
e Wetermg over tro k , sedert lang door eene vaste brug vervangen. Gedeputeerde Stalen van
riesland hadden voor het hardst zeilend ja g t, een zilveren vleugel met zijn luigje en eene
v ag uitgeloofd. Niet minder ¿an een-en-dertig jagten betwistten zieh dien prijs, waarvan
in t je W o u t e r s , te Sneek, de gelukkige winnaar werd. Is zulk een hardzeilerij het meest
na iona e en , wanneer zij door sehoon weder en een ligt koeltje begunstigd wordt, tevens het
ßchilderachtigste yollsyermaak. dat Nederland kan aanbieden, en blijkt men eulks in onze
dagen al meer en mecr te geyoelen; — destijds was de zaak nog nieuw, en was het Vreliigt de
aanwezigheid der leden yan het yorstelijk gezin en van de hoogste Proyinoiale CollegMn, die
er dat echt nattonale karakter aan gayen; en dit.gepaard aan het genoegen, door zoo yeledui-
zenden gcsmaakl, deed er de herhaling yan wenschen. zoodat het in Friesland eerlang popu-'
lair werd.
»Zulk een plegtigheid ( ! ) ” — zoo lezen wij in de Saturdagsche Leeuwarder Courant, N°. 1311
van 5 September 1777 — » van zoo vele vaartuigen van allerlei soort, alle met kostelijke vlag-
gen, Wimpels en andere sieraden opgepronkt, is nooit in deze en misschien in de zeven pro-
vincien gezien. Men hoorde gestadig door Muzyk op ketel-trommen, trommen, wallhoorens,
trompellen en andere muzyk-instrumenten: het weder was goed, de wind pas hard om te zei-
en en de vlaggen en wimpels te doen wapperen, hetgeen de aangenaamste vertooning gaf die
men zieh kan voo rstellen . — Vele van de eigenaars der jagten waren in het wit, anderen
m het blaauw met goud, zilver en oranje, op zijn schippers gekleed en meest alle aanschou-
wers met oranje versierd, considerabele rijtuigen met menschen hebben zieh daar na toe be-
geven, zoodat het in de nabij gelegen dorpen kermis scheen te zijn.” Vercel. Ned. Jaerh. ,
1777, bl. 1158-1162.
Aan leder der bestuurders of keurmeesters van beide kampspeien werd door Heeren Gedeputeerde
Stalen van Friesland een groote zilveren penning vereerd. Een dier penningen, op
de harddraverij doelende, berust in de verzameling van het Friesch Genootschap van Geschied-,
Oudheid- en Taalkunde, te Leeuwarden. De gedreven voorzijde steil eene harddraverij voor. Op
den voorgrond een aantal toeschouwers, door een vaart (de zoogenaamde Bonke) van de »baan”
gescheiden, over welke twee paarden naar het doel snellen; de wedstrijd is bijna afgeloopen
en de keurmeester schijnt gereed-, den seinstok of.boom, die nevens het tolhuis is geplaatst,
naar de zijde van het winnende paard te laten vallen. Op den achtergrond bevinden zieh twee
overdekte Stellingen, eene voor de Doorluchtige bezoekers, benevens voor de toeschouwers
van minderen rang, en eene spitse tent. Daarboven prijkt het wapen van Friesland en het
woord FR IS IA .
De keerzijde bevat het navolgende inschrift:
T E R
G E D A C H T E N I S S E G E S C H O N E E N
A A N '
G E R R I T 1 0 HEE S ,
W E G E N S G E D A A N E D I E N S T E N A L S K E U R M E E S T E R
F A N E E N E H A R D D R A V E R Y OM E E N GOUDEN S W E E P
L A N D S W E E G E V E R T O O N D B Y L E E U W A A R D E N , A AN,
S Y N E D O O R L U C H T I G E H O O G H E I T , D E N H E E R E
P R I N C E V A N O R A N J E E N N A S SOU, A A N HOOGS T
D E S S E L V S K O N I N G L Y K E G E M A L I N N E E N A A N
D E V O R S T E L Y K E K I N D E R E N
OP D E N 2 S E P T E M B E R 17 7 7
DOOR D E ED. M Ö G E N D E H E E R E N
G E D E P U T E E R D E S T A A T E N V A N
V R I E S L A N D .
De andere penning, ter berinnering van de zeilpartij, is in het bezit van den Heer F. de
Haan Frz. , Lid van de Provinciale Staten, te Leeuwarden. De gedreven voorzijde bevat een
gegezigt
op de Oude Schouw en op de daar voorbij zeilende jagten, liggende schepen, opgesla-
gen tenten en S t e l l in g e n en op een aantal loekijkers. Daarboven ziet men het gekroonde wapen
van Friesland.
Op de Keerzijde is gegraveerd :
T E R .
