
— 316 —
B . Dit .tu t werd waarschijnlijk vervaardigd na de rerwijaering van H o o f t uit den Raad,
op 30 September 1787, of de ontzettmg uit zijn waardigheid, 1 December 1787
De staande Hederlandache Maagd, met aohild en apeer gewapend, bekroont'het borstbeeld
van H o o f t , op een obelisk gebeiteld. Boven dat borstbeeld ziet men het hoofd der Vriiheid ÜIH :°elSlUk Bl V(ITAT) 0f V(°°“) VADER H0°WD “ daaronder op een plint: IR
RÜST Een zittende keeshond bewaakt het gedenkleeken, dat ook kan zinspelen op H o o f t s
overlyden in 1794. x r v
C . Het borstbeeld van H o o f t , met paruik, mantel en bef, op een voetstuk geplaatst, op
t welk men le est: * *
H ie r z i e t g ij
V a d e r H o o ft
V e r h e v e n
Z ijn N a g e s la g t
Z a l E e uw ig le e v e n
Beneden het voetstuk zit een omkijkende keeshond; rechts en links daarvan staan naakte
kmderen, het eene blaast een trompet, van welke een vlag, met het opschrift VIVAT HOOFT
afhangt; het andere draagt de vrijheidsspeer (i).
D . P l a a t LXVI.
Een Obelisk, prijkende met het wapen van Amsterdam, door lauwertakken omgeven en
waartegen het borstbeeld van H o o f t is geplaatst, dat door een vliegenden en op d e bazuin
blazenden engel en een gewapenden burger wordt vastgehouden. De vrijheidsspeer steunt
tegen het voetstuk, op ’t welk een pijlbundel, tabbaard en perkament (zinnebeelden der Bur-
gemeesterlijke waardigheid) zgn nedergelegd. Op den voorgrond zit een omkijkende keeshond.
a .—f. P l a a t LXIV.
V e r s c h i l l e n d e d r a a g t e e k e n s .
a . Een links gewende blaffende keeshond in een lauwerkrans. Boven hem, op een Iint:
IK BYT- OP- M IN TYD
b - C . d , Zittende of loopende keeshonden.
C . Een keeshond, staande op een console, en gestempeld op een zes-Stuivers-stuk van West-
Fnesland van het jaar 1678. Een kroon verbindt, boven den hond, het Latijnsche randschrift.
f. Een groote, links heenloopende, blaffende keeshond binnen een lauwerkrans.
S .—k . P l a a t LXVI.
g . Zilver, gedreven. _ Een keeshond, uit zijn hok körnende; voor hem een keten en
halsband , rechts een boom.
h . Zilver, gedreven draagteeken. -g E e n zittende keeshond in een kabelrand.
( 1) Deze voorstelling is geplaatst achter een hedeksel van zoogenaamd vloeäend agaat, en allccn vannoer dit warm ae-
maaU we rft kamt aij te voorsohijn. Tnsschen 1787—1795 rraren er de tijden niet nam or» opaallljk met dergelpke allogorien
voor den dag te komen. °
MÊÊMÊÊSÊm
— 317 — ,
i. Zilver, gedreven. — Een staande keeshond.
k« Draagteeken. — Een verguld koperen hok, waar men een zilveren keeshond uit kan
laten komen (!).
Pli
Meermalen treft men in de Nederlandsche Jaarhoeken stukken aan betreffende de draagteekens
en andere voorwerpen, waarvan zieh ’t zij de Patriotsche, ’t zij de Oranjepartij (*) als leu-
zen of ter herinnering bediende. Zoo lieten Gekommitleerde Raden van Holland den ödenMaart
1785 (drie dagen voor ’s Prinsen verjaardag) deze waarschuwing uitgaan (8) : » Alzoo tot onze
kennisse is gekomen, dat zedert weinige weken alhier (in den Haag) eene groote menigte Médaillés
worden gekogt, en wy vermoeden, dat zulks geschied met oogmerk, dat die openlyk
zouden worden gedragen, even als of zulks niet begreepen wäre in het verbod by de Publica-
tie van Hun Ed. Groot Mog. op den 23 Febr. 11. geemaneerd (*). Zo ist dat wy allen en een
iegelyk willen gewaarschuwd hebben om zig zorgvuldig te wagten van gemelde Médaillés,.
soortgelyke of eenigerhande onderscheids of herkenningstekenen welke niet geregtigd zyn te
dragen” enz. — Deze publikatie vond in den Haag niet weinig tegenstand, zoo zelfs, dat zij,
hier afgeschcurd, ginds met een geschrift van aanstootelijken inhoud overplakt werd (ß). Ook
te Rotterdam werd op den 4^on Maart 1785 een soortgelijke waarschuwing als de zoo even vermelde
gedaan (8 ). B il d e r d i jk . , een ooggetuige, maakt in zijn Geschiedenis des Haderlands (7)
gewag van dit verbod en hoe het ontduiken daarvan gestraft werd.
