
gedenkpcnning voorkomt. Zijn gouden bruiloft werd in een gcdrukt gedieht door den beken-
den B a r t h o l o u e u s R u lo f f s bezongen.
636. P i a a t LX11I. 1786.
T e r e e r e v a n P r i n s W i l l e m V e n z ÿ n e b e i d e z o n e n .
Foorzijde. ’sPrinsen links gewend halsstuk met haarzak en ringkraag. Daaronder 1786.
Om d e n r a n d :
W IL H E L M U S Y. D.(ei) G .( r a x ia ) P R IN C .( e p s ) A V R .( a n tia e )
WILLEM F, DOOR GOES GENAEE PR IN S FAN ORANJE.
Keerzijde. De beide rechts gewende halsstukken der jonge Prinsen.
Om d e n r a n d :
W IL L EM FR-(e d è r i:k) PR-(in c e p s ) HÆR-(es) A VR (a n t ia e ) 4 W1L-(t, em)
G (e orge) E R E D E R IK P R* (r n c e p s) AVR(a n t ia e )
WILLEM FR EEE RIK, ERFPRINS FAN ORANJE * WILLEM GEORGE FREEER1K,
PR IN S FAN ORANJE.
Onder het borstbeeld van den jongsten Prins yindt men de letter .S.(chepp).
Vreemd is h e t, dat op de voorzijde de naam Wilhelmus met een u , aor daarentegen met
een v geschreven i s , en niet minder vreemd , dat de naam aldaar i n ’t Latijn en op de keerzijde
de namen in ’t Nederduitsch gesteld zijn. Het eerste kan aan onoplettendheid van de
zijde des graveurs worden toegeschreven ; de reden van het laatste kunnen wij niet gissen.
639. P l a a t LXIII. (1786.)
T e r e e r e v a n F r e d e r i c a S o p h i a W i l h e lm i n a , P r i n s e s v a n O r a n j e
e n v a n h a r e d o c h t e r .
Voorzijde. Het rechts gewend halsstuk der Prinses, met paarlen gekapt.
Om d e n r a n d :
F R E D E R IC A S O P H IA W ILH .(e j.mina) PR.(rn c e p s ) AUR(a n t ia e )
(.PRINSES FAN ORANJE).
Keerzijde. Het rechtsgewend halsstuk van Prinses Louise. Daaronder twee aan den steel
te zamengebonden, rechts en links opschietende palmtakken, met bloemen doorstrengeld.
Om d e n r a n d :
F RED-(e r i c a) L O U ISA W ILH -(et.min a ) PR*(in c e p s ) AUR-(a n t ia e )
(PRINSES FAN ORANJE).
Onder het halsstuk een S(chepp) en onder de palmtakken 17 ■— 86.
. Îy9tÊtiÊtiSÊÊÊËÎÈÊÊÊi£ÈÉSUÊIÊÊÊÊËÉËitÊÊiÈËÊÊIÊÊÊÊÊÈÈÊÊÊIÈBKÊÊÊÊIÊIÊIËÊÈIÊÊM
638. P l a a t LXIII. 1786.
Op h e t t e g e n h o u d e n v a n h e t r i j t u i g d e r G e d e p u t e e r d e n O c k e r Ge-
v a e r t s e n C o r n e l i s d e G y s e l a e r , v o o r d e S t a d h o u d e r 1 ij k e p o o r t
o p h e t B i n n e n h o f le ’s G r a v e n h a g e , 17 M a a r t 1 7 8 6 .
Dit gedreven stuk, dat, hoezeer geheel misteekend en slordig bewerkt, toch, als vrij naauw-
keurige voorstelling van het gebeurde en om zijn zeldzaamheid, eenige waarde heeft, stell het
Binnenhof te ’s Gravenhage voor, uit de westelijke of Stadhouderspport te zien. De paruike-
maker F r a n ? ois Mo u r a n d grijpt de teugels aan. van de paarden, gespannen voor de koets,
waarin men G e v a e r t s en D e G y s e l a e r ziet zitten, van de Vergadering körnende. Op den
voorgrond wordt een der medehelpers van Mo urawd , door den Advokaat V a n N is p e n , met uit-
getogen degen afgewend; een ande r, H e s s , slaat de armen moedeloos in de lucht ( i ) . Een
toeschouwer links maakt een beweging van groole verbaziug; anderen, op den achtergrond,
zien het geval lijdelijk aan, wat misschien zinspeelt op het gedrag der Zwitsersche garde te
dier gelegenheid.
