
42 —
Lbobabd Patijb, beiden Hoogleeraren in de Geneeskunde, Dr. Lamb. Bicher en Cobbelis Noxe-
■Air, rredikanten b j de Remonstrantsche Broederachap en Mabtibus Schoetbb, Heel-en Vroed-
meester. Dexe wendden xich tot de Stalen, ran Holland met een verxoekschrift, waarbü xii
enms garen ran de opngting des Genootschapa , gclrjk mede ran den aard der werkxaamheden
en ran het doel, dat xij xich roorstelden,(tj, als: „Eensdeels, en wel roornamentlyk, het rer-
beteren en het uitrmden .ran Kunst- en Werktuigen. die strekken können ten roordeele ran
den Landbouw, Zeeraart en alle werktuiglyke Künsten en Fabryken, ter in stand hondinge en
rerbetennge ran R trie ren , Dyken, Wegen en Landeryen. ot ten nutte ran eenige roorname
takten der Nationale Huishoudinge. Anderdeels, het ontdekken, en door ontwyfelbare Proeren
erestigen ran meuwe waarheden of kundigheden in de Natuurkunde. Scheykunde , Natuurlyke
is o n e , raklikale Genees- en Heelkunde, het uitrinden ran nieuwe Genees- en Heelmiddelen,
en wat van diergelyke natuur meer zy.”
Voor de goede beantwoording der op le geren prijsrragen, xouden de schrijrers dier Stuken
gouden ot xilreren gedenkpenningen, met hunne namen daarop gesneden, ontrangen.
De Vroedschap van Rotterdam en Z. D. H. Prins W il l em V hadden aan het Genootschap reeds
hunne bescherming toegexegd, en nu rerlangden de adressanlen » de approbatie ran hun b'e-
staan en ran het xegel, dat xij xouden ro e ren , ran de Staten ran hun Gewest.”
De Maatsehappij der Wetenschappen te Haarlem, ran dit rerxoekschrift kennis bekomen
hebbende, meende, dal uit het te rerleenen octrooi hoogst nadeelige gerolgen roor haarxelre
xouden ontspruiten. Zij ontwikkelde hare bexwaren in een breedroerig adres, bij de Staten
ran Holland en Westrriesland ingediend. Het hoofdbexwaar was, dat in het eme gewest Holend,
iuras gelijksoortige Genoolschappen xouden bestaan, in strijd met de brieren ran octrooi,
aar door de Staten rroeger, en wel bepaaldelijk den 30 Julij 1761, als »BMandacha Maat-
schappy der Wetenschappen” rerleend. Dit adres werd met breedroerige Aammrkingen door
de Directeuren ran bet Bataafsch Genootschap wederlegd (=), die dan ook de roldoening
smaakten, dat het rerlangde octrooi hun bij Resolutie der Staten den 5 Julij 1770 rerleend
werd; waarop aldra het programma, ran eenige prijsrragen rergexeld, in ’t licht kwam.
Het Eerste Deel ran de Ferhandelingm van hei Bataafach Genootachap rerscheen le Rotter-
.^ Ü 774 H 'Van 1774-1794 sagen 12 deelen in 4°. het licht. De Nimwe Farhandelinam,
van 1800—1851, beslaan Deel I—XII, in 4°. (*).
Het plan en de Grondwetten van het Genootschap zagen in 1771 en in 1843 het licht.
4 5 3 . P l a a t XLI. 1770.
V i j f t i g j a r i g h u w e l i jk v a n J a c o b v a n d e r L e ly e n M a r ia
M a g d a l e n a v a n A s s e n d e l f t . 2 6 N o v em b e r 1 7 7 0 .
Foorzijde. Een boom, door het alziend oog bestraald, aan welken twee appelen, met twee
aan den stam gehechte wapenschilden, als: regts, dat van v a n d e r L e l y , zijndegekwartileerd,
1 en 4 van goud, bezaaid met regthoekige blokjes (billets) van sinopel en beladen met een klimmenden
leeuw van keel; 2 en 3 van zilver, beladen met een dorren boom, gerooid (arraehe), van
sinopel, terwijl achter het wapen de teekens der burgemeesterlijke waardigheid, twee bundel-
bijlen, geplaatst zijn. Links, dat van A s s e n d e l f t , keel, beladen met een stappend paard van
ztlver, van achter welk wapen een bloemstengel te voorschijn komt. Regts van den boom is
een versierd altaar, op hetwelk twee aan elkander gestrengelde harten branden en een L , het
cijfer van d e ja ren der huwelijksvereeniging, zieh vertoont. Links vier appelboomen, uit
’ '| >) Ned. Jaerh. , 1 7 7 0 , bl. 1004.
