
binnen, als 17 te Enkhuizen, 29 te Medemblik, 15 op de fiüö van Texel. Een Sterke N. 0.
win d , die op Zondag avond den 7<*eu Januarij 1781 opstak, kwam der vloot, die juist de waar-
schuwing door v a n d e r W in t ontvangen h a d , gelukkig zeer te stade. Wel liepen de hoekers
in de vluchthavens groot gevaar van het ijs; maar de wakkere hulp, hier overal dooroverheid
en burgers toegcbracht, wist hen voor merkelijke schade te bewaren. De kloekheid van Jaco b
v a n d e r W in t , waardoor Vlaardingen en Maassluis, volgens de getuigenis hunner eigen inwo-
n ers, voor geheel verderf waren bewaard, werd vereeuwigd door den penning, dien een
commissie van belanghebbenden te zijner eere liet slaan (').
555* P l a a t LII. 1781.
Op d e g e w ü n s c h t e e e n d r a c h t in d e n S t a a t .
Foorzyjde. De Nederlandsche Maagd, vergezeld van een Leeuw, die een bundel perkamen-
ten beschermt. Zij voert een schild met de Zeven verbonden pijlen, zinnebeeid der Eendracht,
en vertoont dit aan een zittenden, gehelmden knaap, die het wapenschild van Amsterdam en
een staf vasthoudt, en een strik heeft in de andere h an d , met welke hij op het gemelde zinnebeeid
wijst. Een roofdier (vermoedelijk wordt daarmede Engeland bedoeld) bijt zijn tanden
stomp op het wapenschild der stad.
Om d e n r a n d , o p e e n l i n t :
OPE D E I E T GVRA PATRVM
DOOR GODS HULP UN DH ZORG DER VADEREN.
I n d e a f s n e d e : 1 7 8 1 .
Keerzijde. Tusschen vier krausen :
O c h , d a t d e r V a d r e n
E e n . d r a g t s ’ b a n d
B e s t e n d i g b i . y v e
i n N e d e r l a n d ,
D a n s l a a n w y | |
ROOFZIEK Al. BION
V a n d e O p ’ t o t d e O n
DE 11 GANG DER ZoN.
5 5 6 . P l a a t LII. 4 Februarij 1781.
Op h e t s n e u v e l e n v a n d e n S c h o u t - b i j - n a c h t W i l l e m Cr u l.
Foorzijde. Het borstbeeld van den Schout-bij-nacht, in volle monleering (*), met het
( i ) Wij ontlccncn deze bijzonderheden aan eene gedrukle en door A r y B r o üw b r , A». v a n d en Ham M. D. en A. V. L.
v . D. H e u v e l l eigenhändig geteekende verklaring van den penning. Vergelijk de Ned. J aerb., 1 7 8 1 , b l. 8 9 8 , 89 9 ; Nederl.
Me rcu riu s, D. L . bl. 100 en 1 8 2 , 183 en P. G. G. S p r e n g e r v a n E y k , Geschiedenis en merkwaardigheden der Sta d Vlaardingen,
llo t t ., 1832 , 2 stukken, alwaar de penning, bijl. bl. 2 4 , afgebeeld is en betkloeke feit van stuurman d e W in t , met
het schip de Roode Roos, daartoe wehvillend door den eigenaar, A s s e n d e lf t d e C o n in g h , afgestaan, Deel I. bl. 130—1 3 2 ,
vermeld wordt. De Vlaardinger leeraar II. H. V ib r v a n t herdacht op 4 April 1781 dankbaar die gebeurtenis in een leerrede
over Psalm C X XIV .d ie gedrukt e n , volgens S p r e n g e r v a n E y k , ook ten aanzien van het historisch gedeelte,lezenswaard.g is.
( î ) Op het portret van W. Caur,, bjj d e J o n g e t . a. p l . , 2*> druk, Deel IV. bl. 4 6 3 , naar de gravure van R. M uv s,
1 7 84; HM . a tla s v . V o o r s t , n°. 812 (volgens een schilderij van H e in s io s , vergel. den Navorscher, V. 2 1 ) , komt de Schout-
bij-nacht ook aldus voor. Ouk in het geveclit droeg liij die zwierige monteering, die hij , waarschijnlijk in het denkbeeid ver-
keerende, dat de drie Engelsche oorlogschepen, die hem opzeilden, het zijne slechts wilden praaijen, had aangeschoten, om den
bevelhebhers eere aan te doen. Die monteering, tot mikpunt voor de scherpschutters dienende, was vermoedelijk de oorzaak van
zijn dood. Zie de Jon g e t . a. p l . , hl. 464 (2 ) en bl. 466. C h a lm o t , Biogr. Woordenb., VIII. 1 0 3 , noemt hem N. C ru l.
