
» Op dezen dag,” gaat de Verklarung voort, »werd de acte door eene plegtige deputatie
uit H. H. Mögenden aan Z. D. Hoogheid overreikt.” — Het blijkt h ie ru it, hoe men zelfs op
dagteekenirigen, door tijdgenooten in staal gegrift, geen Staat kan maken. De aanbieding toch
h a d , gelijk wij bij penning 7 7 4 vermeldden, den 3Jon Juli plaats en het verslag daarvan werd
den 4dea Juli in de vergadering van H. H. Mögenden uilgebracht. ZieNed. Jaarb., 1 7 8 8 ,
bl. 1 1 0 1 , 1102. De schrijvers spraken alzoo, bij de verklaring van den penning, op bl.
1 9 9 9 van 1 7 8 9 , zieh zelve legen. Hoe Lageman aan de dagteekening van 10 Juli gekomen
is , kunnen wij niet nagaan; alleen is het zeker, dat de begane onnaauwkeurigheid aan den
penning, d ie , als artistiek produkt, met al dien noodeloozen omhaal en die poppetjes, die
schuilhoekje schijnen te spelen, belachlijk is, ook nog bovendien alle historische waarde
ontneemt.
WB. P l a a t LXX1V. 1788.
Op h e t b e h o u d v a n h e t G eme e n e b e s t , op de e e n s g e z i n d h e i d d a a r t o e
d e r Ge l d e r s e h e k w a r t i e r e n . Z e l f d e o n d e rw e r p a l s d e b e i d e v o r i g e .
Den 14den November 1788 besloten de Stalen van het Vorstendom Gelre en het Graafschap
Zutfen op den Landdag, te Nijmegen gehouden, om ter Provinciale Geldersche munt te
Harderwijk een zilveren medaille te doen slaan voor alle stemhebbende leden van het Provinciale
Hof en Rekenkamer en alle hunne Eerste Dienaren, uithoofde van hun standvastigheid in
het behoud van het Gemeenebest. Een briefwisseling daarover, met den graveur Schepp ge-
voerd, is nog aanwezig. Veel nieuws levert hij voor het onderwerp niet op (*).
Voorzijde. Drie vrouwenbeelden, met heim, borstharnas en speer gewapend, houden de
wapenschilden der drie kwartieren, Nijmegen, Zutfen en Veluwe. Voor haar een altaar,
waarop het wapen van Gelderland is gebeiteld.
Om d e n r a n d :
VT R V P E S IMMOTA MANET.
(Gelderland) STAAT PAL ALS E E N ROTS.
Keerzijde. Binnen een krans van oranjebladen en bloesems leest men:
R E P V B - ( lica)
AB 1N TERITV-
SERVATAOR.
D-(ines) D ( voatvs) G (elriae) ET C-(omitatys) Z-(vtphniae) O (vdi) I-(vsseevnt)
1 7 8 8 .
N AB A T N E T GEMEENEBEST VAN DEN ONBERGANG BE V R IJB WAS, HEBB EN BE
STATEN VAN HET HERTOGBOM GELBER EN HET GRAAFSCHAP ZUTFEN
(dezen penning) BOEN SLAAN (2).
1 7 88.
Zeven stuks werden in goud geslagen voor Prins Wille» V, zijn gemalin en hunne drie
hinderen, den Koning van Preisen en den Hertog van Brunswijk. De zilveren werden den
15den Augustus 1788, op den laatsten Gelderschen Landdag te Zutfen, volgens last der Staten,
door de Raadssecretarissen aan al de leden en Ministers dier vergadering gezonden (3).
M . rnhpm i w 1 « 6 1 , n°. 4 6 , -D e Geldersche medaille, geslagen volgens beshiit van den Landdag van
14 » L i m . ” D it" H . S. k e n n t tlians b ij den Heer J . H . v a n Gbdks te Dieren. Va s D oom. . » « , •
b l. 4 0 , had d e re n 1- n i n B reed s » .» S e a n r r « . g e k . «L J c , v trllro k cn „ e r d .
