
Deze bepalingen liadden in den Haag niet weinig opspraak en misnoegen veroorzaakt, e n ,
dien ten gevolge, het plan van enkele doldriftigen, om de k o e t s d e eerste reize dat zij zieh
voor de Stadhouderspoort vertoonde, aan te houden, en hen die er in za ten in den Vijver te
smijten.- Dit mislukte, doordien de kapper Mourand, toen hij de teugels gevat had van de
paarden, gespannen voor het rijtuig, dat de Dordtsche afgevaardigden Gevaerts en De Gyse-
laer de poort uit brengen zou, door zijn makkers in de steek werd gelaten (i). De beleedi-
ging, der .Souvereiniteit der Staten aangedaan, werd door hen als een misdaad van gekwetste'
majesteit beschouwd, en , in weerwil van de opvordering, door het Hof van Holland bij her-
haling gedaan, tot uillevering van den gevangene (ä) , geschiedde er zulk kort recht, dat
M o u r a n d reeds op den 23stcn Maarl door de Staten — in deze zaak partij en rechter tevens — ter
dood werd veroordeeld, en den 24stcn zou geexecuteerd zijn, indien de uitgesproken straf
nie t, op verzoek der beleedigde staatsieden, in die van eeuwigdurende gevangenis was ver-
anderd. Het spreekwoord » zoo lang er leven is , is er nog hoop,” werd aan Mourand be-
vestigd; immers, naar het luchlhuis te Gouda overgebracht,werd hij, ten gevolge der omwen-
teling van ’t jaar 1787 en daaruit op den 27stcn September gevolgde amnestie, in October van
dat ja a r weder op vrije voeten gesteld (3).
6 3 0 A. SB. PI a a l LX1I1. 1786.
Op h e t b e l e d i g e n v a n h e t R e g e r i n g s - r e g l e m e n t , o p 'd e N e u d e te V
U t r e c h t , 2 0 M a a r t 1 7 8 6 .
Voorzv)de. De Maagd van Utrecht, kenbaar aan haar torenkroon en ’t stedewapen op haar
b o rst, staat nevens een altaar, op ’t welk de vrijheidshoed en ’t jaartal 1786 zijn uitgehou-
wen. Op dat altaar ligt een bundelbijl en daarop weder een brief met drie zegelen, » ter
aanduiding,” zegt de gedrukte verklaring (*), » zoo van der Sieden regten als van die der
drie leden van Staat.” Terwijl zij met de linkerhand op die zinnebeeiden wijst, houdt de
Vrijheid met de rechter een ontrold papier — het nieuw vastgestelde regeringsregiement —
ter beeediging voor aan een Officier, Onder-Officier en Burger van Utrecht, die het, door het op-
steken van de twee voorsle vingers der rechterhand, plechlig bezweren, terwijl de Bürgern,
die metstads vaandels op den achtergrond staat, het geweer presenteert. De Buurkerk en een
paar huizen in ’t verschiet wijzen de Neude aan als de plaats, waar de plechtigheid voorvalt. i
Keerzijde.
A. In acht regels. B. In negen regels.
U T R E C H T S U T R E C H T S
B U R G E R SCHU T* B U R G E R SCHUT//
T E R Y , B E E D IG D STA D S T E R Y , B E E D IG D
R E G E R IN G S R EG LEM# STA D S R E G E R IN G S
E N T , OP D E N E U D E D EN R E G L EM E N T OP DE
XX M AA RT M D O C L x x x v i N E U D E , D EN X X , MAART
D E S A Y O N D S T E N M D C C L X X X V I,
£ 11 U U R E DES A Y O N D S T E N
| 11 U U R E
( 1 ) Ned. Ja a rb ., 1 7 8 6 , b l. 185— 18 8 ; Vad. Hist. Ve rv ., X II. bl. 7 —22 ; Ned. Mcrcurius, LXIII. bl. I l i— 1 1 3 , en vooral
b l. 129—1 3 2 , 157— 1 6 0 , 186— 188.
( * ) De zeer merkwaardige stukken, tot die judikatuur betrekkelijk, zijn afzonderlÿk met een voorbericht uitgegeven en
grootendeels ook te vinden in den Ned. Mercurius, LX . bl. 188—1 9 1 , 217—2 1 9 ; LXI. bl. 5—8 , 38— 1 0 , 91— 95. Zie voorts
B i ld e r d ijk , G es ch. des Vaderl., Deel X II. bl. 66—70 en Bijvoegselen, b l. 184— 186.
( s ) Zie Ned. Jaarb., 1 7 8 7 , b l. 5236. Voorts Van d e b A a , in ». Gev a ert s (Ocko) , bl. 158— 159 en vooral in e.
Gy s e la er ( Co rnelis d e ) , b l. 590—5 9 6 , alwaar de platen, waarop he t voorval is afgebeeld, worden vermeld. Zclfs schreef
A. L o o s j e s P z . er een tooneelspel over ( ! ) , ten titel voerende: Gevaerts en de Gyselaer, Haarlem, 1786.
( • ') Ned. J a a rb ., 1 7 8 6 , bl. 864—8 6 5 ; Vad. Hist. Verv., X II. b l. 325.
Deze penning werd, volgens de Ned. Jaarb., 1786, bl. 864, aan de burger Schutterij uilge-
d ee ld, » terwyl er nog meer van dien zelfden Stempel (waarschijnlijk 639 A, als den vrij zeker
eerst vervaardigden penning) » zijn gemaakt pm aan diegenen, die zulks mogten verkiezen,
»verkocht te worden. Dog boven en onder is een vlakte open gelaten, waarop ieder schut-
» ter des begerende een teken kan stellen, om van ,de verkogte penningen onderscheiden te
»worden; terwyl de verkogt wordende die open plaats met een cieraadje gewerkt hebben.”
