
™ T * e' dle. pM haar nieuw '•'S1™'!!!! gearresteerd (30 December 1786 en 26 Januarij
1737) en 24 commUsariaaen benoemd had om haar te vertegenwoordigen, voor de borst moest
stuiten, ap rat ran zeit. Eerat vervoegden zieh, op 21 Februarij, 16 i 17 ingezetenen van Amsterdam
en vervolgens de Kolonei Van Goddoevel met zestig Offioieren bij Burgemeeateren om
een adres in te dienen, strekkende, dat de Vroedschap haarafgeyaardigden zou gelaaten tegen
dievoorstellen te stemmen (l). In een zeer onvoltallige vergadering nam de Troedschap, bij meer-
derheid van t t n e stem, een besluit tot behoud van het Corps van S a lm en tot vermeerdering
van het garnizoen te ’s Hage met dat krijgsvolk. Den 24«» Februarij was de Vroedschap
we erom vergaderd, maar kon dien dag (Zaturdag) haar deliberatien niet ten einde brengen,
voor zoo verre die betroffen het toestemmen in de buitengewone middelen over 1787 en het
plan eonciliatoir, door den Kaadpensionaris van Holland voorgeslagen, aangaande het reeds
vermelde voorstel van Haarlem. Het verslag van Gecommitteerden uit den Baad strekte om
de stads financiün niet boven mate te bezwaren en daarom als middelen van bezuiniging in
aanmerkmg te nemen 1°. het verminderen van de onkosten, die het Cordon veroorzaakle, voor
zoo verre zulks behoudens de veiligheid der Provincie kon geschieden, en 2°. adviseerde de
meerderheid der Commissie om de extraordinaris-middelen niet loe te staan dan onder voor-
waarden eener zoo spoedig doenlijke afdanking van het Corps van S a l b .
Dit vrij uitgebreid Verslag was ter visie van de leden der Vroedschap nedergelegd; maar
het tijdsverloop tot Maandag 26 Februarij gaf aanleiding, dat de zaak nogmaals besproken werd
en zoo vervoegde zieh V a k Goddoevee reeds vroeg op dien dag — en nu met niet minder dan
95 Burgerofficieren (-) — bij Burgemeesteren, ten einde, zoo bij monde als schriftelijk, aan te
dringen op het in dienst houden van het Corps van S a lm en het in stand houden van het Cor-
dop. Die aandrang binnen ’skamers was vooräfgegaan door een andere daar buiten op de
groote zaal of loopplaats van het stadhuis (s). Toen Hooft ’s morgens aldaar gekomen was,
had bij zieh vinden opgewacht door een talrijken volkshoop, die, met ongedeklen hoofde, hem
het ernstig verzoek deed »de zaak des Volks ter harte te nemen met al den yver, waarmede
» de burgery hezield w a s; dat aller hoop op hem en op de brave minderheid der Vroedschap
» gevestigd was: dat men Hem en Hen verzocht, nu vooral onn rikbaar pal te staan: dat thans
» het oogenhlik daar was, waarin men zorgen moest, dat de Oranje cabaal niet triumpheerde
»an dat hy verzekerd konde zijn, dal de brave Burgery Hem en Hen met goed en bioed zoude
» bystaan en beschermen.”
D e s c l i r i j v e r d e r N e d e r l . J a a r h o e k m , d i e v e r z e k e r t (*) o m t r e n t d i t g e v a l d e e c h t s t e b e r i c h t
e n t e k u n n e n m e d e d e e l e n , z e g t : d a t H o o f t , i n s g e l i j k s m e t o n g e d e k l e n h o o f d e ( s) a a n d e o m -
s t a n d e r s e e n v o o r e e n d e h a n d g a f , m e t d e w o o r d e n : » d a a r z a l i k v o o r z o r g e n , z o o v e e l i k
» k a n , e n , d e s n o o d s , m i j n h o o f d v o o r u t e n b e s t e g e v e n . l l v ;
Bij deze aigemeene verzekering buiten ’skamers liet H o o f t het niet; zieh aan de spits van
de bewegmg en in bepaalden strijd plaatsende met zijn ambtgenooten, verzekerde hij aan V a s
G o u d o e v e e en zijn mederequestranten, »dat hy als burger wel de eerste zou willen zyn om
» d it request, indien het by de Staten moest ingeleverd worden, te onderteekenen en zieh aan
» ’t hoofd te stellen om het mede naar ’s Hage te brengen, dat hy de zaak der burgery altoos
» als de zyne zou aanzien en hehartigen, en hun aller Vader zy n , dat hy het verdriet even-
» wel h ad , dat de twee andere Burgemeesters (D e d e l en B e e l s ; de vierde, Cl if f o k o , was ziek en
kwam nimmer meer ten stadhuize) hem altyd tegen slonden:” zelfs ging hij zoo ver van beide
Heeren uit te noodigen, hun gevoelen te zeggen. D e d e l en B e e l s verklaarden, zeer verständig,
dat zij hun gedachten over het stuk zouden uiten, wanneer het in de zoo straks te houden
( 1) Ned. Jaarb. , 1 7 8 7 , bl. 269.
( 3 ) In den krijgsraad van 21 Februarij had men 7 Kapiteins-, 13 Luitenants- en 13 Vaandrigsplaatsen vervuld en hevige
gcschillen gev o erd, waarop later zal worden terug gekomen bij n°. 690 en 6 9 1 , de medaljons van Isaac van Goudobvkr.
( s ) Ned. Jaarb., 1 7 8 7 , b l. 257. Vergelijk deze betuiging met een andere aldaar, bl. 4 3 8 , en de aanteekening, bl 439 (*'!
