H m H B r n m s m
S i i l l l i
|h ij-
I
IHM
'
HiI ü
II ip I
taitjeii l| I f i i
JaJglflep®l IlIi
llllili 111
J m M
£ l l j f f i l : i l
R ä i: liliiiii!;'
» nnders geplaatst; daarenboven hebben de kleine (gouden (?) ) ii
i mijn collec tie, dìe dit hebben, ook C B. DEL. De t
" klein model, in mijn b e z it, met A. B. F . , hebben daarenbovei
a ook C. B . D .”
3 7 ) N°. 4 8 2 , b l. 69. J a n I saìLk Rauwerts.
£ r bestaat van hem cen portret, door J. Houbraken in 1753 gegraveerd.
3 8 ) N°. 48 3 A/B. I n to g t van P r in s W i llem V te Leeuwarden.
Zie daarover G. Bru in in g s Herinnerìngen nopens zijnen levensloop, Dordrecht, 1 8 3 0 , bl. 13—14.
3 9 ) N°. 485 , b l. 72. S e ra te eeuìogetìjde van Groningens belegering, 1672—1772.
Bezongen door 1) T r ip , Eeuwzang op het verlaten beleg van Groningen, op den 18a™ van Oogstmaand des ja a r s 1 7 7 2 , Gron.
1772. 2 ) A n n a v a n d e r H o r s t v a n R o e lf s em a , De belegering van Groningen in 1 6 7 2 , Leeuw., 1 7 7 2 , 8°.
40) N°. 4 90. Geboorte van W il l em George F r e d e r ik . Bl. 7 7 , Doopplechtigheid. Hierran bestaat een plaat in 4 ° .,
S. Fokkb sc(ulpsit). Met een vers van J . F (okke ?). Adres G. Bom.
4 1 ) N°. 499 en 500. Bl. 87/88. Tweede Eemofeest d e r Leidsche Hoogeschool.
Zonderling is h e t , dat twee graveurs deze penningen met bijna gelijke voorstellingen hebben vervaardigd. Misscliien was
h e t onderwerp aldus door den Senaat opgegeven.
4 2 ) Bl. 89 (4 ). Hierbij te voegen : Zinneprent op het tweede eeuwgetijde d e r Leidsche Hoogeschool.. . R. Vinkeles sc.
Met een afzonderlijk vers en een opdracht aan den Prins, door J. lb F rancia van B erkhey . 2 biz. folio.
4 2 * ) De Oratye appel. Weeshuis. Zie Vaderl. Hist. Vervolg, LXYI. bl. 2 73.
4 3 ) Bl. 9 4 . J eronimo de Bosch. Geslacht De Bosch. Zie N o v ., XIV. b l. 1 7 9 , 209 en vooral 302. Over J eronimo
de B osch , V. d. Aa , B , b l. 1000—1006. De aldaar, b l. 1 0 0 6 , aangehaalde Latijnsche lofrede op hem door den Hoogl. D.
J . v a n L e n n e p , 1817, is door West er baa n vertaald en met aanteekeningen verrijkt door zijnen naamgenoot J eronimo db
Vr ie s , geplaatst in de Mnemosyne, V III. (1 820). — Een medaillon met zijn borstbeeld geeft Na u u y s , Histoire Numisma-
tigne de la Hollande, pi. X I. n°. 79. Zie aid. p . 153— 154. f 7 Junij 1811,
4 4 ) Bl. 95 ( 1 ) , in te vullen achter 1 7 9 3 , regel 10 v . o .[ Ned. M e r e ., DI. LXXIII. (1793) bl. 377—3 8 0 ].
4 5 ) Bl. 94. G. J. G. Bacot. Zie over dezen V. d . Aa , Bio g r. woordenb. , B . , b l. 18—2 0 , en Mr. J . D i r k s , De u itgewekenen
n it Nederland na a r F ra n k r ijk , 1787— 1795 ( Vad. L e t t . , Febr. 1 8 6 8 ), bl. 6 (2) , b l. 20 (noot). J oen h ij nog pre-
d ik an t te Eenrum w a s, bield h ij een ljjkrede op G e r h a r d A l b e r d a , Heer van Dijksterhuis, f 30 Nov. 1 7 8 4 , zie Boekzaal,
Jan. 1 7 8 5 , I . bl. 7 07, en dichtte De vrìjheid geen losbandigheid, te vinden in de Eer ek ro o n , Dordrecht, 1 7 8 4 , l i 4* Dee l ;
B o e k za a l, 1 7 8 4 , M ei, bl. 504—508. Zijn signalement en de premie v a n / 1 000, op he t vatten van hem uitgeioofd, vermeldt
de Ned. Merc. , LVIII. b l. 215—2 1 6 , en zijn Vo nnis, aid. LXV. enz. enz.
