
En legt, met dank aan ’sleevéns Heer,
Den eeuiokring op het outer n e e r,
Terwyl zy , in geloofsvertrouwen ,
Het oog op ’t heilig woord blyft houen ,
Dat uitwijst naar de redestad,
Aan ’t eind van ’t smalle Kronkelpad.
Het viertal, uit haar school gebooren ,
Was vroeger stervenslot beschooren
Doch zy geniet de zoete troost
Dat drie herleeven in hun kroost,
Wier spruiten zelfs dit feest reeds vieren:
Dus mag de oiijftak haar versieren
Als ’t zinbeeld van haar vruchtbren eg t;
Dan, dat die band, zoo wel gelegd,
Reeds mée yoorlang heb ondervonden,
Hoe niets op aard blyve ongeschonden ,
Drukt liaar gebrooken Trouioring u it,
Dien zy, gedwee voor ’t hoog Desluit,
Bragt aan den voet v a n ’t outer weder.
Herdenkt zy billyk, blyde en teder,
Aan zooveel waereldwisseling,
In zulk een ruimen Jaarenkring,
De kloot, gerold in doom en roozen,
Wyl druk en heil zieh hier verpoozen,
Strekt, aan haar voeten, ten vertoog,
Hoe zy haar hart verhelfe omhoog,
En wenscht, verzaad van ’taardsche leeven,
» . In ’s Yáders hand den geest te geeven.
0 moeder P u t s ! God weet dien stond:
Zijn gunst die gij steeds ondervondt,
Brenge ook uw zeldzaam oude dagen
Aan ’t ’tydstip van zijn welbehagen.
P ie t e r v a n B r a a m .
» PIETERTJE BREEDVELD,
»Gebooren den 25ston November 1678, trouwde den l> ten September 1697 met J a n P u t s , die
op den 29*len Augustus 1724 is overleeden enz. enz.”
Op baren honderdsten verjaardag leefden er van haar 12 kindskinderen en 7 achter-kinds-
kinde ren, benevens de weduwe van eenen zoon en 6 echtgenooten van kindskinderen. Zij
overleed te Gouda den 20 Februarij 1779, oud lOOjarenenbijnadriemaanden. Zij was nooit ziek
geweest (!) of adergelaten; zelfs, volgens haar zeggen, nooit meer dan eens bedroefd; voor
het overige altoos vrolijk en tot haar einde toe bij het volk'omen gebruik van haar verstand (2).
5 3 9 . P l a a t L. 1778—1779.
P e n n i n g m e t N c d e r d ü i t s c h e o m s c h r i f t e n o p g e b e u r t e n i s s e n
in N o o r d -A m e r ik a .
Voorzijde. Een eiland van driehoekige gedaante. Ter linkerzijde naderen drie oorlogsche-
( i ) N ed . Merc. , XLVI. 1)1. 77.
( s ) Ned. Jaarb., Í7 8 0 , 1)1. 27.
pen
pen het stran d , van waar een aantal krijgslieden het dreigend gevaar ontvlugten naar eenige
sloepen die hen van de regterzijde lcomen opnemen. Onder het eiland een paar palmtakken.
Om d e n r a n d :
D’ V lu g te n d e AM E R IC A A N EN v an R O H D E Y LA N D Aug(«8)t(u;8) 17 78
Keerzijde. Een oorlogschip.
Om d e n r a n d :
DE A DM 1RA AL S E LAG v a n A DM IR A A L H OW E 1 7 7 9
Iloewel deze penning Nederduitsche omschriften heeft, duiden spelling en bewerking een
Engelschen of wel een Engelsch-Amerikaanschen oorsprong aan. Dat men er in Amerika op
uit was en er in slaagde hier te lande belangstelling op te wekken in de zaak der opstande-
lingen, is bekend; alsmede dat men evenzeer in Engeland dat medegevoel zocht tegen te
gaan; doch waarom—’t zij dan door Engelschman of Amerikaan—ju ist het voorgevallene op
Rhode-Island gekozen moest worden om op den penning te worlden afgebeeld, is ons niet duide-
lijk. ’t Kan een bloote Specula tie geweest zijn, als met den penning in 1748 op de verheffing
van W il lem IV geslagen, het geval was (zie No. 384, bl. 427) en in dat geval schijnt zij wel
geslaagd; want de penning komt meermalen voor.
5 3 8 . P l a a t L. 1779.
T w e e d e E e u w f e e s t d e r U n ie v a n U t r e c h t . 29 J a n u a r ij 1 7 7 9 .
Voorzijde. De Erfstadhouder Prins W il l em V, als Mars voorgcsteld, met de linkerhand steu-
nende op zijn wapenschild. Aan zijn regterzijde ligt de Leeuw, met opgeheven zwaard en
de zeven pijlcn in de klaauwen.
Om d e n r a n d :
J E M A IN T I E N D R A I .
IK ZAL HANDHAVEN.
I n d e a f s n e d e :
M D C C LX X IX .
A. V. (an) B A E R L I i. ( 1 ). ,
Keerzijde. Op het veld van den penning, boven het wapen van Utrecht:
MET HEM
H E B B E N W IJ
DE E E UW E E E S T E N .
V AN V R I JH E ID EN
E E N D R A G T - D IE
Z I JN E V A D R EN
B E V E S T IG T H E B B EN
G E Z IE N : MET HEM
Z U L L E N W I J ZE
B E SC H E RM E N .
Om d e n r a n d :
OP H E T TW E E D E E E U W E E E S T D ER U N IE VAN U T R E C H T
( 1) Zie over dezen stempelsnijder Dr. W a p , in de A strea , IV. b l. 216.
539.