u m
D a a r-b e n e d e n f 7
U y t Y v f. r e n B e l e y .d
I s ’t I I e y l d e r S tadY g e b o o r e n ;
M a a r We e l d e e n . V a d z i g i i e y d
H e b e t h ä r e n V a l b e s c h ö r e n ;
Z o DE 0 U DE D e ü GD NIET W e DERKEERT
E n ’t N a k r o o s t B id d e n d W e r k e n l e e r t ;
D a a r o n d e r i n e e n k o m p a r t e m e n t :
(E cONOMIA ENCHÜS,A.ni,v
ÖPGERIG T
, 1 ? 1 7 7 9 .
Het Genootschap Oeconomiu, Enehusana w e rd den 2 April 1779 opgerigt door Mr. D. E. van
Loosf.i i , Mr. H. A. vah Bieiswmk , H. tau Staale» en Mr. Beabaadus Blök , welken laatsten wij
nog eens late r zullen verm eld en .
Het doel w a s , volgens het p ro g ramma , door he t verleenen van premien a a n :
a) Nijvere a rb e id s lie d en ,
b) Oprigters van nieuwe of b evorderaars van reeds bestaande fab riek e n , en
e) Bijzondere begunstigers van Handel en Zeevaart b in n en E n k h u iz en ,
zoo wel o nder de mindere standen den lust tot gezetten arbeid aan te w a k k e re n , als de alge-
meene volksvlijt te b e v o rd e re n , en d a a rd o o r, hoezeer dan ook hoofdzakelijk plaatselijk en tot
v e rbete ring v an he t lot d e r schamele burgerij van E n k h u iz en , tevens iets toe te brengen tot
h e t verste rk en van zedelijke k r a c h t, welke de grondslag van het geluk en de welvaart eens
volks moet zijn.
P rem ie n , in geld o f in zilveren en gouden eerepenningen b e s ta an d e , werden met min of
meer gelukkigen uitslag toegewezen, en enkele nuttige in ste llin g en , o. a. in 1780 een zooge-
naamd »Oeconomisch w e rk h u is ,” tot stand g eb rag t, tot d a t, in het j a a r 1801 hetGenootschap,
ten gevolge van de v erachterde w elv a art en n ijv e rh eid , als van de politieke geb eu rten issen ,
zieh genoodzaakt z a g , bij gebrek aan ondersteuning en aanmoediging, zijn werk k rin g in te
k rim p en en allengskens geheel insluimerde.
Het ontwaakte e ch ter tot een nieuw leven op 13 April 1816, onder d e Commissarissen A.
Bcyskes , A. J. Slljper en F. A. Doyvensz ; doch stelde zieh nu meer bepaaldelijk ten d o e l:
» Allen fabriekmatigen a rbeid van h e k e le n , sp in n e n , weven en breiden te b ev o rd e ren ;
» Het w e rk van de Groote en Kleine Visscherij aan te moedigen;
» Den handel binnen Enkhuizen te doen blo eijen ;
» Den scheepshouw te ondersteunen.”
Onder an d e re n uttige uitk om sten , welke men aan den invloed van het Genootschap dank
w e e t, noemt men het handhaven d e r stad Enkhuizen in het u itsluitend bezit van de kunst
om haringwant te b re id e n en de garens daarvoor te spinnen. Wel is het vervaardigde elders
nag emaak t; d o c h , w a t grondstof en bewerking a an g aa t, nergens geevenaard. Voorts schrijft
men aan d e Oeconomia Enehusana he t herstel d e r veemarkten en het bevorderen d e r arbeid-
zaamheid bij de minvermogenden toe.
In 1830 had h e t Genootschap, da t steeds zijn oude zinspreuk B id t en werkt bleef bewa ren ,
d e e e r , da t Koning Willem I het Beschermheerschap daarover aanvaardde (I). Het doel
des Genootschaps we rd n u nad e r omschreven bij a rt. 1 zijner nieuwe w e tte n , luidende :
»Dit Genootschap bestaat u it zoo vele Jeden, als daartoe verkiezen in te schrijven (NB. tegen
eene jaarlijk sch e bijdrage v a n / 3,—) en is voornamelijk ingerigt tot het uitloven van p rem ien ,
te r aanmoediging d e r werkzaamheden van den gemeenen man en vooral ook tot al d a tg en e,
h etwelk tot de ha rin g v issch e rij, met den aankleve van d ie n , behoort.”
In een Programma van 1846 vin d t men belooningen uitgeloofd a an :
( 1) Zie cle gedrukte oproeping uit Enkhuizen van 12 December 1838.
a) den yeehandelaar, die het grootste getal beesten op d e voorjaarsmarkt bren g t — / 25,— ;
b) nieuwe haringreeders — de y la g , zoodanig als h e t Genootschap gewoon i s , die te y er-
e e re n ;
c) h em , die een droog vaartuig of nieuwe vischschuit o p S t a p e l zet f 25, ;
d) h em , die een nieuw zeeschip laat b ouwen—- de zilveren medaille.
Voorts premien voor de beste g a ren s, toelagen voor d e draaij-jongens, prem ien voor h e t af-
breiden en boeten van w a n t , h e t sp in n en enz.
5 4 3 . P 1 a a t L. 1779.
O p h e t o v e r l i j d e .n v a n T h e o p h i l e d e l a T o u r , P r i e s t e r i n d e
R o o m s e h - F r a n s c h e K e r k t e A m s t e r d a m , 2 7 M e i 1 7 7 9 .
Foorzijde. De d o o d , met een zeissen g ew ap en d , zit op een graftombe, waaruit eene door
d e zon besehenen lelie o ntspruit.
O m s c h r i f t o p e e n w im p e l e n i n d e a f s n e d e :
JU S T U S G E R M IN A B IT S IC U T L IL IU M (i)
E T F L O R E B IT IN A E T E R N UM
A N T E D OM IN UM .
. B E REGTVAARDIGE Z A I ALS EENE L E L IE UITSPRUITEN E N IN EEUWIG1IEIB
B IJ. B E N HEER BLOEIJEN.
D a a r o n d e r :
I. M. L A G EM A N .
Keerzijde.
B ID VOOR DE Z IE L
V A N D E N
E E RW A A R D E N P A T E R
THEOPHILE d e l a TOUR
P R IE S T E R
I N D E .
R O O M S E F R A N S E K E R K
i i j • '
AM S T E R D AM
O V E R I .E D E N D E N 2 7 M A Y
i 7 i 9 .
5 4 3 . P l a a t L. 1779.
G e d a c h t c n i s p e n n i n g a a n d e n A m e r i k a a n s e h e n K a p e r k a p i t e i n
e n Z e e v o o g d J o h n P a u l J o n e s , h i e r t e l a n d e b i n n e n -
g e v a l l e n d e n 4 /5 O c t o b e r 1 7 7 9 .
Hoorzijdc. Het regts gewend borstbecld van den Kap erk ap itein , in de kleeding van dien tijd ,
met h a a rz a k , jab o t enz. Aan de troetels d e r epaulet h e rk en t men den hoofd-officier, aan
de ankers op d e kn o o p en , d en zeeman. In d en geknotten arm leest men: DUPRE F .(ecit).
( i ) Yergelijk Ho se a , XIV. v s. 6 ; Psalm 9 2 vs. 1 3 ; Spreuken 11 vs. 28.
Om