4 6 ) N°. 507—508. Stedepenningen van ’sHertogenbosch, mede ter eere van L od. Wil l . E rn st Hertog van B ru n sw ijk-
‘ W o lfe n b u tte l. In het jaar 1788 werden deze penningen in ’s Hertogenbosch nog uitgereikt aan officieren van het Eerste ba-
taillon van het Reg. llo ll. Gardes te voet en het eerste Bat. van het 2** Reg. Oranje-Nassau, N ed . Ja a rb ., Jan. 1 7 8 8 , bl.
147— 148. De Hertog leefde toen nog ( f 12 Mei 1788) en in die regimenten bevonden zich vele Duitschers, zoo als de namen
der officieren, vooral van het laatstgenoemde, aanduiden.
4 7 ) Bl. 97 ( 2 ) . ' Hier bij te voegen: het blaauwboekje De levensbeschrijving van P rin s L ou is van Bru n sw ijk-W o lfen b u tt
e l , Yeldmaarschalk deezer S ta a t, vervattende een Aan-een schakeling van Gevallen Pieni van s ijn vroegste Jeugd to t aan de
Jaaren die H ij heede beleefd, Overgekoomen, zo in de Keyzerlijke Dienst a ls hier in de Nederlandsche, ala ook alle zijne geheime
Bedrijven in Duitschland en in deze Republicg, en z ijn Onderhandelingen, Listen en Aanslagen geduurende deeze Oorlog, o n t-
d e k t en verhandelt worden. Alom te bekomen. (1783?). 24 blz. 8°. met een portret, waaronder dit bijschrift:
D it ’sNe e rlandsch Yeldmaarschalk,
Lo u is thans f e l gehaat
B ij ’i volk en meest genoemt
Een P e s t van dezen sta a t.
Harmodius F r izo .
4 8 ) N°. 9 0 1 , p i. LXXXVIII. E er ep rijs van een Bijbelgenooischap, in 1776 opgerigt, in 1778 gegeven.
Voorzijde. Gedreven. Koning Salomo op zijnen troon g e ze ten, omringd door hovelingen en lijfwacht, ontvangt de hulde
der Koningin van Scheba met haar gevolg.
Omschrift: WELGELUKZALIG ZYN ALLE DIE UWE WYSHEIT. 1100REN.
Keerzijde. Een gedreven krans van lauwertakken tusschen twee cirkels. In liet veld :
EERE PRYS
VAN 'T BIJBEL
G E N O O T S C H A P ,
ONDER DE ZINSPREUK
EEN 1EDER ZAL
GEPREESEN WORDEN
NADAT ZYNE VER-
STAND1GHEID IS.
OPGERIGT IN DEN
JAARE 1776
TOEGEDIENT AAN
DE WEL EERW: EN
ZEER GEL: HEER
C: GAVEL V :(b r b i) D : ( iv in i) M : ( in ist er )
TE GOEDEREE.
MI
De opschriften aan beide zijden van dezen ons in de coll. va n Gbuns voorgekomen penning, zijn zoowel g j g B g «
keerzijde ingesneden. Wij vermoeden daarom, dat er geene Stempels zijn gesneden ten behoeve van het voornoemd Bijbe -
irenootMhap, fflnnr dat men dezen eereprijs heeft gedreven (* ) en de inscriptSes er in gegraveerd.
V . n . A n , G, b l. 5 1 , deelt ons mede, dat Gonrrar.ins G.vvbl den 2 0 « - April 1766 predlkant » e r d te Geedereede, en den
jge.n April 1 8 0 2 , end 62 jaren en 4 maanden overfeed, en dat .zijne in 1778 bekrnondc YerhandeSn, is (e vinden in he t 1“
d e e l; 1“ stub der F e rW c lin p en van' bet op den penning genoemde d.jie ljen o e/seiep i een werk, dat ons niet onder do oogen
b e am , msar vrelllebt in de T W e d e , zooala meestal, bet een o f ander over do oprigting van h e t genootscbap zal bevatten.
48*) N° 508 (Plaat XLVI) achter Gubbrnat een punt. .
4 9 ) Bl, 9 9 , leest m en: * Er bestaat nog een zilveren penning op bet overlijden in 1749 van J udith Cook , uisvrouw van
• Martinus Holtzhey.” Deze zeldzame penning werd ons door Mr. J br. d e Vr ie s J z. later medegedeeld, en vond, met nog.
een lijkpenning uit het Kon. Penningkabinet, mede tot bloedverwanten van Ma r t in us Holtzhey betrekkelijk, cen paar nog
anders open gebleven plaatsen op de supplementplaat LX X X VIII, als n°. 902 en 903. Wij voegen zc bier in.
9 0 2 , p i. LXXX V III. Op het overlijden van J udith Cock, 1 Oct. 1749.
