
. Een graf- of wand plaat, waarboven de gewone zinnebeeiden van den dood, een
zandlooper, rookende fakkel, zeissen en doodshoofd op boeken rüstende, als zin-
van Staveren’s volbragte laak en waarin deze woorden op een nederhangend doek
K c c r z ijd e .
omgevalleu
speling op
te lezen zijn
H AG A NO S do ou it lo n g um q o e
E T A D U S Q U E SENE 0 TAM.
N O R V IC IS SLU SÆ t é m p o r a
P R I M A D E D I T .
SUO E ID E N S C H R IS T O
S P E N O N I N G E R T A .
IN DE N IE T ONZEKERE HOOP OP Z IJN EN CHRISTUS VERTROUWENDE WIJ DDE
H I J A A N DE (beide) NOORDWIJKEN E N AAN SLUIS ZIJNE JEUGDIGE JA REN
E N ONDERWEES LANG JA TOT IN Z IJN OUDERDOM DE HAGEN AARS
Elakdus van Staveren, geboren den 29 Junij 1703, werd als Hervormd Leeraar te Noordwijk
aan Zee bevestigd den 4 Julij 1728, te Noordwijk Binnen den 8 Januarij 1730, te Maassluis den
7 Junij 1733 en te ’s Gravenhage den 18(1) September 1735. Hij werd, wegens klimmende jaren
en toenemende zwakte, op den 22 Junij 1772 emeritus verklaard, en had tot opvolger Benjamin
Frieswtjk , van Rotterdam beroepen. Hij overleed den 14 October 1774, na een herhaald
toeval van beroerte en langdurige verzwakking. Hem werd in 1759, als oudsten leeraar der
Hervomde Gemeente te ’s Gravenhage, door den Kerkeraad opgedragen Prinses Anna in eene
lijkrede te gedenken (a). In die hoedanigheid voerde hij ook het woord bij gelegenheid dat
Prins W illem V op den 16 April 1764 zijne geloofsbelijdenis aflegde (3). Op 1 November 1767
hield hij een predikatie over Ezechiël XLVUI vs. 10 en 12, bij de terugkomst van den Prins
na zijn huwelijk, en even zoo bij den doop der Erfprinses, op den 19 December 1770, over
Genesis XVIII: vs. 3 en 4 , waarvoor hij rijkelijk beschonken werd (*). Hij was gehuwd met Ca-
tharina VAN Rouen , geboren 11 December 1709 en op den 15 Januarij 1780 overleden, zoo als
blijkt uit den fraaijen penning daarop destijds vervaardigd (°).
406. P l a a t XLV. 1774.
Op d e i n v o e r i n g d e r n i e u w e P s a lm b e r i jm in g .
Poorzijde. Koning David op de harp speiende.
Om d e n r a n d :
1 E L IC IT A T I S OM N IS R E L IG IO FU N D AMENT EM . («}
DE G0DSDIEN8T IS DM GXOflDSLAG TAN ALLE GE LU K.
( 1 ) Boekzaal, 1 7 7 2 , b l. 731 en 1 7 7 4 , Oct.; Ned. Mercurius, XXXVII. b l. 168.
(* ) St d a r t , t. a. p . I . b l. 534.
(S ) Aid. II. 2 3 4 ; Boekzaal, 1 7 6 4 , I . bl. 4 86. Op den 20 Augustus 1766 deed hij in den Haagschen Kerkeraad een vo.orstel
in een v e el geruchtmakende zaak. Ned . J aerb., 1 7 6 6 , b l. 1025. . . . .
( < ) y a d e rl. H is t., XXIV. b l. 1 8 9 ; Ned. J aerb., 1 7 7 0 , b l. 1 325; Ned. M e rc., XXX. b l. 43. Het gesclienk bestond uit een
zilveren theeblad met suikermandje, trekpot, konfoor en melkkan, ter waarde van f 900.
( 5 ) De Keer zijde daarvan bevat het volgende rijmpje:
Van Stavrens weduw wordt beschreid
Door lie fde , trouw en huisbeleid
Waervan zij in lieur waerdig leven
Haer kunne een voorbeeld heeft gegeven
Heur kroost, genoopt door kinderpligt
Wiens duer voor staal noch manner zwiebt
W ild e, om haer naem te doen gedenken
Haer lijkbaer dezen penning schenken.
(« ) De penning lieeft werkelijk fun d am en t™ in plaats van fündamentum als op de plaat.
85 —
I n d e a f s n e d e :
D A V ID C A N T IC O SUO
R E D D IT U S T IIR O N O
I M D C C L X X IV .
DAVID, DOOR ZIJN ZANG AAN Z IJN TROON TERUGGEGEVEN.
(met an dere woorden: // David in zijn eer ale zangar hersleld") 1774.'
Keerzijde. De Maagd van Nederland, met speer en lioed en het wapen der Unie, is op een
baal koopwaren gezeten en heeft nevens zich aan de eene zijde eene koe, aan de andere zijde
een botervat en korenaren, terwijl men op den achtergrond een schip ziet; een en ander zin-
spelende op handel, veeteelt, landbouw en zeevaart.
