
m m w s m m m a m m 1 a i s . n d e„ vreemde, ■ ■
.fa ch e .d e l.jte v n e n dm u e n , o f in een beschouwiug te treden van hare tallooze geschritten,
n e t volgende zij genoeg.
Aan Elim b b th Bekheh, geb. te Vlissingen 24 Juli 1738, r ie l een uitatekende opleiding ten
d e e l, een v o o rre ch t, dat Agbthh 1 « , geb. 10 Dee. 1741 bij Amstelveen, teneenemalemiate.
Im m erad eze la a ts te , een doehter van behoeftige landlieden en op haar derde ja a r in h e ln -e e a -
huia de Oranjeappel te Amsterdam (zie boven a". 6 0 4 , biz. 91) opgenomen, had daar nieta
dan haar moedertaa! geleerd en zooveel ale zij verder noodig had om een knappe dienstbode
te zijn. Gelukk.g had zij , n a ’t verlaten van het w e e sh u is, in de dichteres Maris Bosen (l) een
meeaterea gevonden, wel geaehikt om den k u n s tz in , die bij 'tjo n g e meiaje alnimerde, te ont-
wikkelen en eerlang vr.st A g a th a , die aan vernuft ook d e g a T e d e r o pm e rk in g p a a r d e .d e
v ro uw , die haar minder als dienatmaagd dan als rrie n d in b eh an d eld e, en met wie zij een bun-
Sed;°h ten u itg a f, op z jd e te atreven. Die edelmoedige besehermster verloren h eb b en d e,
leefde zij een wijl in kommervolle omstandigheden, tot da t zij in 1777, toen E liz a ie tii B ekker
hären echtgenoot Hhhhahus W o lf f , p red ik an t in de Beemster, met wien zij reeds opjeugdigen
leeftijd gehuwd wa s, door den dood verloor (2) , zieh naar deze begaf en van dien tijd a fh a a r
m et weder verliet. Zij woonden eerst te zamen in de Rijp, vervolgens op hei buitenverblijf
Lommerluet in de Beverwijk, tot dat zij in 1787 p ) oordeelden te moeten u itw ijk en , en zieh
tot m 1796 oph.elden te Trévoux nabij Lyon — waar die vrijwillige ballingsehap te lästiger
moest vallen aan AoATaA, die de taal van 'tla n d n iet verstond (*). Ha d e omwenteling van
1795 in >t Yaderland teru g g ek eerd , vestigden zij zieh in den Haag en bleven aldaar wonen tot
d a t eerst E liz ab e th Behkek op 5 Hovember 1804 , na d rie ja r e n sukkelens, den geest gaf in
d e armen d e r v r ie n dm , die 28 ja re n lang haar n iet verlaten had en n u buiten haar nieta meer
b e z itte n d e , dal haa r aan de aarde h e ch tle , negen dagen later haar volgde in den dood.
Beiden we rden op de begraafplaats Ter Navolging te Scheveningen in dezelfde grafstede bij-
gezet.
2 °. J . Schrltbma , in den Alg. Konst- en Letterbode, 1 8 0 4 , I I , blz. 3 0 8 - 3 1 0 en 3 2 2 - 3 2 6 . De toen door hem toege-
z egde -uitvoerige" Levensschelsen zagen nimmer h e t lic h t , even min als die van S. St i j l . Verg. Vad. H u t Verv Deel
4 6 /7 0 , blz. 275(a) en 284.
3°. Vad. H is t. Verv. t. a. p. blz. 275—2 86. De schrijver daarvan, P . L o o s je s A z ., had de heide vrouwen van nabii
gehend en meermalen aan de Beverwijk bezoclit. Zie blz. 284.
4°. Van der A a in letter B ., blz. 287— 2 9 1 , blz. 98 6—987 en D . blz. 105—106.
5”. H. F r ijl in k , E l i«. Wol f f , B i z i z z tu Ao. D e e e a . (Am « . 1862 cn 1863. 2 stukkoii). Eerst geplaalst in het
Leesknbinet 1 8 6 2 , n°. 7—8. Bijroajselcn en Verbetenogen deerop in het l e e r t . 1 8 6 3 , n°. 5 , blz. 81 122.
6“. D r . J . va» Vl g th h , He t le e e n en de mtgeleeen r e r a n , e en E n z . Wolff — B e n z e n , no o r ttjdeerde g e ren ereUtt. —
Losse Proza-stukken en Brienen. Schiedam, 1866.
7°. De Navorscher, I I , blz. 3 1 6 , X I , blz. 232—233 , 321—3 2 3 , door Saxo Sylvius en J. C. H (onig) . El. Bekker
noor het schrikbewind, X I I , blz. 34—3 5 , door J . Bo um a n , in de Beemster, blz. 65 (en de Friesche Volksalmanak 1863,
blz. 144— 157. De daar blz. 145 genoemde Algem. Zen d b rie f, H S ., berust bij hetFrieschGenootschap); X I I , blz. 195— 19 9 een
lange b r ie f, in d° 19 Oct. 1770 van Be t je Wolf* aan Houttuyn te Hoorn. X I I ., blz. 199—200: 257—2 5 8 , E l is . Bekker
en Prins W il l em V , 21/22 Julij 1773. Verder Nan. X I I , blz. 2 3 2 , een brief van haar uit Haarlem, I7 }7 4 : X I I I , blz.