De penning werd gedragen aan een lin t, rood en w it, naar de kleuren van het slads-
wapen (I).
Het ligt niet op onzen weg, al hetgeen binnen Utrecht op staatkundig gebied voorviel na
de gebeurtenissen van 2 Augustus 1785 (door ons bij n°. 622 besproken) te verhalen (2). Ge-
noeg zij h e t, hier te vermelden, dat het verlangde koncept regerings-reglement eindelijk, bij
besluit der Vroedschap van 20 December 1785 (3) , werd vastgesteld, echter met deze bijvoe-
ging, » dat het zy de bezwaren van het provinciale regeringsregiement binnen den tijd van
» de eerstkomende drie maanden mogten zijn afgedaan dan n ie t, na verloop van dezelve drie
» maanden dadelyk met de Burgery zal worden ingevoerd en wederzijdsch beedigd.” Mocht
dit'. uitslel van drie maanden door velen uit hoop op afstel zijn aangeprezen (4) , de gestelde
termijn was spoedig aanwezig, en het reglement moest worden ingevoerd en door de Schutterij
beeedigd.
Diensvolgens werden dan ook door de Regering de acht Burger-Compagnien op hare loop-
plaatsen te 8£ ure in den morgen opgeroepen; doch het was niet voor 10£ uur ’savonds, dat
de beeediging plaats kon hebben. Verschil van inzicht over de declaratoiren van negen-en-
twintig raadsleden, breedvoerig elders vermeld, was de oorzaak dezer vertraging. Zeven
van de Compagnien werden op de Neude, de achtste, de Handvoetboog, op ’t sladhuis beeedigd
(5j. Gedurende al die veertien uren was de Schutterij in de open lucht onder de wa-
penen geweest, en het was gewis om dit in herinnering te brengen, dat het uur der beeediging
op den penning vermeld werd.
6 4 0 . P l a a t LXIII. 1786.
Op h e t v i j f - e n - tw i n t i g j a r i g h u w e l i jk v a n Mr. N. K i e n e n M. B u c k ,
7 A p r i l 1 7 8 6 .
r oorzijde. Een jeugdig paar in Grieksch gewaad reikt elkander de hand over een brandend
echtaltaar, terwijl de man naar het Alziend Oog wijst, dat uit een wolk zijn stralen op
hen nederschiet. Op het altaar zijn de wapens uitgehouwen van Kien , gekwartileerd , l en 4
( ’ ) Vad. Hist. Verv., XII. 1)1. 353. In een schotschrift van 't laatst van 1 7 8 6 , getiteld : Scbets van eenige f ra a y c characte
r s , ioaarvan de bezitters in 1788 gekoozen zy n to t bewerkers eener grondwettige herstelling binnen Utrecht Tweede Tiental,
bl. 2 , leest men: » g y moet ons ieder een penningje present d o en, van de beeediging, zoo als ze aan de burgertjens zijn gege-
v en: je seit ze goedkoop kunne kry ge , want ons Silversmitje heeft er al veel voor oud silver gekregen.” Indien dit laatste
waarheid bevat, dan bewees zulks voor het esthetisch gevoel der Stichtsche burgers.
( 2 ) Zie Het gebesoigneerde en vervolg van het gebesoigneerde van de extra-ord. bcschryving van IIIJ. Burg, en Vroedschap van
U trecht, te r afdoening van de respective overgeleverde poincten van bezwaren, begonnen 26 May en lopende to t en met 4 Novb.
1785 en de daartoe behöorende stukken en bylagen in 3 stukken, 1785.
( 3 ) Ned. Jaarb., 1 7 8 5 , b l. 1715. Zie verder Aan vier notabele burgers dezer s ta d : te r beantwoording van hunne missive in
d ° 27 Nov. 1 7 8 5 , b l. 63— 92. — B r ie f van een vriend u it Gorinchem aan zijnen vriend te U tre ch t, 30 Dec. 1785 . U tr ., 1786.
4 blz. — Aan de Regenten en het Volk van Utrecht 25 Jan. 1 7 8 6 , door de leden van het Gen. to t herstel d e r eensgezindheid
en burgen’echten, me t eene Missive 21 Jan. .1785, aan d a t Genootschap, b l. 205—2 4 8 , Bijlagen, 48 blz. 8°. — Aan deze f den
25 Jan. 1786 en Antwo o rd , 31 Jan. 1786. .20 blz.
( 4 ) Zie het inmiddels voorgevallene in de Ned. Jaarb., 1 7 8 6 , b l. 64— 6 9 , 152—1 6 6 , 227—250. Aan Utrechts burgery bij
den naderenden 20s,cn Maart 1786. Door A. N. T . in Holland. 15 blz.
( 5) Ned. Jaa rb .., 1 7 8 6 , b l. 250—2 5 4 ; Vad. Hist. Ve rv ., X II. bl. 320—3 2 8 ; Twee aanspraken aan Utrechts Schuttery ,
wachtvryen en verdere burgers, compagnies gewyse en op hunne loopplaatsen opgeroepen op ordre d e r Ed . Gr. Achtb. Heeren Bur-
gemeesteren en Vroedschap der sta d Utrecht, den 20 Maart 1 7 8 6 , door ’t Genootschap to t herstel der Eensgezindheid en burgerrechten,
15 blz. — Aan de Schu tte ry , wachtvryen en uitkoopers binnen Utrecht, 24 Maart 1 7 8 6 , door hetzelfde Genootschap.