
naam ran den Schout-bij-nacht IOH.( a i t ) ARN.(old) ZOUTMAN (i). Daar achter zijn twee ankers
kruislings geplaatst en aan weérszijden ziet men een A, te zamen beteekenende Admiraliteit
Amsterdam, z i j n d e d ie , door welke het smaldeel was uitgerust, De overige bevatten de
namen der kapiteins, die onder de bevelen van Z o u tm a n gestreden h e b b e n , zijnde
SALOMON DEDEL (2)
WILLEM VAN BRAAM (3) I. H. VAN RINSBERGEN EQUES (Ridder) (*)
( 1 ) Zoutman ( J ohan A r n o ld ) , geboren den 10 Mei 1 7 2 4 , op den huize Kantwijk, nabÿ Gouda, bad tot ouders J ohan
A r n o ld Zoutman , Med. Phil, et Juris Utr. D r ., en A n n a M a r g a r e t a v a n Petcum. In 17,37 trad hij in zeedienst, werd ,
zou der vele merkwaardige ontmoetingen in zijn zeemansloopbaan ondcrvondcn te hebben, allengs van rang tot rang be-
vorderd, en op den 2 2 Junij 1779 tot Supemumerair Scbout-bij-nacht bij het Collegie der Admiraliteit te Amsterdam be-
noemd. Zie d e J o n g e t . a. p l ., IV. b l. 520. Van zijn lotgevallen na den zeeslag, waardoor hij zieh een naam verwierf, zal ge-
sproken worden als wij den penning beschrijven, op zijn overlijden geslagen. Zijn portret, gevolgd naar een gravure van P.
W. v a n M e g e n , benevens zijn wapen en handteekening, vindt men bij d e J o n g e , t . a. p l . , bl. 520. Vergel. Historische
A tta s van v . V o o r s t , n°. 816 en het voorbericht van J. A l l a r t , als uitgever van den Z e e trium p h , berichtende de nitgave van
«een stel pourtraitten der bcvelhebbers op Doggersbank, allen naar het leven geteekend en in ' t koper gebracht door R. V in k e -
l e s en C. Bo Ge r t s .” Over den rotting, door Zou tman op 5 Augustus 1781 gebezigd, zie men den Navorscher, IV. bl. 1 26,
381. Zie verder over Zoutmans gedra g , de Po st van den N e d e r -R h ijn , I . b l. 29 3 ; III. bl. 1098; VI. bl. 1036.
( 2 ) Salomon Dedel (de Jonge) , zoon van Mr. Salomon Dedel en An na Maria Boreel , geboren te Amsterdam, den
18 December 1 7 3 6 , trad in 1750 in zeedienst, werd in 1762 gekwetst in een gevecht met een Engelsch fregat, dat het konvooi,
aan de hoede van h em , Dedel , toevertrouwd, wilde onderzoeken ; kweet zieh moedig in den oorlog tegen Marokko in 1 7 7 2 ,
en niet minder in den slag-bij Doggersbank, na den aftocht waarvan z ijn schip Holland, deerlijk gehavend, te gronde gin g,
wat in den bekenden dichtregel herdacht werd:
E n Hollands glorie rees toen - Holland zonk in zee.
Na den slag tot Schout-bij-nacht benoemd, zag hij zieh eerlang door een treurige ongesteldheid verhinderd meer diensten
aan zijn vaderland te bewijzen, en overleed op den 15 October 1801. Zie va n der Aa , IV. bl. 84—85 en de aldaar aange-
haalde schrijvers Voorts het leven van C. v a n Le nnef , b l. 3 4 , 78.
( s ) W illem v a n B ra am , gesproten uit een geslacht dat uit Vlaanderen herkomstig w a s, werd den 10 November 1732 te
Werkhoven, provincie Utrecht, geboren, waar zijn vader F r a n ç o is Thomas v a n Bra am , Scholtus en Gaardmeester was. Zijn
moeder was A n n a H e le n a v a n R y s s e l. Reeds op zijn 12a° jaar in zeedienst getreden, werd hij in 1745 aangesteld tot Adcl-
borst bij de Admiraliteit te Amsterdam, in 1748 tot Luitenant, in 1756 tot Kommandeur en in 1762 tot Kapitein bevorderd.
