
den hoed een laurierkrans, daaronder een opengeslagen boek waarin men leest Corpus iu r is ,
een weegschaal en degen.
Om d e n r a n d :
P R E T IU M N O N V IL E LA BO RUM PILETJS.
B E HOEB7 E EN N IE T TE VERSMADEN BELOONINQ VOOR DEN ABBEID.
Keerzijde.
N O B IL IS S IM O
D O C T IS S IM O • QVE
IV V E N I
G IS B E R T O V E R S C H V IR
QVVM S V P R EM O S IN
IV R E H O N O R E S IP S O
S E O V L A R I P E S T O M AIO RVM
M ORE C A P E S S E R E T H ONO
R IS ERG O D O N A V E R V N T
P O T E N T IS S IM I
P R I S IA E O R D IN E S
C IO ID O C L X X X V
DE EDELMOGENDE STATEN VAN FRIESLAND H EBB EN {dezen penning) EERSHAL VE
. GESCHONKEN A A N D EN WELEDELEN ZEER GELEERDEN JONGELING GYS-
B E R T VERSCRUIR, TOEN H I J TER GELE GENEEID VAN R E T EEUWFEEST
DE HOOGSTE EE R (den doctoralen graad) IN B E RECHTEN NAAR B E
W IJZ E B E R VOORVABEREN VERKREEG. 1785.
De p e n n in g , waar een rin g aan bevestigd i s , is van zoogenaamd Friesch g o u d , van 18 ka-
raat en weegt iets meer dan de 16 w ic h tje s , opgegeven in den Gatalogus J°. d e V r i e s van den
aldaar n°. 2616 voorkomenden pen n in g van M a n g e r . De voorzijde is gestempeld, be t opschrift
d e r keerzijde gesneden op een ingezet p la a tje , en vermoedelijk is aan bet invulsel tusschen den
Stempel en het plaatje (de penning is hol en b u ig b aa r), het verschil in gewicht d e r beide pen^
ningen te wijten. Naar den vorm van den hoed te oordeelen, is de Stempel in de zeventiende
e e uw , zoo n iet v ro eg e r, v e rv a a rd ig d , en daar deze alleen voor de doctoren in de rechten
kon d ie n e n , w ä re het te wenschen dat ook d e Stempels of de penningen werden terug gevon-
den en b e sch rev en , die voor de gepromoveerden in de overige faculteiten waren bestemd.
Eiet alleen om de gelegenheid waarbij, ook om den man aan wien de hier beschreven penning
werd uitgereikt, is hij belangrijk te noemen.
Mr. G y s b e r t F o n t e in V e r s c h u ir werd op 13 October 1764 te Franeker geboren, waar zijn
vader Hoogleeraar was in de òostèrsche talen. Het eerste onderwijs in de oude letterkunde
genoten hebbende bij den later zoo beroemden geleerde H.' B osscha , werd hij reeds in 1779
student, en promoveerde, als wij gezien hebben, in 1785, terwijl hij nog in ’tzelfde ja a r we-
gens Wonseradeel naar de Staten van Friesland werd gekommitteerd en zieh als advokaat te
Leeuwarden nederzette. In 1787 Ontvanger te Witmarsum geworden, hield hij aldaar gedu-
rende het woelen der burgertwisten, standvasiig de zijde van den Prins, en dat zijn vóór of
tegen in deze niet zonder gewicht was, kan worden nagegaan, als men de omstandigheid in
aanmerking neemt, dat, toen de meerderheid.ter Generaliteit besloot de hulp van Frankrijk, die
aan de patriotten was toegezegd, in te roepen, die meerderheid een geruimen tijd hing aan ééne
Provincie, in de Provincie Friesland aan één kwartier, in ’t kwartier Westergoo, waar van
V e r s c h d ir Lid was, aan ééne stem. W il l em V erkende ’s mans diènsten door hem tot ge- .
delegeerden rechter te benoemen over de verschillen, in de Grietenij Ferwerderadeel gerezen.
ln
In ’tvolgende ja ar, een kommissie tot de Staten Generaal gekregen hebbende, ging hij naar Holland
en besloot zieh aldaar, en wel te Alkmaar, te vestigen. Brieven van naturalisatie ad ho-
nores ontvangen hebbende , werd hij in 1789 Lid van de Vroedschap, als Pensionaris ter Sta-
ten-Vergadering gekommitteerd, gelijk in 1794 van wege Alkmaar tot de zaken der Hondsbos-
schen en van wege den Stadhouder, met B e n t in c k , H o g e n d o r p en Six, tot die der Landzaten.
