
( 1 ) Zie voorts over de strekking der Maatschappij de Feestrede van J ac. Schi
Letterk . Mengehoerk. Amst. 1817, I , blz. 1— 41. — Gedenkstuk der Feestvieri
. , op 17 Febr. 1817 gehoudcn. Gesch.
het 50jarig bestaan d e r Maatsch. F. M .,
r3—7 6 , beschr.
( 3 ) Op be t kon. kabinet.
(■') Ruigrok was in 171
( s ) BOLZENTHAL, S. 14.
gewond geraakt, en had in 1801 den dienst verlaten.
de kusten van Groenland, had de walvisschen en robben in uantal aldaar zoodanig doen verminderen
, dat de vangst de kosten der uitrusting en de risico van ’t verlies der schepen niet langer
kon dekken. Men begreep, met het verloopen van het.tij, ook de bakens te moeten verzetten,
het Noorden vooreerst met vrede le laten en wat daar te kort schoot, in ’tZuidentegaanzoeken.
Het voorbeeld van Engeland, dat een Zuidzee-walvischvangst had opgezet, wekte, nu de
vrede gesloten was, hier de zucht tot navolging o p , en gaf aanleiding, dat op 15 Maart 1803
te Amsterdam een Societeit van fValvischvangst en Robbenslag op de Africaansche kusten werd
opgericht. Kommissarissen waren A. H. B r o u w e r , Mr. S. I. W is e l iu s , Mr. A. V e r e ü l , J. L.
U m b g r o v e en A. T e y l e r v a n H a l l , allen te Amsterdam, benevens Co r n . B o t e r k o o p e r t eMonni-
kendam ; Directeuren J. v a n O uw e r k e r k d e V r ie s en J. R. S ch ö l t e n te Amsterdam.
Op het adres, ingeleverd door J. L. U m b g r o v e , A. T e y l e r v a n H a l l en J. v a n O u w e r k e r k
d e V r i e s , werd aan de Societeit op 8 Nov. 1802 door het Staatsbestuur vergunning verleend
om te visschen en robben te slaan » in den omtrek van Cabo de Goede Hoop voor 20 ja r e n ,
» uitsluitend om op gemelde kusten ter bereiking van het bedoelde oogmerk, zoo door het
» zenden van vaartuigen, personen, gereedschappen, tonnen, chaloupen , werktuigen en an-
» dere behoeften, als het oprigten van gebouwen en lootsen, mitsgaders het stellen van kook-
» ketels, bakken en andere noodwendigheden tot het snijden van walvisch- en robbenspek,
» en het kooken en branden van traan vereischt wordende... met uitsluitend re ch t, dat alle
» afzendingen, gelijk ook den invoer van traan, walvischbaarden, baieinen of andereafbreng-
» seien der visscherij binnen deze republicq niet anders zal mögen geschieden dan metbodems
» en vaartuigen tot deze Societeit behoorende” (i). De inschrijving werd opengesleld van 15
Nov. tot 15 Dec. 1802. In 39 biljetten werd ingeschreven voor / 790,000, en ieder aandeel
bedroeg / 1000. De uitdeeling was in 1804 8% of f 80 en een gelijk bedrag in 1805,
toen hielden alle uildeelingen op;- de Engelschen namen ons in 1806 de Raap de GoedeHoop
weder af en daarmeê was het met onze Zuidzeewalvischvangst gedaan (2).
Men heeft o. a. uit de penningen 866—884 kunnen zien, hoe hoog men, zoo op het vaste
land als in Engeland, was ingenomen geweest met den vrede, aan Europa, ja aan de geheele
wereld hergeven. De vreugde moest echter van körten duur zijn. Een voorspook van lietgeen
gebeuren zou was het lot van het Oost-indische schip de F rede, dat op 23 Nov. 1802 aan de
Engelsche kust, met man en muis verging (3). — In Mei 1803 was de vrede verbroken (*) :
wat natuurlijk door de Franschen àan de Engelschen geweten w e rd , althans hun wordt daar-
van de schuld gegeven-op een penning, die bij Millin, Hist. Métallique, PI. 30, n°. 69 voor-
komt en p. 26 aldus beschreven wordt.
Voorzijde. De Britsche Luiperd verscheurt een perkamenten rol.
Om d e n r a n d :
LE T R A IT É D’AM IE N S R OMPU PAR L ’A N G L E T E R R E E N M AI 1 8 0 3
HET VERDRAG VAN AMIENS DOOR ENGELAND VERBROKEN IN M E I 1808.
I n d e a f s n e d e :
D E N O N D IR E X IT : J E U F F R O I F E C IT .
Keerzijde. Een toespeling op de onmiddellijke gevolgen van de vredebreuk, het in-bezit-
nemen van Hannover door de Franschen in Juni 1803.
( i ) Overgenomen uit een oorspronkelijk aandeel.
/ s ) Verg. Vad. Hist. Verv., Dee l 45/69 (* ) blz. 53—59 en blz. 327. S. Blaupot ten Cat e , Gesch. van Ned'. Zeev.
en Handel. Amst. 1 8 3 6 , blz. 116 en 117. — De waarde der aandeelen was in 1861 3°/0 en 2%.
( 3 ) Zie den Trevrzang van M. Sieg en b e ek op dit voorval. Leyden 1 8 0 2 , I l blz. in 8°.
( i ) Vgl. Vad. Hist. Ve rv ., Dl. 4 5 /6 9 , blz. 153—157 , 182—1 8 5 , 190.
( * ) Dit dubbcl cqfer van lict Verv. van Wagekaar, Vaderl. Historie, dient om aan te wijzcn do vcrschillendc nummcrs op de ook in inhoud
verscliillcnde titelbladen van dit werk, te wetcn : van de dcelcn volgcnde op do 21 ocrste + 3 bijvoegaels = 24. Zie den Navorseher 1868,