Voorzijde. Eene vrouw, zittende op een w o lk , met een grooten adelaar voor zieh ( f ) , die haar hemelwaarts opvocrt. Als
aureool heeft zij een slangerond, zinnebeeid der eeuwigheid. In haar rechterhand houdt zij een brandend h a rt. Ilaar linker
arm omklemt een p ila a r , op haar linker schouder rüstende, en op haar schoot lig t een bo e k, als zinnebeeiden van l i e f d e , g e lo o f
en hoop. Omschrift bovcn en beneden:
VIVIT IN yETERNA AD POSSIDENDVM CHRISTI SOLIVM.
Z I J L E E F T I N E E U W IG H E ID OM C H R ISTU S TROON T E B E Z IT T E N .
Keerzijde. IN LVGVBREM
MEM-(oriam) DILECT.(a e ) CONiyG.(is)
IY D IT H COK,
NATAE AMSTELOD.(ami) D-(ib ) Iv NOV.(embris)
MDCXC1V. NVPTjE D .(ie ) XXVII. NOV.(embris) -
MDCCXXV. DENATyE HARDERO
VICI D -(ie ) 11 OCT.(obris) MDCCXLIX.
SEPVLTiE D -(ie ) 8 E j,VSDEM
LVCENS HOC AMORIS
SACRIFICIVM FECIT
MART ( in vs) HOLTZHEY
T E R RO UW G ED A C H T E N IS V A N Z I J N E B EM IN D E EC H TG EN O O T JU D IT H COK, G E BO R E N T E AM S T E R D AM
D E N I— N O V EM B E R 1 6 9 4 , G EHUW D D E N 27**" N O V EM B E R 1 7 2 5 , O V E R L E D E N T E H A R D E RW IJK
D E N 1«“ OCTOBER 1 7 4 9 , B E G R A V E N D E N 8»«“ D IE R M A A N D , H E E F T M A R T IN U S H O L T Z H E Y
D I T L IEFD EOFFER TO E B E R E ID .
903. Op het overlijden van Meyna Duyst in a , P ie t e r Kornblis en Am e l ia Wilh blm in a Slob , op den 12a“» en 13*«°
Mei 1762. " _ , *
Voorzijde. Een katafalk, waarachter cipressen oprijzen. Een engeltje zit daarop, omringd van waterbellen. In de lian-
den houdt hij het ¡benoodigde om deze zinnebeeiden der vergankelijkheid te blazen. In het onder hem uitgespreide doek is
gesneden (§): M e y n a D u y s t i n a *
P i t e r K o r n e l i s t
A m e l i a W i l h e lm i n a -
S l o b
O b i i t 1 2 e t 1 3 M a y 1 7 6 2
Deze drie bloedverwanten van Co rn e l ia E sth er Slo b , huisvrouw van den Medailleur J . G. Holtzhey , z ieb l. 9 8 , wellicht
kinderen, stierven alzoo kort op elkander.
Keerzijde. Deze heeft veel overeenkomst met den penning n°. 4 1 5 , b l. 7 beschreven en in 1767 gebczigd als begrafenis-
penning, waarnaar wij verwjjzen.
5 0 ) N°. 514. Toegangspenning to t den H ortus Medicus te Utrecht. 1776.
Deze penning komt in voorstellingen zeer overeen met een dergelijken ten behoeve van den H o rtu s Medicus te Amsterdam,
(*) Te mcer omdat de verhandeling van Ds. G av e l Hep Over het eerste hoofddeel van Salomoos Spreukboek, waarop de voorsteffing van
do voorzijde gehcel slaat. ln de Boekeaal 1779, blz. 577—589 wordt het Eerste Deel, eerste stuk (Ainst. bij D ir k S w a rt en Isa a c
S o h o lte n 1778. 366 bladz. 8*.) uitvoerig aangekondigd. Men hoopte op deze wijze het gehede spreukboek binnen weinige jaren verklaard
to zion. V ijf verhandelingen: drie in haar goheel, en twee gedeeltelijk zijn opgenomcn. 1) Van A b r a u . L e d e b o e r A. L. M . Phil. Dr. en
emeritus prcd. te Haastreclit, met den gouden (niet meer voorhanden) penning van 60 Dukaten bekroond. Zijne verhandeling is met aanmer-
kingon uit andere verhandelingen of voorname schrijvers verrijkt. Later ontving hij een zilveren (nog voorhanden bij den heer A. M.
Led e b o e r te Deventer) voor Hoofdstuk I I - I I I . Zilveren werden gegeven aan 3) C o rn . Swaying, Pred. te Westbroek, 8) C o rn .
G av b l voormcld. 4) W. A a l s tiu s t e n A p p e l, predikant te Weesp. Het vijfde stuk of verhandeling bevatto eenige aanteekeningen op
het Iste Hoofddeel uit do Verlu Medio iutissimus ibis. Op den titel staat cen vignet van den penning. :
(t ) Vorgelijk de Romeinseho penningen met CONSECRATIO, bij O o d a a n , pi. C II, rfi. 4 - 6 , waarop de vrouw (Keizonn) op den
mend gezeten, ten hcmel stijgt.