161—1 6 3 : Bneven van 1779 en 1780: X V I I , blz. 169— 1 7 0 .w - Agatha D ekbn komt voor jn denJVav. X I I , blz. -118, 1 7 7 ,
2 3 5—23 6 ; X V II: blz. 143— 144. Brief aan haar van E. M. Enge lberts 1783.
8°. St ü a r t , Vad. H ist. I . , b lz . 3 1 1 ; I I I . blz. 4.
9°. Vad. Hist. X X IX ., blz. 31 1 ; X X V II I, blz. 14— 17; X X X I I , b lz . 206—2 0 7 ; XX XV III, b lz . 206—207.
10°. Ned. Jaarb. 1 7 7 3 , blz. 2 0 6 /2 0 7 , 957—959.
11°. Ned. Mere. 1 7 9 4 , Deel 7 4 , b lz . 51—52.
■ 12°. Va n Käm p en , I I , b lz . 490—492.
( '?.') Geb. 1741 te Anist., overl. 1 9 Nov. 1773.
( * ) Zie boven blz. 57.
( * ) K o n ijn b n b u r g , t. a. p., blz. 7 5 , oppert het vermoeden, dat haar be slu it, om ten lande uit te wijken, wel wat voor-
barig w a s; en inderdaad is het niet aan te nemen dat die beide vrouwen juist van de reaklie zouden hebben te lijden gehad.
Doch de pamek was toen algemeen. Verg. D ir k s , De uitgewekenen u it Nederland naar F ran k rijk, blz. 3 ; Vad. H ist. Verv.
XXVIII o f 5 2 , blz. 14— 1 7 ; XXXII o f 5 6 , blz. 206—207.
( • ') Vad. H is t. Ve rv ., XLVI o f 7 0 , b lz . 282.
Een
Een lijst van de le tte rv ru ch te n , die zij of te zamen of afzonderlijk u ilg a v e n , zullen w ij h ier
niet geven (l) , en evenmin pogen na te g a a n , -welk aandeel elk van haar aan d en gemeen-
schappelijken arbeid had. Wij willen slechts doen opm erk en , hoe de vorm’, die, zij v o o rh aa r
beroemde romans Sara Burgerhart, fVilfem Leevend, enz. gekozen h a d d e n . zieh uitmuntend
tot zoodanigen arbeid leen d e , en even'zoo het uitgeven van bundels g e d ic h te n , waaronder
vooral de Oeconomische Liedj es haar als goede dichleressen deden kennen. Voorts laten zieh
de gelukkige u itkom sten, die u it beider samenwerking verkregen w e rd e n , gemakkelijk verklären
, wanneer men let op h e t groote verschil van k arak ter en gaven des geestes bij volkomen
overeenslemming van h a r t , tengevolge waarvan de eene ju is t bijbracht wat aan de an d ere o nt-
brak. E l i z a b e t h was niet alleen geleerd en k u n d ig , maar ook vol v ern u ft en luim en daarbij
kloek van g e e st, waarv an zij onder anderen bewijs gaf toen zij te Trévoux n iet alleen door
haar gevatheid in ’tan tw o o rd en zieh zelve van den moordbijl r e d d e , maar ook den echtgenoot
van haar v rien d in , R e h a u l d , u it d en k erker w is t te b evrijden. Niets, ook zelfs geen aanhoudend
lichaamslijden in haar laatste levensdagen, kon haar b erooven van haar opgeruimdheid v an gemoed.
Bij zulk een aanleg in karakter mögen wij gerust het vormen d e r hoofdplannen van deze
roman s, en zoowel de diepzinnige theologische en wijsgeerige b ro k k en , als de kluchtige
b rie v e n die e r in voorkomen, op hare rekening z e tten , en evenzoo de boertige d ich ts tu k je s ,
d ie in de door b e id en , uitgegeven bundels voorkomen. Waar wij den angel ontmoelen van
een scherp vernuft — dat echter nimmer d e grenzen van ’t betamelijke o v e rsc h rijd t, daar
mögen wij bijna zeker z ijn , E l i z a b e t h B e k k e r te herkennen. — W aar A g a t h a D e k e n s p re e k t,
de vrouwelijke Pylades van dien vrouwelijken Orestes, daar is het meer d e zachtaardige
( » ) De lijst der werken, door Adr ian us Wo l f f , E l . B ek k e r , Ma r ia Bosch en Agatha Dekbn gezamentlijk o f afzond
e rlijk u itg eg ev en , - vindt men vermeld b(j F r i j l in k , t . - a . p . , blz. 1 6 1 - 1 6 7 e n l , blz. 1 4 5 - 1 5 1 . I I , blz. 42. In de boekerij der
Maatsch. der Ned. Letterk. zijn er 53 boekwerken van voorhanden. Zie Catal. Bijv. 1 8 5 2 -1 8 5 7 , blz. 2 0 - 2 3 . Hoe de tijdgenoot over
die werken dacht kan eenigzins worden opgemaakt uit de beoordeelingen daarvan in de Vad. Letteroefeningen en Bo ek za a l, b . v . over
E . Wo l f f , geb. B e k k e r : 1 . Het genoegen, 1763. — Vad. L e tt. 1 7 6 3 , I I I , blz. 503 en Boekz. 1 7 6 5 , blz. 36 53.
