
overige, even als H o o f t , drie Prinsgezinde ambtgenooten, had V a k G o u d o e v e r drie Prinsge-
zinden onder zijne mede-Kolonellen ( B o s b o o m , V a n Ma r s e l is en W a r in ) tot tegenstanders, en
hadden beiden in de lichamen waartoe zij behoorden een talrijke tegenpartij te verwijderen:
emdelijk, even als H o o f t onder den invloed van V a n B e r c k e l , handelde V ah G o udoever
onder dien van den welbespraakten Advokaat Mr. G a l e I s a a c G a l e s (1), die hem als Kapitein
en woordvoerder bij alle gelegenheden ter zijde stond. Om de gelijkenis te vollooien: noch
de een noch de ander scheen genoeg vertrouwen te stellen in den eindelijken triomf zijnerzaak
längs wettige, noch de een noch de ander schroomde tot bereiking van dat doel geweld-
dadige middelen.
Van beiden heeft kort voor hun dood ons dezelfde schrijver een vrij partijdige levensschets
gegeven (2). Wij leeren daaruit, dat I sa ag v a n G o u d o e v e r den 29ste» Augustus 1712 te Amsterdam
werd geboren (8), uit ouders, herkomstig van Amersfoort en aldaar tot den deftigen
burgerstand behoorende. Zijn vader, die wijnkooper was, vond in den jongen I s a a c reeds
vroeg een bekwamen h elp er; immers nog naauwlijks 15 jaar oud werd deze al met het houden
van het Grootboek belast. Later hetzelfde vak als zijn vader drijvende, bleef V a n G o u do ev er
daarin werkzaam tot in het jaar 1781, de uren, die hem van zijn beroepsbezigheden overblev
en , besteedende met wandelen, en — wat in die dagen bij de kooplieden zeer algemeen was__
met het lezen van geestbeschavende werken; terwijl zijn smaak inzonderheid viel op de zoo-
danige als in betrekking stonden tot de geschiedenis van land en stad. In Mei 1749, alzoo
eerst op 38jarigen leeftijd, gehuwd met A g a t h a E rm in a d e L a n g e , wier vader ’t zelfde beroep
dreef als h ij, had hij de twee dochters, die uit dezen echt gesproten waren, vroeg verloren;
doch mocht tot in 1789 zijn gade behouden.
Eerst in 1752 was V a n G o u d o e v e r bij de Amsterdamsche Schutterg als Kapitein in tijdelijke
bediening gekomen, en het duurde tot in 1773 eer men hem aanzocht om de waardigheid van
Kolonei te bekleeden. Herhaaldelijk sloeg hij dat aanzoek af, zieh verschoonende met zijn
reeds gevorderden leeftijd; doch toen hij eenmaal voor den aandrang bezweken was, scheen
dat bezwaar, al naar mate hij ouder werd, 00k minder bij hem te wegen; immers veertien
jaren lang vervulde hij de aangenomen betrekking (4) , en wäre hem op den 2 3 steo October
1787 geen ontslag t’huis gezonden, hij zou ongetwijfeld Kolonei bij ’t witte (5) regiment der
Amsterdamsche Schutterg zijn gestorveu.
( > ) Ga les was sedert 1759 ter rolle der advokaten ingeschreven, zie Leven van C. va n L e n n e p , II. bl. 98. Als pleitbe-
zorger had hij echter minder te doen, dewijl hij bovendien het Sekretariaat van Amstelland bekleedde. Steeds een der koryfeen
van de Vaderiandsche So cieteit, blee f hij dit o ok , toen deze zieh onder den naam van Boctrina e t Amicilia geconstitueerd had,
en las er tal van verhandelingen v o o r , doorgaans in spreekwoorden vervat. Bij de omwenteling van 1795 werd hij Lid van
het Comite van Justitic te Amsterdam, vervolgens in 1798—1799 Prokureur der Gemeente en later Schepen. Zie Mr. J. van
L e n n e p , Feestrede te r tierin g van het Ihjarig bestaan van het Genootschap Doctrina et Amicitia, bl. 1 2 , 1 4 , 47.