Op zijn talrijke zcetochtcn bewees hij den Staat zoowel als der O. I . Compagnie geene geringe diensten, waarvan o. a. ten ge-
tuige strekte de gouden médaillé en eereketen , hem door deze laatste in 1763 uitgereikt. In 1778 hemam hij op de .Engelschen
een door hen buit gemaakt vaartuig, dat hij behouden in Texel binnen bracht. Bij den slag op Doggersbank kommandeerde hij
h e t schip d e Adm iraal P ie t Hein van 56 stukken, met hetwelk hij zijn tegenpartij , de Prinses Amalia van 96 stukken, deerlijk
havende en zijn eigen vaartuig, hoezeer mede zwaar geteisterd en le k , door zijn beleid, voor zinken wist te bewaren en naar
Texel te brengen. Ook hij werd te dier gelegenheid tot Schout-bij-nacht bevorderd, met den rang van Adjudant-Generaal van
Prins W illem V. In 1789 werd hij benoemd tot Vice-Admiraal en in 1793 tot Luitenant-Admiraal van Holland. Hij overleed
den 21atcn February 1807 (Ridder der Unie) aan verval van krachten te Loenen aan de Vecht en werd aldaar begraven. N a v ., X III.
bl. 99—100. Men heeft van hem een portret in fo lio , door M a t th i j s d e S a l i e t h , en in 8°. door H e n d r ik P o th o v e n gegra-
veerd. Zie v . d. A a in v. en de schrijvers aldaar genoemd.
( 4 ) Ja n H endrik Kinsbergen , later van Kinsbergen , werd te Doesburg den l*tcn Mei 1735 geboren, trad als knaap
in krijgs- en in 1750 in zeedienst, doch verwisselde in 1770 dien der Staten tegen dien van Keizerin Katharina II. Zieh in
een slag , op de Zwarte Zee gevoerd den 2 September 1 7 7 3 , bijzonder tegen de Türken hebbende ondcrscheiden, werd hij door
liaar met de orde van St. Joris beschonken, waarom hij dan ook op den gedenkpenning n°. 562 Eques betiteld wordt. In 1775
weder in dienst der Staten gekomen, bleef hij daarin tot op 14 Januarij 1 7 9 5 , toen zelfs de gewichtigste diensten, welke hij ge-
durende twintig jaren aan zijn vaderland bewezen h ad , niet beletteden, dat men hem, met zoo vele andere Oranjegezindenofvan
Oranjegezindheid verdachten, zijn ontslag gaf. Hoe zijn bekwaamheid buiten ’s lands werd gewaardeerd bleek daaruit, dat hij
door den Koning van Denemarken tot Vice-Admiraal aangesteld, deze betrekking van 1796 tot 1806 bleef bekleeden, toen bij
weder naar Holland keerde, waar Koning Napoleon hem tot Staatsraad en tot L id , een jaar later tot Grootkruis van de orde
der Unie benoemde, voorts in 1 8 0 8 , tot Maarschalk der Hollandsche Zeemacht en later in den adelstand, met den titel van
«Graaf /van Doggersbank” verhief. Ook Keizer Napoleon erkende zijne Verdiensten, door hem tot Sénateur, Graaf des Rijks en
Grootkniis van de Keizerlijke Orde der Reunie te benoemen. Willem I verleende in 1814 den grijsaardden titel van Luitenant-
Admiraal, sclionk hem het Grootkruis der Militaire Willemsorde en het predikaat van Jonkheer in 1816.
Niet enkel in de eigenschappen, die den echten zeeman cn den voortreffelijken bevelhebber kcnmerken, muntte v a n Kinsbergen.
u i t , maar ook in liefde voor kunsten en wetenschappen en in belangstelling voor onderwijs en opvoeding. Van deze
laatste is de stichting te Elburg in 1806 een nog aanwezig bewijs (* ). Van de eerste getuigen zijn kostbare schenking van boek-
werken aan de Bibliotheek van het toenmalig Kon. Nederl. Instituut en zijne prijsuitschrijving, door tusschenkomst van dat lich-
aam, van een Volkslied ( f ). Hij overleed op Welgelegen, onder Apeldoorn, den 22 Mei 1819. Zie over hem Mr. M. C. van
Hall , Het ¡even en karakter van den Admiraal Jhr. J . H. van Kinsbergen , Amst., 1 8 4 1 , en de Bijv. tot den Eersten druk ;
v . d . A a , t. a. p i . , Deel X . b l. 181— 189 en de bronnen, aldaar aangehaald ; D. v an Stolk , op de beeldtenis van den Ridder
Kingsbergen in de E e r kroon, bl. 161. Ned. Merc. 1 7 9 3 , Dl. I.XXII1. bl. 2 2 0 , alwaar een portretje van Kinsbergen.
f* ) De prljspcnningcn van die school geeft Naitots, ITÎtl. Numismatique, pi. 11, n*. 18—14, p. 40, 41.
' ( f ) Aan (lie prljsuit schrij ring heeft men de bekroonde liederen te danken van Tollkks en ran Brandt van Cabau , beiden met mutiek van Wilus.
■ h ? i f i f r f t
155
W. J. BARON BENTINCK (i) ADRIAAN BRAAK (*)
EV.(ert) CHR.(istiaan) STARINGH (»)
Elke krans is met een lin t, en de middelste met een keten doorvlochten, van welke de
eerepenningen afhangen aan de bevelvoerders ter belooning toegekend.