Om d e n ' r a n d :
BELG.(ium) EO ED E R A TUM
VERE1SNIGD NEDERLAND.
Twee honderd jaren lang had in de Gereformeerde kerk hier te lande de Psalmberijming,
in spijt van al de gebreken die haar, uit het oogpunt ran p o izy .'v an stijl, van maat en rijm
ontsierden, zich staande gehouden en aile betere v e r t a l i n g van Davids harptoonen geweerd.
Vergeefs had al wie goeden smaak bezat op verbelerd kerkgezang aangedrongen, en was zelfs in
1701 op eene Kerkvergadering te Franeker daarloe een opzellelijk voorstel gedaan; twee en zeventig
jaren moesten er nog verloopen, eer het voorbeeld der Dissenters .gevolgd werd en ¿en com-
missie benoemd, om omtrent eene betere berijming van raad en voorlicbling te dienen. Die
eommissie, voor ’t eerst op 12 Januarij 1773 bijeengekomen, kweet zich zoo wakker van hare
taak, dat zij reeds op 19 Julij van datzelfde jaar een volledig stel vertalingen, gekozenuit die,
welke Jouasnes Eusebius Voet, het Kunstgenootschap Lava Deo Sulus Populo, en Hemirik Gnr-
seh , vervaardigd hadden, aan de goedkeuring der Algemeene Staten onderwierpen Dat die goed-
keuring en de invoering der nieuwe berijming geen plaats had zonder voorafgegaan, verge-
zeld en gevolgd te jrorden door talloos geschrijf,totgispingofaanbeveling,daarvangetuigeo.a.
de uitvoerige vermelding daarvan door Josua vau Ifereh, in zijne Historie van het Psalmne-
zang, Amst. 1777 en 78, 2 deelen, met platen en portretten, waartoe wij hier verwijzen (if? ]
■»»S. P l a a t XLV. 1773.
E e r e p e n n i n g v a n h e t G e n e e s k u n d ig G e n o o l s c h u p , o n d e r d e z i n s p r e u k
S e r v a n d i s C i v i b u s , in A m s te r d am o p g è r i g t .
Foorzijds. Een slangerond, .als zinnebeeid der eeuwigheid, omvat de navolgende zinne-
beeldige voorstelling: Aan het straud eener stille zee, gestoffeerd met een steile rots en een
schip van antleken vorm, rijst het standbeeid van JHemnon, door de zon, die aan de kimmen
daagt, besehenen. Het voetsluk is met lauwerkransen omgeven en een uit zee gerezen vogel
vliegt met een ster in den bek opwaarts.
, * a * . , ( H » ) b l. 8 1 5 ^ 8 4 8 ; (1774) b l. 174 , 3 0 7 - 3 0 8 , 4 1 5 - 4 1 6 , 8 2 1 - 8 2 5 862 866 - 8 6 8 .
í A B B ’ i “ ’ ,*.17” ’ ’’1' 6 2 5 ■ O « » ) M- 6 2 9 - 6 3 0 , K o n , lo a r b s .km . III. bl. 4 5 1 , V sd u t. I l h t i
B B H H H I “ • m t r ’ " ' XXIV- M- 3 2 6 - 3 3 4 , XXV. b l. 3 2 1 - 3 2 7 , S t u a > t , in. b l. 16- 1 5 ; « M „ -
~ ¡ x x x m bL >“ ! C sM Hfsstnh. am L c t t . r t . , I . b l. 1 6 5 - 1 6 6 ; A W . e t o - , I. b l. 188
3 6 1 ; II. b l. 3 8 , 130 , 35 1 ; IV. b l. 31 0 ; V. bl. 11 9 ; G n .h . t o c taU t.l. K o r k in T s f a z .k m , V. I8 6 0 , b l. 246—250* 11. t e r
" AA:“l " " ’l F e lr- M l “ nt f c » * * «>* s a i p t i i , indot, . . m o riti, , ’ Tr.j ad
, : “ f m ’mhtrijmmg mr.oh amt door S. W. t í W a t » ; K .rM ijk A r o h i.f door N. 0 . K is t en W
M o » , Amst. 1 8 5 8 , II. 1 , bl. M 3 - 1 2 6 ; e 112. Een „ « t e l der werken,oyer de nieuwe P.elmbenjming nltgekomen, sijn Inde F o i
l e l t o « / . die, dngen beoordeeld. .Zie F o i U t t . , (1761) II. bl. 8 5 2 - 8 6 2 ; .(1762) III. b l. 8 1 , 368 ; (1768) IV bl 4 1 . , 177,
I I . b l. 4 8 0 , (1774) 1,1. b l. 1 1 2 , 3 2 8 , 6 2 7 , (1775) IV. 1,1. 5 0 ; (.7 7 6 ) V. b i.,3 4 7 ; ( .7 7 8 ) VIT. b l. 451 ; (1 7 8 0 )b l. 58 énz
° - 22 ° m