
daarvan, werd op straffe yerboden (1): en eerlang (23 Febr. 1785) in Holland een* strenge
publikatie uitgevaardigd tegen het dragen van eenige leuze, van welke kleur ook. Dit be-
lette de Patriotten echter n ie t, in hun wapengenootschappen zwarte kokarden en roode
pluimen op hun hoeden te dragen, en te Hoorn gaf (in Maart 1787) het dragen van zulk
een kokarde aanleiding tot een oproer (»). De tegenpartij droeg nu als onderscheidingstee-
ken goudsbloemen op de borst. In het Echt en authenticq verhaal van het gebeurde te Zand-
weer oj) Zondag den 17den Jung 1787 (Groningen , bij J a c o b B o l t , 1787, 16 blz.), lezen w ij,
bl. 8—9, dat de »gedreigde vyanden” (de Oranjegezinden) zieh in grooten getale te dier
plaatse deden zien , met » eene dikke menigte gele damast bloemen” op de hoeden en voor de
borst. » Onder het voorlezen” — zoo luidt het verhaal — » kwam men wel ten getale van
ruim 50 het Choor der kerk in stuiven en posteerde zieh aldaar makende met hun optooi-
zel eene vertooning even a h o f een stuh koolzaad in vollen bloei stond.’*
Toen het Oranje-hoven gewörden w a s , oefende, zoo als ’t doorgaans gaat, de nu op hare
beurt overmachtige partij we&rwraak uit over de geleden verdrukking, en werden de Patriotten
tot lijfsbehoud gedwongen oranje te dragen, wat op sommige plaatsen, als te Rotterdam
(3) en vooral te Amsterdam (<) aanleiding gaf tot min of meer heftige tooneelen,
maar ook niet minder tot schimpdichten en andere uitingen van verkropte woede en spijt (ß).
De draagteekens, pl.LXXI, onder N°. 725—737 afgebeeld, zullen wel geen afzonderlijke be-
schrijving vereischen; zij zijn, voor wie ze ziet, ook zonder verklaring duidelijk genoeg. Met
uitzondering van N°. 736 zijn zij allen gedreven. • Sommigen, zoo als N°. 725 726, zijn
achter glas en hebben een purperen achtergrond, om het zilveren beeid beter te doen uit-
komen. Anderen, als 728—731, zijn a jo u r bewerkt; 733 is van goud, achter glas; 736 is
Duitsch fabriekaat en gestempeld op een silbergrosschen van 1767.
938. PI. LXXI. Gestempelde koperen penninkje, met den Prins te paard en om den ra n d :
VIVAT DE P R INS Y .(a n ) ORANIE
De overeenkomst, die het heeft met N°. 235, kon het even goed tot het jaar 1747 doen
opklimmen.
939. Middelburgsch draagteeken, na het geweldig oproer aldaar, 2 Julij 1787.
Voorzvjde. Een staand anker; aan het boveneinde der schacht, tusschen twee sterren
of rozetten, de letter V: op den stok links een 0 , rechts een R , midden op den steel een
S. Tusschen de bladen het jaartal 17-66; de armen van het anker met eikeloof en met een
kopje van den Prins bedekt.
Het penninkje is gedeeltelijk gesneden uit een zoogenaamde Overijsselsche prinsenduit
van 1766, het ja a r waarin Prins W il l e m V als Stadhouder-Generaal werd ingehuldigd. Het
anker is verguld en de grond purper.
( * ) Vad. Hist. V e rv ., X. b l. 3 0 , 7 5 , en het rapport der commissie, bl. 234.
( * ) A id ., XVI. bl. 356. Ook te 's Hertogenbosch, zie a id ., XIX. b l. 309.
( * ) A id ., XVI. b l. 175.
( -l) A id ., XXI. bl. 1 6 , en de plaat met het onderschrift, » L. Ho v y : wegens het niet dragen van oranje op de beurs aange-
vallen.” Ook in een geschreven Catalogua d e r Tooneelstukken die op den Amst. Schouwburg agn vertoond geworden, vindt men
aangeteekend, d a t, nog op Donderdag 10 Sept. 1 7 8 9 , H. Sc h ip p e r s , die in de opera De soldaat door dwang speelde, wegens
zijn weigering om de oranjekokarde op te zetten, met den Gecommitteerde Beaumont dispuut kreeg en bedankte.
( * ) B. v . in de HS. Verzameling van gedickten, bl. 146— 148. Ook vindt men aldaar, bl. 1 5 1 , een berijmd stuk , getiteld:
de ruyling van een zilveren p o rtre t van Willem V, en bl. 2 1 0 , een versje op de prinaen médaillé.
Keerzijde. Ingesneden:
v e r b e u g t
M id d e lb u r g
1 7 £ 8 7
Op den 2de“ Julij 1787 werd te Middelburg, nadat aldaar een hevig oproer had plaats ge-
h ad , de navolgende publicatie gedaan:
’ » Burgemeesteren, schepenen en raden der stad , Middelburg, gevoelende, dat de ongeluk-
kige beroeringen, zoo wel elders in de Republyk, als binnen deze stad ontstaan, hären oor-
sprong vinden in de verschillendheid van begrippen over de publyke zaken, en in het begrip,
dat de denkenswijs van de Regeering ook daaromtrent niet eens zoude zyn, e n , voorziende,
d a t, zoo lang hier over geene verzekering van het tegendeel gegeven .wordt, de gisting der
gemoederen niet verminderen za l, hebben eenparig goedgevonden, by dezen aan de gemeente
bekend te maken, dat Hun Edel Achtbare zieh eenstemmig, en elk Lid van dezelve voor zieh
in het by zonder hebben vereenigd, om voor hun gevoelen te verklären: te zullen blyven aan-
kleven de S ta a t, Stadhouderlyke en Stade Regeering, met den Prins Erfstadhouder, beklee-
dende alle die Voorrechten en Rechten, die hem by vorige Resolutien in de jaren 1747 en
1766 zyn toegekend, al het welke Hun Ed. Achtb.• eenparig verklären bereid te zyn, ten allen
tijde krachtdadig te handhaven en aan die geene die daartoe behulpzaam willen zijn, de noo-
dige adsistentie te verleenen” enz. (i).
Haar aanleiding van dit stuk laten zieh misschien de letters op de voorzijde verklären met
V ( i v a t ) O R ( a n j e ) S ( e m b e b )
940. P l a a t LXXI. Z i l v e r e n d r a a g t e e k e n .
De zeven pijlen der Unie, door een metalen band aan een gehecht, welke band nog wordt
bevestigd door een slot, hangende aan Cen rin g , op welken de Pruisische Arend gezeten is.
944. P l a a t LXXI. P e n n i n k j e v a n Ut r e c h t . 1 7 8 7 .
In een achthoek de Nederlandsche Maagd, met speer en hoed (doch zonder heim), leunende
op den bijbel, die op een altaar geplaatst is.
Deze voorstelling is waarschijnlijk uit den tijd dat Utrecht door de Patriotten bezet werd :
althans men vindt die meestal gestempeld op duiten, die de kenteekenen dragen van in die
stad geslagen te zijn.
94». P l a a t LXXI. O r a n j e s c h o p j e . 1 7 8 6 .
Even als N°. 739 is ook dit schopje, uitgenomen de steel, vervaardigd uit een Overijsselsche
prinsenduit. De sporen daarvan vindt men nog op de binnenzijde in het jaartal 1766,
boven het Prinsenkopje, op eikeloof. Daar boven leest men:
P r in s
w i l l cm
d v y fd e
O p de buitenzijde van h e t s c h o p j e S t a a t :