Om d e n r a n d :
IM M O R T A L IB U S B A TA V VM G L O R IÆ V IN D IC IB U S
AAN BN ONSTERFELIJKE HANBffA VERS FAN B E N NEB ERIANB8CEEN ROEM (*).
II. 5 6 3 . PI a a t LIII.
Foorzijde. Het Engelsche Vice-Admiraalschip, met eenige schepen, die afdeinzen; terwij 1
de Nederlandsche hun Stelling op de slagplaats blijven handhaven, en daaruit de kreet op-
rijst, in letters afgebeeld :
H O E Z E E ! D E B R IT R U IM T ZEE. (5)
I n d e a f s n e d e :
OP D E N Y Y E D E N
D ER OOGSTM- (aand)
1 7 8 1-
Keerzijde. Tusschen een scheeps- en een lauwerkroon:
o B a t a v i e r ,
G o d s t a a f t u w r e g t :
D a A r ZO U TM A N m e t
Z I J N H E L D E N V E G T ,
H e r s t e l t H I J D E E E R
D E R V R I J E V I .A G ,
T r o t s o v e r m a g t ,
I N E E N E N S-L AG . (®)
A- V-(ah) B.(a b r l ) (7)
( * ) Bbntinck. Zie noot ( 1 ) , bl. 157.
( 2) Braak (Adria an ) was in 1765 bevelhebber van een fregat, en voerde in den slag op Doggersbank het schip de E r f -
p rin s aan. In 1787 de zijde der Patriotten gekozen hebbende, werd hij bij de zege der Oranjepartij voor tien jaren gebannen,
doch bij het keeren der kans in 1795 tot Vice-Admiraal aangesteld. Hij overleed het volgende jaar op de rivier van Suriname,
waar hij een smaldeel kommandeerde. Zie v . d. Aa , Biogr. Woordenb., in v . , en de aldaar aangehaalde bronnen. Er bestaat
van hem een portret, door Vinkbles.
( * ) Starring (Evert Christiaan) — gelijk hij door de Jonge, t . a. p l . , bl. 5 1 6 , genoemd wordt — kommandeerde bij
den slag op Doggersbank het schip de A rg o , en behoort wel ondcrscheiden te worden van Antony H endrik Christiaa n Sta-
ringh , die bij diezelfde gelegenheid aan boord van het schip van Zoutman diende als tweede Kapitein. Zie de Jonge , b l. 516
en Vbrwobrt , Fad. Woordenb., in v. Van de verdere lotgevallen van E. C. Starring is weinig bekend. Zie echter Verv. op
Wag enaar , Deel I . bl. 19 6 ; Deel III. b l. 2 3 0 , 3 0 5 , 311 v o lg g ., 331 v o lg g .; Deel IV. bl. 2 0 4 ; Neerl. Heldend. te r Z ee ,
1 7 8 3 , Deel II. bl. 866 v o lg g .; Navorscher, XII. bl. 1 0 9 , 1 6 2 , 1 6 3 , 2 5 7 , 32 3 ; X III. bl. 35. Er bestaat een portret van hem
door BoGERTS'en Vinkeles, met bijschrift van le Franco, v a n B erkhey.
( * ) Afgebeeld en beschreven in de N . Nederl. Jaerboeken, 1 7 8 1 , bl. 1 5 4 9 , en bij de Jonge , t . a. p l . , b l. 7 8 7 , 788.
( s ) Gcdurende den slag ging deze kreet herhaaldelijk op.
( 6 ) Afgebeeld en beschreven by de Jonge , t. a. p l . , b l. 787.
( 7 ) Dr. Wap zegt in de A stre a , IV. bl. 2 1 6 , van Adria an v an Baerl geen bijzonderheden te hebben gevonden, zijn
leven of kunstgeschiedenis betreffende. Bij de beschrijving van den penning n°. 5 6 3 , zegt h ij , dat Adriaan een zoon heeft
na g e la ten , J. van Baerl Azn . , van wien twee (*) penningen bekend z ijn , t. w. die op het sluiten van het Commercie-
Tractaat tusschen Amerika en Amsterdam, n°. 5 7 4 , en een andere op de Alliantie tusschen Frankrijk en de Nederlanden
den 24 A p r il 1786 door Rotterdamsche kooplieden uitgereikt. Tweede lij s t , n°. 266. Kramm , t . a. p l . , I . bl. 4 5 , neemt alleen
het berigt van Dr. Wa p o v e r , en v . d . Aa vermeldt geen der van Baerls.
(* ) Of drie, bi)aldien J. van Baerl, de stempolsuijdcr van n*. SSO, dczclfdc is .als 3. van Bae rl Azn.