In 1795 geremoveerd, liet hij zieh eerst in 1803 op sebriftelijke aansporing van den gewezen
Stadhouder overhalen om zitting te nemen in ’tzelfde jaar in ’tWetgevendLigchaam, gelijk ook
eerlang in onderscheidene dijk- en polderbesturen. In 1807 door Koning L o d e w i j k tot Burge-
meester van Alkmaar benoemd, werd hij in 1811., bij Keizerlijk dekreet, tot Dijkgraaf van den
Heer-Hugo-waard en spoedig daarna tot Onderprefect aangesteld, terwijl hem mede in dat laatste
jaar het kruis van ’t Legioen van eer werd geschonken. Bij de omwenteling van 1813 wist hij
door zijn kloeke standvastigheid de Stad Alkmaar voor de gevolgen van welgemeende doch
overijlde pogingen tot opstand te bewaren en de beweging, toen hij den tijd daartoe gekomen
acblte, te leiden. Achtereenvolgens werd hij Distriktkommissaris, wederom Burgemeester van
Alkmaar en Lid der Staten van Holland (1814), Lid van de Ild® Karner (1816), Ridder van den
Ned. Leeuw (1817), in den adelstand verheven (1822), Staätsraad in buitengewone dienst (1829),
in welk jaar hij zijn ontslag nam als Lid van de Kamer (t) , Lid van de l st0 Karner (1831), Dijk-
graaf van de Hondsbosschen (1833), om van tallooze andere kommissien niet te gewagen, door
hem in zijn bedrijvig leven vervuld. Hij overleed te Alkmaar, den 2den Januarij 1838, bij zijne
weduwe Co r n e l ia F r e d e r io a d e D ie d , tweede dochter van D a n ie l Ca r e l d e D ie u en Ma r ia E v a
v a n F o r e e s t , met welke hij in 1797 was gehuwd, twee zoons en vier dochters achterlatende.
Het is,aan den oudsten dier zoons, Jhr. D. C. d e D ie d F o n t e in V e r s c h u ir v a n H e i l o , dat wij
deze berichten aangaande zijn vader verschuldigd zijn.
0341. P l a a t LXI. 1785.
V e r k i e z in g v a n Mr. B e r n a r d u s B lo k t o t S e c r e t a r i s v a n G e k o m m i t t e e r d e
R a d e n in W e s t - F r i e s l a n d e n h e t N o o r d e r -K w a r t i e r 2 Nov. 1 7 8 5 .
Noor zijde. De vrijheid, voorgesteld als een gewapende Romein, met een zon op de borst.
Haar rechterhand rust op een vel perkament met een afhangend zegel, dat op het voelstuk ligt
van een kolom aan welke de wapens zijn vastgehecht van West-Friesland en de zeven steden van
West-Friesland en ’t Noorder-kwartier, Hoorn, Alkmaar, Enkhuizen,Medemblik,Monnikendam,
Purmerend en Edam. Op het voetstuk is een vrijheidshoed gebeiteld, waar een slang naar achteren
uit wegschiet en daardoor aan de zuil volkomen ’taanzien geeft van een pomp. In de
linkerhand houdt de Vrijheid een speer geklemd, waarmede zij een tweekoppige hydra door-
boort. Een der koppen van het gedrocht is gekroond: de nietgekroonde houdt een gescheurd
perkament in den bek, waarop te lezen Staat: xoy recom?nand(eeren), een en ander zinspelende
op de toen in de genoemde Gewesten afgeschafte recommandatie en electie door den Prins.
Om d e n r a n d e n in d e a f s n e d e :
Mf B e e n a r d u s B l o k S e g r e t (ari)? v an Gecomm.(itteerde) R a a d e n in "W-(cst) '
E*(ricsland) en d e n N'(oorder) Q-(uartiere)
d o o r de 7 W.(cst) E.(riesche) en N.(oord) H.(oiiandsohe) S te e d e n
e e n f t e m m i g verk.(oo*en)
d.(»m) | n o v . ( b m b b r ) 1 7 8 5. ■
( 1) O f , beter gezegd, hij liet b e t , als z e lf ongesteld en buiten Staat zijnde om de pen te voeren, door zijn zoon aan den
Koning verzoeken, die h e t verzoek toestond bij besluit van 2 December 1 8 2 9 , n°. 9 , daarbij, door den Secretaris van Staat
aan den jongen Ver schu ir doende schrijvcn, » dat Z. M. de aanleiding tot het gevraagde ontslag met bijzonder leedwezen bad
« vernomen, en de gevoelens van echte vaderlandsliefde waardeerde, waarvan zijn Heer vader bij deze gelegenheid een nicuw
» bewijs bad gegeven."