
— 226 —
Keerzijde. (Gegraveerd.) De Vrijheid, voorgesteld als een vrouw, bij een altaar gezeten,
die met de rechterhand de speer met den hoed vasthoudt (').
I n d e a f s n e d e :
V R Y H EY D
In November 1783 werden bij de Regering van Heusden twee verzoekschriften ingediend,
het eene door den Thesaurier J. H. R ie t ve l d t , de Procureurs H. F. P r ö b s t in g , A. H. v a n Caem
en F. E. H o y n c k v a n P a p e n d r e c h t , benevens den Advokaat Mr. Jo h . Co e n r a a d d e K o c k , die
het woord voerde uit naam van 32 onderteekenaars, die zieh in den wapenhandel wenschten
te oefenen, overeenkomstig een daartoe te vervaardigen reglement (*); het andere, door 106
Burgers, die de Burger-CompagniSn wenschten hersteld en gewapend te hebben: op welke
beide verzoeken terstond met groote meerderheid günstig beschikt werd. Aan deze twee ge-
beurtenissen en wellicht aan een derd e, die insgelijks haar oorsprong te danken had aan een
verzoekschrift, door de straks genoemde ingezetenen van Heusden, uit naam van 58 burgers,
ingeleverd, te weten, het herstel der vrije Magistraatsbestelling, waarbij Heusden de overige
niet stemmende steden van Holland voorging (3) , heeft de hier beschreven penning zijn oorsprong
te danken.
6 0 2 . P l a a t LVIU. (1785.)
Op d e w a p e n i n g d e r B u r g e r c o r p s e n .
Voorzijde. De Vrijheid, staande op een voetsluk en door een hemellicht bestraald, vertrapt
een ju k , ketens en een toorts. In de linkerhand houdt zij de speer met den Vrijheidshoed,
met de rechter reikt zij een eikekrans uit. Aan de eene zyde wordt door burgers een twee-
gelederen-vuur gemaakt: aan de andere zijde rukt een burgerkorps o p , met geschouderd ge-
weer, en ziet men een te n t, trommel, snaphaan enz.
Om d e n r a n d :
D OO R H A N D H A V E N G (sic) D ER V O O R R E C IIT E N
I n d e a f s n e d e :
L A G EM A N J?:(b o it )
Keerzijde. Een krans, uit eike- en mirteloof gevormd en door den zeven-pijlen-bundel
vereenigd.
Om d e n r a n d :
V O O R STA D EN V A D E R L A N D G E TR O UW I
Het open vak binnen den krans gaf gelegenheid tot plaatsing van een naam en ja a r ta l,
waardoor de penning, bij alle Wapen-Genootschappen en Schutterijen, ’t zij als prigs kon
dienen, ’t zij als onderscheidings- of vereeringsblijk kon worden uitgereikt (*). De vervaar-
( i ) - Over de beteekenis van dien h o e d , z ie d e n P o s t, III. b l. 1045.
(S ) Ned. J a e rb ., 1 7 8 3 , b l. 1973—1 9 74; de P o s t, IV. b l. 338.
( 3 ) Vad. H ist. Verv., VI. b l. 310.
( * ) AYerkelijk bestaan er exemplaren van den penning met verschillende inschriften. Bij H. va n G b ld e r , n°. 4 1 2 0 ,
kwam er een v o o r , met deze woorden in den krans gesneden:
S C H IE D A M S
V R Y C O R P S .
didiging
zal dan wel ook een spekulatie zgn geweest, hoedanige de zilvcrkashouder en graveur
L agebia n er wel meer heeft ondernomen.
6 0 3 . P l a a t LVIII. 1784.
P e n n i n g , in J u n ij 1 7 8 4 , d o o r d e n K a p i t e i n d e r A m s t e r d a m s c h e S c h u t-
t e r i j J. A. d e R o th , t e r a a n m o e d ig i n g t o t w a p e n o e f e n i n g a a n
z ijn e g e h e e l e C om p a g n ie g e s c h o n k e n .
Voorzijde. De Kapitein D e R o th reikt aan een burger, die met geschouderden snaphaan
tegenover hem Staat, den penning over. In het verschiet vertoont zieh een peloton gewa-
pende burgers.
Om d e n r a n d ,
gescheiden door het op bijlbundels rüstend stads wapen
T E R A A NM O E D IG IN G .
I n d e a f s n e d e , b o v e n e e n p a lm l a k :
W(ij)S 46
Keerzijde. Een krijgstrofee, met een eikekrans er tusschen. Daaronder op een wimpel:
I. A. D E R O TH (i) C A P IT .(e in )
De hier beschreven penning is afgebeeld boven een gedieht van G . B r e n d e r A B r a n d i s te
Amsterdam, bij P ie t e r G e r a r d u s G e y s b e r k , op de Princegracht en hoek van de Egelantier-
straa t, en bij L o u r e n s G r o e n ew o u d t , op den hoek van den Nieuwendijk en Oude Haarlem-
mersluis, in 1784 uitgegeven. Als uitdrukking v anjlen tijdgeest verdient het hier een plaats.
Aan A ms t els Schutterye, by het uitdeelen eener ziloeren gedenkpenning, door den fiVel Ed.
Manhaften Eeer Capitein J. A. d e R o t h , ter aanmoediging tot de Wapenoefening aan
Zyn Ed. geheele Compagnie geschonken in Juny MDCCLXXXIF.
Balaven^ die uw lust en vlyt
Het Vaderland hebt toegewyd!
Die, by den woesten kreet der tweedracht, uw banieren ~
Met heldenmoed en eendracht d e k t,
Wel toegerust ter wachte tre k t,
En Neerlands Waereldstad door burgertrouw blijft sieren.
Hoe streeld het blinkend eermetaal
Met al zyn glansch en wapenpraal
Elk Vryheidminnend h a rt, dat uwe vlijt wil loonen!
en de Ileer P. II. v a n Ge ld e r bezit in zijn rijke verzameling den penning, met het gegravcerde opschrift binnen den krans:
C. R. V A N W E S E L
L ID V A N ’T W A P E N
G E N O 0 T S : (oh a p)
T O T N U T D E R
S C H U T T E R Y .
Wij hebben bo v en, b l. 2 1 7 , noot 1 9 , ge zien, dat het Amsterd. Wapen-Gen. dien naam voerde.
(>) Mr. J acob Anthony de Roth komt op de Rcgcringslijsten van Amsterdam voor als Commissaris in 1 7 8 1 , en Schepen
in 1 7 8 4 , zijnde hij de eerste van zijn naam, die onder de Regenten der stad behoord heeft. Hij beklcedde nog in 1787 b eiden,
het Schepens-arabt en het Kommissariaat van Huwelijkszaken; doch behoorde, gelijk men kan nagaan, onder degcnen, die in
November 1787 wegens liun patriotsche denkwijze werden gerenoveerd, te meer daar hij. een van de negen Raadsleden w a s,
d ie , om aan de volksstem gehoor te g ev en, den 7a«» Mei 1787 op eene onwettige wijze waren gekozen. Zie Leven van C. van
L en n e p , II. b l. 112. In het pasquil, aldaar, b l. 1 1 3 , opgenomcn, wordt hij genoemd «een assurante Oost-Indisclivaar."