
D E C R E V I T.
T Y R A N N I S U L T R A J R C T I N A
M 1 C C L X X X X V. (lees: XXXV.)
Tegenzyde fff
(Oin den rand:)
M EM EN TO MO RI.
(In het veld:)
C U RO N A (sic) MUR A L I
O IV IU M GRUORE
A D S P E R SA
O R N A N D I
(daaronder een kroon enz. als hierachter beschreven.)
(*) de woorden op de voorzyde betekenen
DE BURGERS HUNNE RECHTEN TE RÜG EISSCHENDE
VOOR HET HOOED GESTÜTEN EN ONDER HET JUIC GEBRACHT
ZYNDE HEEFT DE UTREOHTSCHE DWING
LANDY DIT LOON DER BOOSHEID AAN HAAR DRIE
MANSCHAP VEREERD. 1785.
om den Rand staan de Naamen PERPONCPHER. (sic) LUNENBURG. ABBEMA.
HOLLANDSCHE INSTRUMENTEN.
( t ) die woorden op de Tegenzyde betehenen
MET EEN MUURKROON
DOOR BLOED BESPROEID
TE VERZIEREN.
Hen ziel hier onder een Kroon met Roornen en Ristelen
doorvlogten en daar onder de Jaartallen 1619. 1674. 1748 en
een kring met Cypressen, om den rand MEMENTO MORT
GEDENKT TE STERVEN. (i).
6 3 3 . P 1 a a t LX1. 1785.
T w e e d e e e u w f e e s t d e r A k a d em ie te F r a n e k e r . 2 2 S e p t e m b e r 1 7 8 5 .
Foorzijde. Minerva, gezeten naast de colom van standvastigheid (zoo luidt de gedrukte ver-
klaring), op welker voetstuk zij met de eene hand steunt, terwijl zij in de andere een open
boek heeft. Zij beschouwt ernstig het wapenschild van Friesland, aan den stam des booms
gestrikt hangende en wordt door den boom overschaduwd. Haar schild rust tegen hare knie.
De uil zit op het voetstuk. Minerva’s speer rust in hären linkerarm tegen de colom, aan
welke ook twee slangenkringen, als zoo vele eeuwen verbeeldende, welke nu afgeloopen zijn,
gehangen zijn. Zij betoont daarvoor hare dankbaarheid door het rookende wierookvat boven
op de colom gesteld, op wier voetstuk men het symbolum der Akademie van Franeker leest:
( » ) Nog bestaat er een Be rig t van Inteekening op eene Medaille op he t yruchteloos uittrekken der Utrechtsehe burgers naar
Ainersfoort, breed 4 ° ., met zwarte, ook met roode letters gedrukt {Historische A tla s v a n Vo o r st , bl. 4 2 , n°. 1 2 4 , 125). Het
penningske van 6 wichtje s, dat op den Catalogus van het kabinet van H en d rik W esthoff (in 1848 verkocht), onder n°. 3175
vermeld is: Op de bewegingen te Amersfoort, doar de geschillen tusschcn burgery en regering, houden wij voor hetzelfde als het
door ons n°. 622 beschreven, te meer omdat dit lautste, ’t welk veel voorkomt, niet bij Westhof f aanwezig was.
FUND
E I. STAT.
E IRM VM.
R R QRONRSIAG GORS STAAT VAST.
Om d e n r a n d :
P R O C E R VM SVB T E G M IN E T VT A.
V R IIIG ONRRR R R BRSCEUTTING R R R AAN ZIRN IIIK RN .
I n de a f s n e d e :
Het wapen van Franeker, rüstende op lauwertakken.
Op d e n s o k k e l :
I . 6 . H.(oltzhby) 1?.(ecit)
Keerzyjde. Een laurier- en een klimoptak, beiden zinnebeeiden der geleerdheid.
I n h e t v e l d :
A C T IS . A L T E R IS .
ACA D EM IiE E R IS IO R V M .
S E C V L A R IB V S V O T IS .
* Q.(ve) PRO. T E R T IL S E C V L L ‘
F E L IC IT A T E C O N C E P T IS .
HOC M N EM O SY N O N
D E C R E V E R V N T
O R D IN E S
C IO IO C C L X X X V .
TRR VIRRING VAN E R T TWRRRR RRUWFRRST RR R FRIRSCHR EOOGRSCEOOL R N
ONRRR ER ILB R R R VOOR E R T WRLZIJN VAN R R R R R R R RRTJW E R B B R N R R
STATRN (van Friesland) R IT GRRRNKTRRKRN VASTGRSTRIR. 1785.
Als voorbereiding voor het tweede eeuwfeest van de Hoogeschool verdedigden op Zaturdag
den 17den September 1785 drie doctorandi, more maiorum, hun dissertationes inaugurates met
de daarachter gevoegde theses. De dissertatie van G y s b e r t F o n t e in V e r s c h u ir , van Franeker,
zoon van den Hoogleeraar J. H . V e r s c h u ir aldaar, had to ttite l: de jurejurando et perjurii
poena (over den eed en de straf op den meineed) en was opgedragen aan Prins W il l em V , D.
d e B locq v a h H a e r sm a , E. S. G . J. v a r B u r m a n ia R e n g er s , A. L y c k l am a a N y e h o l t en W . H.
Baron v a n Ha m b r o ic k , Curatoren der Hoogeschool.
Zijn medestudent A n t . A d r ia n , v a n d e r Ma r c k , van Groningen, zoon van den Hoogleeraar te
Deventer F. A. v a n d e r Ma r c k , verdedigde een dissert atio politico, de coetu civitatis perfect o
(over den volmaakten Staat), die hij opdroeg aan zijn begunstiger, den vermaarden H e n d r ik
H o o f t D a n ie l sz . , Burgemeester van Amsterdam (1).
De derde Doctorandus, D a n . G e r d e s Ma n g e r , van Franeker, promoveerde op een specimen
( > ) »Fautori su o , avitae libertatis strenuissimo, salutispublicae sta to ri fidelissimo.” Van zieh zelven getuigt V. d. Ma r c k :
• A t , qui norit übertatis amorem mihi a p rim is pue ritia e annis usque in hanc juvenilem aetatem suaviter instillatam esse. De
twee vermelde opdrachten aan den Prins en aan Hooft schijnen aan te duiden, dat de Senaat der academie de beide Staats-
partijen had willen doen vertegenwoordigen, hoezeer, onder de studerende jeu gd , de patriotten de meerderheid hadden. Zie
G. Br u in in g , Herinneringen gedurende zijnen levensloop met betrekking to t de omwentelingen in Sta a t en Kerk. Dordrecht,
1 8 3 0 , bl. 47.