GED A C H T E N I S S E G E S C H O N K E N
A A N
S I E D S P I E T E R S , K O O PM A N OP, H E T V L I E T (*)
W E G E N S G E D A A N E D I E N S T E N A L S B E S T U R R E R (sic):
V A N E E N E Z E Y L P A R T H Y M E T S P I E G E L J A C H T E N '
L A N D S W E E G E V E R TO O N D B Y D E OUDE S CH OUW
A A N S Y N E D O O R L U C H T IG E H O O G H E Y T , D E N
H E E R E P R I N C E V A N O R A N J E E N N A S SO U
A A N HOOGS T D E S Z E L V S K O N I N G L Y K E GEMA
L I N N E E N A A N D E VORS T E L Y K E R I N D E R E N
OP D E N 4i S E P T E M B E R 17 7 7
DOOR D E ED: M Ö G E N D E H E E R E N
G E D E P U T E E R D E S T A A T E N
V A N V R I E S L A N D T .
De drukker der Leeuwarder Courant, de bekende Abraham Ferwerda , besloot zijn b erig t,
waarvan wij boven eenige regels mededeelden , met eene kennisgeving aan zijne lezers, dat
hij »om dat feest, nooit te voren alhier geschied, aan de vergelelheid te .onlrukken, het
heerlijk gezicht daarvan door een beroemd konst-schilder (Jellema) daar tegenwoordig, had
laten afteekenen en door een konslgraveür (Philips Jr.) in koper zou laten brengen en doen
drukken, wanneer” — deze voorwaarde outleenen wij uit een later berigt, — » e r zieh een
genoegzaam getal inteekenaren voor f 2 per plaat op heel groot atlas te d ru k k en , opdeed.”
Het schijnt , dat de onderneming niet die Sympathie bij ’t publiek vond, welke de drukker
had zoeken op te wekken, en alzoo geen voorlgang h ad ; althans de toegezegde plaat is ons
nooit onder de oogen gekomen.
Ingenomenheid met het gebeurde, of speculatiegeest — wat ons niet te beslissen Staat — i
gaf aanleiding tot meer dan eene uitboezeming, die betrekking hadden op de gegeven feesten.
Zoo versehenen in ’t lich t, van den bekenden A. Jkltema : Een zestal opschriften aan Mintje
W out ers, koopman te Sneek, waarvan eene za l gegraveerd worden op den Eerenprys, bestaande
in eenen zilveren vleugel, tuichje en vlag, door hem behaald in de vertnakelijke zeilparty aan
de Oude Schouw, op den 4du'i September 1777, in tegenwoordiglieid van het Vorstclyk Hof gezin (2).
Een ander, ook nog niet vergeten rijmer, Jon. Seydel, gaf in ’t licht een Trippeloers op het win-
nen van de goude zweep en zilvere vleugel (3). Zelfs in het meer afgelegen Dokkum verschcen
een lied onder den titel: len Zyllers lied oppe Aode Schouw,de 4deß n Septiember 1777, dat hin
( 1 ) Deze Sied s P ie t e r s was in 1767 Schipper van Leeuwarden o p ’s Gravcnliage. Z ieh e t Verheugd Leeuwarden, 1767
h l. 7. Hij woonde later op de Grachtswal en is dezelfde, aan wien de beroemde B . G. Niebuh r , destijds Pruissisch Afgezant
in de Nederlanden in 1 8 0 8 , bij het doen van zijn uitstapje van Holland naar Friesland, werd aanbevolen, en van wiens
zonen hij met grooten lo f gewaagt in zijn Circular-Briefe aus Holland von 1 8 0 8 , te vinden in zijn Nachgelassene Schriften,
nicht-philologischen In ha lts, Hamburg 1 8 4 2 , door een onzer, met betrekking alleen tot die over Friesland, vertaald en mede-
gedeeld in de Provinciale Friesche Courant 1 8 4 4 , in den afdruk (een der 50) bl. 29—30 en 50.
( * ) Leeuwarden 1777, bij A. J eltema. Van dezen J e ltema zyn nog o. a. bekend een niet onaardig gedichtje, vdör de
Hon ig ly , 1« D e e l, Leeuwarden 1 7 6 5 , uitgegeven bij Abraham F e rw e r d a , bij wien bij destijds' als kneebt werkte: Het ver-
maak der Slag tery , 1 7 6 8 , waarvan in 1823 een vierde druk verschcen; Mengeldichten, 1 7 7 9 , 2 deeltjes; Proces Crimineel
gehenden voor den hone van Venus, Leeuwarden 1781. Een nieuwe uitgave van ’smans gedichten, bezorgd door J. va n Lebu -
w e n , zag nog in 1835 bet licht bij J . Proost , te Leeuwarden.
(>') Ge dm k t te Leeuwarden by Joh. Seydel, op de hoek van de Koningstraat.