Dat het wel altijd bezwaarlijk, zoo niet onmogelijk zijn zal, te bepalen wat aanleiding gege-
ven heeft tot de benaming van Kees, als gelijkluidend met » Patriot” , kan niemand verwon-
deren, die weet, hoe de tijdgenooten zelven het omtrent die aanleiding geheel niet eens waren,
ja daaromtrent de meest tegenstrijdige verhalen deden. Niet alleen verschilde men aangaande
de beteekenis, die oorspronkelijk aan ’t woord was gehecht, en aangaande den tijd toen het
voor ’t eerst als partijnaam werd gebezigd, maar ook aangaande de vraag, of het een door de
Patriotten gekozen bijnaam wäs, dan wel een hun.toegeworpen scheldnaam, dien zij, even als
voorheen met den spotnaam Geus had plaats gehad, zieh als eerenaam hadden toegeëigend.
( * ) Dikwijls zijn deze draagteekens nog voorzien van he t driekleurig lint (rood, wit en blaauw) waar zij aan gedragen werden.
Behalve de afgebeelde vonden wij nog de volgende vermeld:
1». Gedreven ovaal. — Voorzijde .- een keeshond (met een schroef aan het zilveren plaatje gehecht). Keerzijde : ingesneden
tusschen twee guirlandes:
N i e t B y t e n
V o o r z i j n T y d .
2°. Gedreven en uitgeslagen draagteeken. — Een in den grond geplaatste pijlbundel, waarop een vrijheidsmuts. Een blaffende
keeshond klimt er ter linkerzijde tegen op; rechts kraait een haan, opschrift: i/t bemin d(e) vryheid. Gedragen aan een
lin t van zwart, geel en rood.
3°. Uitgeslagen verguld zilver. — Een staande vrijheidsspeer, waar een keeshond tegen opspringt o f klimt.
Ook op andere voorwerpen van het dagelijksch gebruik vindt men overblijfsels van het Keesianisme dier dagen, h . v . :
a. ( Catal. Tent. D e l f t, n°. 1391) Een gepointilleerd wijng la s, waarop een keeshond, met het opschrift:
Ik waak getrouw en doe myn p lig t,
Myn yver brand als ’t zonneligt.
b. {ibid. n°. 1400). Een ivoren snuifdoosje, met schildpad. Van binnen op het deksel een keeshond met zijn jongen en daar
onder: d it geslacht s te if t nooyt u y t. Zie ook den N a v ., V II. h l. 295.
d . {ibid. n°. 1398). Een koperen tabaksdoos, op het deksel waarvan de Hollandsche Maagd, een Patriot, een keeshond enz.
gegraveerd zijn. Beneden, het wapen van Amsterdam ; voorts tot opschrift :
Liefoe vryheyt levenslust
In u{w) va l s t e i f i/t gerust
Maar eer g y v a lt, za l het e r spannen
Dan zyn in ons land nog dappere mannen.
Deze laatste voorwerpen dienden tot herkenningsteekens. De keeshond werd aan horologieketüngen, als oorring o f doekspeld
gedragen en prijkte op allerlei voorwerpen. Zie den N a v ., 1 8 5 5 , B ijb la d , bl. l x v i i .
( 2 ) De Omÿe-herkenningsteekenen zullen wij later beschrijven.
( 8 ) Zie Nederl. Jaarbaeken, 1 7 8 5 , bl. 396.
{* ) A id ., 1 7 8 5 , bl. 195—196 ; Vad. Hist. V e rv ., X. b l. 71—72.
( 5 ) A id . , 1 7 8 5 , b 403.
( « ) A id ., 1 7 8 5 , b l. 438.
( 7 ) Deel X II. bl. 5 8 , 8 4 , 9 6 , 174 en 217.
Vol-
I II