( * ) A f d ., bl. 250. W '
( 5 ) De Regeeringsleden gingen altijd in v olle kostuum ten Raadhuize op en met hunne allongeparuiken.
Vroedi
n
Vroedschapsvergadering ter lafel kwam. Hierop vatte H o o f t andermaal het woord o p , en
vervolgde zij ne politieke geloofsbelijdenis (l) met te verklären, dat de Heeren, ter Slaatsver-
gadering afgevaardigd, niet ten genoege waren der burgerij, en dat deze recht had aan te
dringen op verandering in deze. » Ik voor my” , riep hij u it, »verklaar, dat de zaak van de
»burgerij de mijne is, j a , dat ik mijn hoofd en bezitting er aan zal wagen. — — Mijn advie-
»zen worden niet genoeg geteld en het schijnt dat men niet naar mij wil hooren. Ik bedoel
» geen eigen eer eh grootheid: wanneer ik buiten op het land met mijne hand het onkruid
» w ied, ben ik niemand daarvan rekenschap verschuldigd dan den Almachtige, voor wien al-
» leen ik mij nederbuige; wat er ook gebeure, ik vertrouw mijn' veiligheid aan dat Yolk, waar-
» van ik de Vader b en , en aan deze dappere mannen.”
Hoogdravende bombast was in die dagen, toen vele zeer gezöchte boeken voor de eene helft
uit puntjes en streepjes en voor de andere uit onzin bestonden, zeer geschikt om indruk te
maken, en natuurlijk daverde na de laatste uitboezeming Burgemeeslerskamer van het geroep:
»de laatste druppel van ons bloed voor den braven Vader Hooft/ ”
De Raadsvergadering, die nu volgde, duurde tot 3 uren, een in die dagen ongehoord langen
tijd, en de genomen besluiten kwamen, wat het wezen der zaak betrof, met het verlangen
der requestranten overeen. Intusschen stond de steeds aangegroeide menigte in de groote
zaal naar den uitslag te wachten, alles behalve gerust omtrent het beslotene: en niet dan met
groote moeite waren de leden der Vroedschap in Staat, zieh, na ’t scheiden der Vergadering,
een weg door de menigte en naar hun koetsen te banen. De volkshoop, al schreeuwende,
» Vroedschap 1 geen uilstel!” drong op Burgemeesterskamer aan, tot dat in *t midden dier
verwarring zieh H o o f t vertoonde, en , op een bank geholpen («), een toespraak aan het volk
hie ld, waarbij hij de verzekering gaf, dat nog dien zelfden avond tegen zes uren een nieuwe
vergadering zou beschreven worden. Intusschen was het reeds half vijf geworden en H o o f t
en zijn ambtgenooten verlangden naar huis; maar zeer verschillend was het onthaal, dat hun
van de menigte te beurt viel. Terwijl men D e d e l en B e e l s nog altijd feitelijk belette Burgemeesterskamer
te verlaten, droeg men H o o f t als op de handen naar zijn koets, en het »hoe-
zee!” der menigte vergezelde hem tot aan zijn h u is, welke ovatie door een fraaie plaat ver-
eeuwigd werd • (8). Des avonds helderde de voorlezing aan het volk van het beslotene in de
morgenvergadering het misverstand o p , dat bij de menigte omtrent den uitslag bestaan h a d ,
en onder gejuich verliet zij te tien uren het stadhuis, niet zonder nogmaals een hoezee aan
te helfen voor Vader Hooft.
Met fierheid had D e d e l des middags geweigerd het stadhuis längs een achtertrap te verlaten
(*) en in een mannelijke en krachtvolle aanspraak zieh in de avondzitting beklaagd over
het, gebeurde, vooral over het gedrag, door -zijn ambtgenoot H o o f t in Burgemeesterskamer ge-
houden, en diens uitval tegen hem en B e e l s , waardoor beiden schier waren prijs gegeven
aan de woede van het opgeruide gemeen. »De Heer H o o f t , ” zegt het geschiedverhaal, »heeft
» hierop niets geäntwoord,” eh wij zouden bijna durven verzekeren, dat zijn gewaarwordin-
gen, zelfs na de hem te beurt gevallen ovatie, niet dien geheelen dag even aangenaam ge-
weest zijn.
Zeer verschillend waren de oordeelvellingen aangaande het gebeurde op dien dag. Sommige
leden van Schepensbank wilden een publicatie doen uitgaan tegen alle samenrottingen; maar
een aantal burgerofficieren verzechten, of liever bevolen, bij request * dät dit niet zou geschie-
(;1) Op rÜm gebracht en te vinden in h e t HS. Verzameling van Gedichten, bl. 97. ^
( * ) Zie de afbeelding Vad. Hist. Vero. , XVII. bl. 50. De namen van h e n , die hem op den stoel (of bank) hielp en , en
der belhamels in dien oploop, staan in de Brielsche Courant van 26 Maart 1 7 8 7 , met naam, toenaam en karakter. Monument.
I. bl. 46 (/).
( s ) Het omschrift heeft: Toejuiching der Burgery aan e n z .. . . opgedragen aan alte de Braave Leden van het Illu ste r CoU
legie van den E d . Manh. Krygsraad. Waarschijnlijk is deze plaat het -Uitmuntend Monument ter eere van den Vader des Vaderlands
H. Hooft , dat zeer konstryk is geteekend en door een der beroemdste Meesters Staat ij
’t welk in April 1787 in de Faderl. Societeit ter bezichtiging lag. Zie Ned. Jaarb. 1787 bl. i
C ) Zie Leven van C. van L e n n e p , bl. 102.
u 't koper gebragt te word en,”
den