2. Emzame Nachtgedachten, 1765. — Vad. L e tt. 1 7 6 5 , V 2 , blz. 4 1 ; Boekz: 1 7 6 5 . blz. 332—357.
3 . Staat d e r Rechtheid, 1765. — Vad. L e tt. 1766 9 V I , I , b lz . 2 1 6 ; Boekz. 1 7 6 6 , blz. 3 7 0 - 3 8 2 .
4 . Lie r- Veld- en Mengehangen, 1772. — N . Vad. L e tt. 1 7 7 2 ,.b lz ..356.; Boekz. Mei 1 7 7 2 , blz. 537—547.
5 . Jacoba van Beijeren en Frank van Bo rtselen , 2*> druk , 1773. Hed. Vad. L e t t . , 1 7 7 3 , II , 1 , b lz . 527.
6 . A m . Geesteranus, 1775. Hed. Vad. L e tt. 1 7 7 5 , blz. 603.
7 . Beemster Winter Buitenleven, 1778. Vad. L e tt. 1 7 7 8 , 1 , 1 , blz. 80.
8 . Proeve over de Opvoeding, 1779. ■ Aid. 1 7 7 9 , 1 , 1 , blz. 422.
9 . Vryheid, Blyheid, 1786. N . Alg. Vad. L e tt. 1 7 8 7 , I I , b lz. 91. Zie ook hierboven den penning n°. 6 7 9 , blz. 319.
Agatha De k e n : 1. Lijkzang op J. Wa g e n a a r , + 1 Maart 1773. — Hed. Vad. L e tt. 1 7 7 3 , I I , 1 , b lz. 170,
2 . B r i e f 1781. — Alg. Vad. L e tt. I I I . , 1 ; blz. 517.
3 . De voorrechten van het Christendom, 1787. Vad. L e tt. 1788; blz. 7.
4 . Myn offerande aan het Vaderland, 1799. Vad. L e tt. 1 7 9 9 , blz. 591. Nieuwe Vad. Bibi. , IV . 2 . Hierop volgde:
a) Aan den Schrijver d e r Aanm. in de N . Vad. Bib i. Leyden 1800. ( Vad. L e tt. 1 8 0 1 , blz. 131).
5 . Liederen voor den Boerenstand. Leyden 1804.' — Vsd. L e tt. 1 8 0 4 , b lz . 644. ,
6 . l e ts voor Ouderen en Hinderen, Leyden. — Vad. L e tt. 1 8 0 5 , b iz. 613.
Wo l f f en De k e n : 1. Brieven 1777. — Hed. Vad. L e tt. V I , 1 , blz. 558.
2 . Oeconomische Lied jes, 1781— 1782. — Alg. Vad. L e tt. I I I , 1 , blzl 1 2 1 , 518 ; IV , blz. 85.
3 . Onderwijzend Gesprek, 1781. — Alg. Vad. L e t t., I l l , 1 , blz. 532.
4 . Tto a a lf L eerredenen, 1782. A id . .IV , 1 , blz. 4 73.
5. Abrah. B lank a a rt, 1789. Vad. Lett. 1 7 8 9 , blz. 382.
6 . Wandelingen door Bourgogne, 1789. Aid. blz. 25 9 enz.
Een Levensbeschrijving van Adrianus Wo l f f , die op 29 April 1777 in zeventigjarigen ouderdom overleed — zijnweduwe
was toen in haar 40*“ jaar — vindt men in de Boekzaal 1 7 7 7 , Junij , b lz. 679—682. Een Redevoering van hem over de Vrij-
heid (zie boven blz. 5 7 ) is beöordeeld in de Hed. Vad. L e tt. 1 7 7 2 , 1 , blz. 570.
Over de portretten van E l iz . B e k k e r , door H e e r in g , 1784 a d vivam geschilderd en door A. CARBON.gegraveerd, alsmede
over die ; door P oortman gegraveerd en later gekopiSerd, bij F r ijl in k t. a. p . opgenomen, zie Nov. X I , blz. 323 en X I I I ,
blz. 76.
Een herinnering van he t buitenverblijf der vriendinnen verschaft L . v a n Ol l e f e n , Het rietekluisje van Mej. E l iz . W olff ,
geb. Bekk er , op Lommerlust, in de Beverwijk en vam hare vriendinne Agatha D eken. — Na v,X I , blz. 322— 322.
Het Prov. Utr. Genootschap. gaf de levensbeschrijving van beiden als prijsstof op , doch zonder vrucht; doch he t geschrijf in
den Navorscher gaf aan H. Fr ijl in k aanleiding die te bewerken.
stem