B e w b ^ e « « k M . g j g — I W In o l l j . e l werd t a t » . de .„w en teb n g v .n >7 8 7 , o .b een
v e L el tot bet“ . l n . . . . « « . - en gedenk,enning.n en be t «itreik.n
™ e « , ie n o g v o .r h .n d cn , l ' e ™ . , Cs a l u OT, Dee l V I I I , b l. 224 , 2 2 5 , vnlgen» " ^ 5
uitbnnfdc der k . , ten n b der g c v .lg c n ," eebrijft m en , w e rd e , zij nie. r .r vm d ig d o f mtgedeeid. A id ., b l. 275.
Huwe l i j k s p e n n i n g v a n Mr. I s a a c v a n T e y l i n g e n en G e e r l r u y d a
J o h a n n a Bouwe r .
Voorzijde. Onder een fantasie-kroon de wapenschilden van Teylingen en Bouwer vereenigd;
het eerste van goud, met den leeuw van keel, beladen met een lambeel van zilver; het tweede
insgelijks van goud, met een leeuw, doch zonder lambeel en die een ruit tusschen de klaau-
wen houdt. De Schilden rüsten op een console, waaraan het wapen van Rotterdam met een
festoen is vaslgebecht.
Om d e n r a n d :
L IN G E N e n 'GE ER TR UYDA JOHANNA BOUWER
een mirtetak, kruislings gestoken door een rozenkrans. Daaronder:
van T E Y L IN G E N
en BOUWER wyen
deez p ry s
aan R O T T E ’s arme j e u g d , .
te n l o o n van h aa r
Verdiens t e en deu.gd,
te n spoor in r ype r
levens tyen.
M l JSAAO van TEY
Keerzijde. Een palm- en
Omlaag, twee palmtakjes.
De herhaalde (!) nasporingen omtrent dezen penning hebben slechts deze vruchten opgelc-
verd. Mr. Isaac van Teylingen was de vijfde zoon van Dirk of Theodorus van Teylingen,
Raad en Vroedschap van Rotterdam (geb. 29 December 1689) en van Agneta van Miel. Hij
was herhaaldelijk Burgemeester (2) van Rotterdam, Advokaat-Fiskaal van het Kollegie der.
Admiraliteit van de Maze en Bewindhebber der Oostindische Kompagnie. Hij stierf in 1813,
nalatende een zoon, Mr. Paulus van Teylingen, die kinderloos overleed (3). Bij gelegenheid
van zijn huwelijk met G. J. Bouwer, toen hij destijds (1788?) lid van het burgerlijk Armen-
bestuur was, werd deze penning geslagen en daarvan enkele exemplaren in koper op de
Armenschool uitgedeeld, terwijl de leden der familie zilveren afslagen bekwamen. Het was
dus niet, zoo als men veelal meent, de stich ting van een eereprijs ook voor volgende ja ren
voor Rotte's arme jeugd ter belooni.ng van ijver en deugd. Trouwens noch het gemeente-
archief, noch de aanteekeningen bij de Armenscholen leverden daarvan eenig spoor op (*).
Het is overigens eene kleine bijdrage tot den sentimentelen geest dier dagen.
W8. P l a a t LXXV. 1788.
Op d e t i j d s o m s t a n d i g h e d e n .
Voorzijde. Een jeugdige vrouw, die met de opgeheven rechterhand een weegschaal
houdt, het zinnebeeid der gerechtigheid, en in de uitgestrekte linkerhand een mirtetak,
symbool des vredes. Met den voet vertreedt zij een slang, voor welks kop een masker ligt
(zinnebeeiden van boosheid en bedrog); twee duiven (die de liefde voorstellen) zitten aan
haar linkerzijde te Irekkebekken.
( 1) Vooral door ons medelid G. H. M. De l pra t , te -Rotterdam.
( * ) Ned. J a a rb ., 1 7 8 8 , 1)1. 9 1 9 ; 1 7 9 3 , bl. 941.
( s ) Het portret van Mr. I s a a c v a n T eylingen was op de laatste tentoonstelling te Delft, 't Is h e t eigendoin van den
Heer H o o g ew e g en , in den Oppert, te Rotterdam.
( 4 ) Mededeeling van Jhr. Mr. D. G. v a n T ey l in g en van K a u e r ik .