( 2) Viderlandsche Chocolaad, Amst., 1796. Onder he t portretje van Va n Goudoever leest men :
D it ’s ' t beeid eens Amstellaars, d ie , t r y van eigenbaat,
Volgvrig heeft gezorgd voor ’i heil van K e rk en S ta a t,
Het recht der burgers stijfd e in sp ijt van d ie ’t weSrstretfde
D ie voor geen hoogheid zwichtte en voor ’t geweld niet beefde
Een g ry ze vrgheidszoon, die ’t wetboek (?) heerschen liet
Goudoever is ' t dien men hier rie t.
( * ) En niet te Amersfoort, a ls sommigen meenden en o .a . zekere Corne l ia va n L exmond zong in een dichtstuk, op zeer
weinigeexemplaren getrokken — die op wit satijn gedrukt, achter glas en met een vergulde lij s t , aan de vrienden van Va n Goudo
ev er werden verstrekt — en waarin deze nevens Oldenbarnkvbld werd g e ste ld , Vad. Chocol., b l. 3 en 6. Het artikel van
Va n d e r Aa , Biogr. Woordenb., in v . , noemt 's mans ouders He n d rik v a n Goudoever en An n a v an Dra kenburg en
laat hem den 20»“ “ October 1720 geboren worden en trouwen met Ca th arina va n L ancom , terwijl hij hem nog bovendien
een zoon g e e ft, Anto n ie genaamd. Wij zijn echter de opgaven gevolgd van den schrijver van de Vad. Chocol., die Va n Goudoev
er persoonlijk kende, zoo wel als diens beide in 1793 nog levende znsters. Zie bl. 3 en 14.
( * ) 13 Januarij 1773. Zie K o k , Amst. J a a rb ., III. b l. 448.
( * ) Kr waren te Amsterdam v ijf regimenten, het o ran je, he t g e le , het blaautoe, he t w itte en het groene, die elk hun ver-
schillende loopplaats hadden. Zie Wa g e n a a r , Am sterdam, Deel VI. Boek I I . D e omstandigheid, dat juist het regiment
van Van Goudoever zijn loopplaats op den Dam h ad , en hij er dus telken reize de toegangen tot het stadhnis mede kon af-
z etten, moest hem natuurlijk zeer in de hand werkeii.
In September 1786, begon V an G o u d o e v e r voor *t eerst een politieke rol te speien. Het
was toch op zijn aandrang, gelijk zijn biograaf vermeldt, dat op den 8*ten dier maand een
' Kommissie uit de Officieren der Schutterij zieh bij Burgemeesteren kwam aanmelden, om
zieh te beklagen over het besluit van Gelderland tot het fnuiken van burgerlijke geschillen
door militair geweld en over het bezetten van Hattem en Eiburg op last van den Kapitein-
Generaal der Unie, die op gelijken grond en met gelijk doel zijn krijgsvolk morgen dit in
Holland zou kunnen laten doen.
Die zending, waarbij Kolonellen en Kapiteins te kennen gaven, dat zij, met zulk gevaar
voor oogen, wilden toonen » geenszins inactief te zyn tot soutien van de regeering, wier O rders
zy verklaarden te zullen afwachten en opvolgen,” was een aanvang van die pressie, op
de Regeering uit te oefenen door een Schutterij, die alles behalve » afwachtend en volgzaam”
wenschte te wezen. De daad wordt dan ook door V a n G o u d o e v e r s bewonderaar » een stap van
gewigt” (1) geheeten, » en schrander overlegd, dewyl men, pligtmatig, alle onderdanig-
heid en overgevenheid aan Burgemeesteren wil beluigende, hen tevens de handen bond om de
haudelingen van den Stadhouder goed te keuren.”
