar een dikke rookwalm uit opstijgt. Een drietal schepen nadert
met volle zeilen de kust.
Om d e n r a n d :
S P E R A T A E E R U N T M E TA L LA .
Z IJ VOEREN HET VERLANGDE METAAL AAN.
l n d e a f s n e d e :
H. W. F . ( e c it ) , (2)
Keerzijde. Het wapen van Gelderland; daaronder :
M O N E T A E
G E LR O - Z U T P H A N IC A E
IUDIOIO I I . FACTO
C .(ü d i) C .(ü r a v it )
M. H. L 0 H S E.
1 7 9 8
NADAT HET TWEEDE ONDERZOEK DER GELDERSCH-ZUTEENSCHE MUNT HAD
PLAATS GE HAD, HEEFT M. H. LOHSE IN HET JAAR 1793 (dezen 'penning.)
DOEN SLAAN.
( 1) Afgebeeld bij V a n O rd sn , PI. X X I , n0/. 2 9 , en beschreven bl. 104.
(•*)■ H. W. op dezcn penning en T. I . W. op n°. 681 (1 787) woven vermoedelijk stempelsnijders aan de munt te Harderwijk.
Het werk, dat zij leverden, maakt ons niet begeerig om meer van hen te weten. Kramer vermeldt hen ook niet.
Het