(■ ) Ned. Jaerh., 1 7 7 0 , b l. 1016—1032.
( * ) Zie Hed. Vad. L e t t., III. 1. bl. 5 9 5 ; het twccde deel verscheen in 1 7 7 5 , Vad. L e / /., XXV. 1. b l. 2 6 2 ; het derdein 1777;
het vierde m 1 7 7 9 , Vad. L e t t., 1 7 8 0 . bl. 4 1 ; het vijfde in 1 7 8 0 , Vad. L e t t., III. bl. 2 2 1 ; het zesde in 1 7 8 2 , ale varen,
IV. bl. 2 0 5 ; het zevende in 1 7 8 3 , ale ta r e n , VII. bl. 1 7 ; het achtste in 1 7 8 7 , a te ta r e n , 1 7 8 8 , bl. 4 3 7 ; het negende in
1 7 9 0 , ale voren, 1 7 9 1 , bl. 3 8 3 , enz.
( * ) Over deel I . zie Vad. L e tt. , 1 8 0 0 , b l. 5 4 6 ; deel II. ald. 1 8 0 2 , bl. 5 8 2 , enz.
welwelke
drie loten voortspruiten, welke getallen die der kinderen en kleinkinderen van het
echtpaar aanduiden.
Om d e n r a n d :
IA C O B T A N D ER L E L Y V IR 0 O N S. (lii-A e i s ) D E L E L : ( a s d i a b ) P R JET: ( o b )
ET C H O M A R C H : ( a ) E T M A R IA M A G D . ( a i . b n a ) V AN A S S EN D E L F T .
D E L P H I (is) JÜ N C T ji) 26 k o t : ( « « i iu )
1 7 2 0
JACOB TAN DBB LELT, OUB-BUB0EMEESTEB, B A IJUW E N DIJKOXAAF VAN
VELFLAND, E N UAB1A MAGBAJjENA VAN ASSENDELFT, GETBOUWD
TE DELFT, DE'N 26 NOTEMBEB 1720.
I n d e a f s n e d e :
Q. V.(a n ) M O E L IN G E N . F.(b o it )
Keerzijde. Onder een takje:
Viderunt faufti quorum hic
infignia lplendenc,
Conjugii junctof feedere luftra
decem.
Gratia rara D e i, conceila parencibuf
olim;
Rarior in natif continuata
tarnen.
Miramur, dum vita manet poft
fata nepoti
Hsec fero memorent jufla
metalla loqui.
De geluJckigen, wier wapens hier blinken, zagen (zieh) vijflig jaren door den hvmelijksband vereenigd.
Die zeldzame gunst van God, aan de ouders vroeger verleend, werd, wat nog zeldzamer is, ook aan
de kinderen herhaald. B ij ons leven zullen wij die bewonderen: na onzen dood zij het aan
dit rnetaal toevertrouwd, de gedachtenis daarvan aan den laten naneef over te brengen.
I n d e a f s n e d e :
D E L P H : (is) CE LE BR ( a t a e ) >2 6 NOV. (e m b u i s )
1 7 7 0
TB DELFT GEVIERD DEN 26 NOK 1770. \
Mr. J a c o b v a n d e r Le l y werd den 12 October 1698 te Rotterdam geboren uit A d r ia a n v a n
d e r L e l y en Ma r ia v a n S c h a g e n , d ie , gelijk uit het gedieht op de medaille blijkt, het yoor-
regt hadden hun gouden bruiloft te vieren, en wel op den 19 October 1744, te welker gele-
genheid mede een gouden gedenkpenning aan elk der gasten werd uitgereikt (*). Was A d r ia a n
v a n d e r L e l y de vierde van de negentien kinderen, zijn ech t, hoe gezegend in d u u r, was
minder vruchtbaar dan die zijns vaders, daar hij geen ander k in d , buiten genoemden Ja c o b ,
bij zij ne vrouw verwekte. Ja c o b v a n d e r L e l y werd in 1730 Hoofd-Baljuw van Watering,
( i ) Dit staat altlians vermeld in de Genealogie van de familie van va n Oudewater en H b n sb b e k , daa r u it gesproten is die
van v a n d e r L e l y v a n O o d e w a t e r , uit welk stuk, ons mcdegedeeld door Mr. Vf. J. C. v a n H a s s b l t , t e Amsterdam, ook
de meeste later volgende bijzonderheden getrokken zijn. Vergelijk den Navorscher, X . b l. 351—352.
Lier