Zoo te Amsterdam als elders in Holland was het een vastgewortelde meening bij velen (2),
dat de Schutterg de vertegenwoordigster der Gemeente was tegenover de Regeering,endePatri-
otten begrepen dus zeer oordeelkundig, dat zij, in afwachting eener creatie van Tribuni ple-
bis in de zoogenaamde Geconstitueerden, zorgen moesten, den Krijgsraad op hun hand te
hebben. Nu was V a n G o u do e v e r volkomen bereid om de partij te dienen e n , overtuigd bij het
meerendeel der Officieren steun te vinden, ijverde hg reeds in den aanvang van 1787 om
grooten Krijgsraad te beleggfen (8), waarin, behalve de 5 Kolonellen en 60 Kapiteinen, ook de
60 Luitenants zitting hadden, en waartoe niet dan in zeer zeldzame gevallen ook de Vaandrigs
geroepen werden (*), ten einde, door middel van dien Krijgsraad, de minderheid in deVroed-
schap tegen de Prinsgezinde meerderheid te ondersteunen; doch zijn vier ambtgenooten, V a n
Ma r s e l i s , B o sbo om , N ym a n en W a r in hadden dat houden van een Krijgsraad op ongewonen tijd
belet. V a n G o u d o e v e r , waarschijnlijk door H o o f t zelven daartoe aangespoord, deed nu alleen
wat hij gewenscht had uit naam van den Krijgsraad te doen e n , een zestigtal Officieren, meest
Luitenants en Vaandrigs, met zieh voerende, begaf hij zieh op den 21«en Februarij 1787 naar
Burgemeesterskamer om een request te overhandigen, door gemelde Officieren en emige andere
personen onderteekend, en ’t welk de Kapitein G a l e s Burgemeesteren voorlas. Over dit stuk,
dat betrekking had tot het Gordon en het Corps van S a l m , is reeds door ons in de levensschets
van H . H o o f t D z . gesproken. Op dienzelfden morgen zoude eindelijk de groote Krijgsraad
gehouden worden, en geen wonder d a t, n u , behalve de gewone zaken, ook het op dien
dag gebeurde veel stof gaf tot redetwisten, de zitting lang duurde. Toen het vijf uren was,
stelde Ga l e s v oor, op 2 1 Maart weder Krijgsraad te houden, ter behandeling van het onafge-
dane. Hiertegen, als zijnde dit ongebruikelijk, verzetteden zieh de vier Kolonellen, V a n
G o u d o e v e r s tegenstanders. Maar zoodra hadden zij zieh niet verwijderd, of hij, met zijn vrienden
achtergebleven, dwong den Secretaris A. B ä c k e r ook te blijven, en liet, overeenkomstig
een voorstel, door G a l e s gedaan (5), besluiten.
Den 26s‘°“ Februarij begaf zieh V a n G o u do e v e r , deze reis met 96 Officieren, die hij in de
Vaderiandsche Societeit had bescheiden, op nieuw bij Burgemeesteren, om nader, zoo monde-
ling als schriflelijk (6), aan te dringen op het in dienst houden van het Corps van S a lm . Wat
bij die gelegenheid voorviel is door ons reeds in de levensschets van H o o ft verhaald.
( * ) Vad. Chocol., b l. 9 . In de Ned. Jaarb., 1 7 8 6 , b l. 1 0 9 6 , wordt alleen g emeld, dat een voorstel door een kommissie
van wege Kolonellen,en Kapiteins der Schutterij aan Burgemeesteren gedaan w erd , »waarop bij voorraad besloten werd, dag-
wachten te houden en de 5 Kolonellen en 5 Kapiteinen benoemd werden om middelen te beramen ter beveiliging der stad.»
( * ) Zeer mtvoerig wordt die meening door Wa genaar bestreden en uit Keuren en Gebruiken de volstrekte afhankelijkheid
des Krijgsrauds van Burgemeesteren betoogd. Amsterdam, VI. D e e l, I I . Boek (ed . in 8 ° ., XI. bl. 131— 138). Zie ook C. J.
S ic k e s z , De Schutterijen in Nederland, Utrecht, 1 8 6 4 , bl. 82 en 92.
( ») Ned. Jaarb., 1787, b l. 7 1 i^ < »
( 4) Zie Wagbnaar , Amsterdam, t . a. p . , bl. 126.
(» ) Ned. Jaarb., bl. 249—2 5 0 , en vooral bl. 464—465.
( « ) Aid. , 1 7 87 , bl. 252. De Memorie, aldaar, bl. 258—261.
We