O ms c h r i f t :
WIL H (ei.mus) Cl l UL TOPARCHA B U R GJ- S T P R A3 1?. ( e c t u s ) 0 L A S S- (t s )
H OLL* (AN DI Ai) & W- (e ST) P. (KlSIJi)
JFILLEM CRUL, HEER Vä N BÜRGST, SCHOUT-BIJ-NACHT VAN HOLLAND
E N VESTFRIESLAND.
Onder het borstbeeld de letters I. G. II.(oltzhey) f.[ecit).
Keerzijde. Een hemellicht, waarin een sterrekrans, als zinnebeeld der onsterfelijkheid, be-
straalt een lijkbus, met een cypressetak omslingerd, en staande op een gedenkteeken, welks
voorplint het zfeegevecht vertoont, waar Cr u l bij sneuvelde. Mercurius Staat in treurende
houding daarnevens. Op den achtergrond de zee, met een zeilend schip. Rechts tegen het gedenkteeken
rust het wapen des overledenen, omgeven van een an k e r, een vlag en een stuk
geschut, als zinnebeeiden der waardigheid door hem bekleed. Het wapen is gedeeld, links
(Crul) van goud, met een boom van sinopel, door een slang omkruld ; rechts {Bürgst) van la-
zuqr, met een burg van zilver (?).
O m s c h r i f t :
VI IN F E R IO R NON VIRTVTE.
ZWAKKER IN MACHT, N IE T IN MOED.
I n d e a f s n e d e :
PVCcN.(ahs) OQOUB.(tht) I V
M D O O L X X X I ’
8TRIJBENBE OESNEUrELE E E N 4 FEBRUARIJ 1781.
Op den sokkel de naam van den stempelsnijder:
I. G. H O L T Z H E Y E E C.(ix )
Willem Ckul (2) , geboren te Haarlem den 25“«" November 1721, was de zoon van Cornelis
CauL, te Haarlem geboren en overleden, en van Adriana Blaaukamer , geboren den 8s6-" December
1694 en overleden te Vught, den 27“«« December 1772. Hij was gehuwd met Sara Elizabeth
Blaaubamer, geboren in 1782 en overleden te ’s Hertogenbosch, den 30*" November 1773. Hij
liet eene dochter n a , die door haar huwelgk (6 Januarij 1786) de heerlijkheid Bürgst op hären
ecbtgenoot, Mr. C. J. W. Naudts , overbracht (S jjla 1748 in ’s lands dienst gelreden, werd Cedl
in 1779 tot titulair Schout-bij-nacht van Holland en Westfriesland voor het Collegie van de
Admiraliteit op de Maze aangesteld, en liep h j in 1780 naar de West-Indien u it, om tot kon-
vooi te strekken voor de lerugkeerende koopvaardijschepen (*). Als zoodanig had hij met het
schip Mars, van 60 stukken, in den avond van 1 Februarij 1781, het eiland St. Eustatius
( i ) Deze nitetekend freeije p e n Ä g is beschreven door 0 » . H l a s » , ia z'ü» Zb/ereei A r s U B s s r im , IV. b l 124— <
1 2 5 , afgebeeld in bet gedieht van J . i.e FnANon v a n BnttKiiCY, de Zeeiriumph der Bataafiche V rijM d ap Doggcrtbant, bl.
l l i ' nlsmede bij nn J o n g e , l . a. p l . , IV. 786. D e pcnningfnlirietimt S um s (» ) vcmn rd igdc in v e d Inter tijd (1815—1834)
nog ’ een penning ter eere von Cnnn. Van det sin k , zonder inltoiisobe o f knnstmorde e n , even ob andere penningen op groote
mannen nit dnt tijdvak, door den mnker in zpn Gnlerij opgenomen, wordt hier olleen p ro memoria gewag gemaakt. De aoor-
eiide daarvon vertoont,het linke gewende borstbeeld van den Sebont-bij-naebt, met bet omschrift: WILLEM KHUI.. » « “er den
eebouder le estm en : SIMON F . ( e c lt ) ; op de bcrreijde Staat in liatvcld: OBIIT AN.(no) MDCCLXXXI (llijsticrfini
1 als Bikker voor B ick e r, schreef men (*) ook meermalen K r td v
tr 1781).
r Crul: zie Navorscher, VII. bl. 77. De Scliout-bij-
nacht sebreef z elf Crul; zie het fac-simile zijner naamteekening onder zijn beeltenis bij de Jonge t. a. pl.
( S ) Navorscher, VII. 261. Vergel. VI. 2 1 ; V. 259.
| | ) D e Jonge , t . a. p l . , bl. 406.
, Tijdichrifl, L 405.
ver-
Ovorl. to Brussel, in Muurt 1834, oud b\)nn 88 joron. Zie 0’