Binnen ’s Gravenhage, de hofplaats en zetel van de hooge Staatslichamen, bestonden in de
achttiende eeuw nog geene belangrijke fahrieken of handelszaken, en het bestaan van velen
hing voornamelijk af van de aanwezigheid van ’sPrinsen hofhouding; geen wonder d u s , dat
de groote meerderheid der bevolking aldaar Prinsgezind was, en het met leede oogen aan-
zag, hoe de Staten van Holland, hij wie ju ist het omgekeerde plaals had, er dag aan dag
op uitzagen om hun macht en gezag uit te breiden, door inkrimping van die des Prinsen, ’t
zij als Sladhouder, ’t zij als Kapitein-Generaal. Zoo had hun o. a. een opschudding, op den
4de«> September 1785 in den Haag voorgevallen, gewenschte aanleiding gegeven om inbreuk te
maken op zijn militair gezag binnen de residentie, door te gelasten aan den bevelhebbenden
Officier der Hoofdwacht, dagelijks tegen het vallen van den avond rondes uit te zenden en
daarmede van uur tot uur voort te gaan tot ’s morgens zes ure. Te vergeefs had de Prins, hij
Wien tot nog toe alle lastgeving berust h ad , zieh over dien maatregel beklaagd; zijn Machten
waren beäntwoord met andere beschikkingen van gelijken aart, tot dat ten slotte de Staten
zieh het bevel over het Garnizoen in den Haag ten eenemale hadden t o e g e e ig e n d ( 2 ) . Vaandels
en ringkragen der Garde waren achtereenvolgens veranderd geworden, zoodat zij uitsluitend
de souvereiniteit der Staten aanduidden (3), en om deze laatste nog krach tiger openbaar te
vertoonen, hadden zij, op den 22*“«» October 1785,de hoofdwacht op het Binnenhof, in het
nieuwe/gebouw der Staten van Holland en Westfriesland, door de Garde laten betrekken (*);
spoedig daarna was door hen bepaald, d a t, zoo dikwerf de Staten bijeen kwamen, de wacht
hun de volle krijgseer bewijzen, en in ’t geweer zou komen zoo dikwerf de Raadpensionaris
of de Gekommitleerde Raden op en van ’t Hof gingen. Ja , laatstgenoemden hadden d it bevel
nog verder uitgebreid (6) , en vastgesteld, »dat staande de vergadering der Staten voor-
noemd, de Militairen aan niemand anders dan aan de leden van die vergadering de honneurs
mochten bewijzen, en d a t, gedurende de week, wanneer zy (de Staten) vergaderden, altoos
eene Compagnie Cavallerie, met den standaard, de wacht moest betrekken e n d e honneurs
bewijzen, mitsgaders dat de zoogenoemde Stadhouderlijke poort (e) , door welke niemand, van
wat caracter ook , buiten den Stadhouder vermögt te ryden, voortaan gedurende der Staten Fer-
gadertng, even als de andere poorten tot de toegangen van het Rinnenhof zm moeten qeopend
blijoen.’’
{ 1 ) Bild ebd ijk zegt van dezen, in het merkwaardig verhaal, dat hij in zijn Gesch. des Vaderl., Deel XII. hl. 69 geeft-
• de p r .g o .d m .toten H e ss om, on reopen, toe 1 toe I het is tijd. H .a s s o t a » het hoofd, hon niet opreken on geeft l e t tee-
ken m et, maar slaat de armen in de lu ch t, zeggende: ’t is alles mis.”
( 2 ) Zie de Verzameling van stukken in de zaak van het Commando over h e t Gamisoen in den Haag, 1786.
( 3 ) Ned. Jaarb., Dec. 1 7 8 5 , b l. 1422.
( * ) Ned. Jaarb., 1 7 8 5 , b l. 1659.
( * ) Ned. Jaarb., Febr. 1786, bl. 121— 122 ; Fad. Hist. V e rv ., X . b l. 123.
( « ) Zie over deze poort Vad. Hist. V e rv ., XII. bl. 8 ( f ) .
T1T1 . 74 Deze